Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes ook zogenaamde "Vulders kapelle", schuin voorin op diep perceel met bakstenen muur palend aan voetweg naar Stuivenberg. Gebouwd in 1863 door toenmalig burgemeester R. De Vulder en zijn twee zusters (zie Dorpstraat nummer 26). Fraai gietijzeren hekwerk aan de straat van dit lokaal vroeger bedevaartsoord verwijderd bij straatverbreding; bidbanken en ommegang buiten eveneens verdwenen. Heden door begroeiing sterk aan het oog onttrokken kapelruïne.
Ranke neogotische bakstenen kapel van twee bouwlagen en twee traveeën met driezijdige sluiting onder kunstleien zadeldak. Dakruiter met vierkante houten lantaarn en achtzijdige leien spits achter de voorpuntgevel. Onderbouw voorafgegaan door een met imitatierots als grot uitgewerkt bordes met dubbele gebogen toegangstrap naar de kapelruimte boven; concept geïnspireerd op de basiliek van Lourdes. Gevels met verticaliserende versneden steunberen. Omlijstingen van vensters en toegangsdeur boven met pleisterwerk geaccentueerd. Benedenruimte met smalle deur achterin, gedrukte overwelving met steekkappen boven de kleine zijlichten en bekleed met geglazuurde tegels. Spits houten tongewelf op bovenverdieping. Overige aankleding en meubilair verwijderd.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. 2000: Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes [online], https://id.erfgoed.net/teksten/74264 (geraadpleegd op ).
De kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, ook de 'Vulders Kapelle' genoemd, werd in 1863 gebouwd in opdracht van Remi De Vulder. De kapel evolueerde tot een klein bedevaartsoord.
De kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, ook de 'Vulders Kapelle' genoemd, werd in 1863 gebouwd als een getrouwe kopie van de basiliek van Lourdes. Opdrachtgever was Remi De Vulder, toenmalig burgemeester van Sint-Maria-Lierde en zijn zussen, uit dank voor een verkregen gunst.
De kapel evolueerde al spoedig tot een klein bedevaartsoord, waar met Onze-Lieve-Heer Hemelvaart kermis 'te Kapelle' werd gevierd met een processie. Tijdens deze bloeidagen bestond het drukke bedevaartsoord uit een vrij groot perceel grond, aan de straatzijde afgesloten door een hoog gietijzeren hek, geleed door gecanneleerde stijlen. Het terrein werd ingenomen door een met twee niveaus opgetrokken bakstenen neogotische kapel waarvan het gelijkvloers vooraan verborgen werd achter een kunstmatige grot met rotswerk. Via twee zijwaartse trappen, die samen een hoefijzervormige aanleg vormden, bereikte men de kapelingang op de verdieping, terwijl men via een in de grot opgenomen toegang op het gelijkvloers een kleine gebedsruimte bereikte. Het bij de kapel horend perceel werd oorspronkelijk ingenomen door zitbanken en een ommegang.
Later raakte de kapel echter in verval. Er werden geen instandhoudingswerken meer uitgevoerd. Na de dood van de laatste rechtstreekse afstammelingen van de opdrachtgevers, werden de aanpalende gronden verkaveld (zie ook Dorpstraat nummer 26).
Het hekwerk dat de kapel oorspronkelijk van de straat afscheidde, werd verwijderd bij de straatverbreding. Ook de bidbanken en de ommegang zijn verdwenen, evenals de trappen van de zijwaartse opgangen. De kapel ligt schuin voorin op een diep perceel, aan de voetweg naar Stuivenberg afgebakend door een bakstenen muur.
De met een ijzeren hekwerk afgesloten gebedsruimte op het gelijkvloers is met een boogsegment overwelfd en volledig bekleed met geglazuurde tegels die onderaan bij wijze van plint in een meerkleurig patroon tussen twee friezen zijn uitgewerkt. Vier spitsboogvensters die in het gewelf als steekkappen zijn ingebracht en eveneens met witte faiencetegels zijn bekleed, verlichten deze ruimte van buitenaf.
De kapel zelf is nagenoeg geheel met bakstenen opgetrokken en wordt geleed door vrij smalle en platte steunberen, met arduinen afzaten en een rondlopende, eveneens met arduinen afzaat afgedekte plint. Profileringen en neggen bij de ramen en de inkomdeur, zijn met een bepleistering afgewerkt. De kapel is twee traveeën lang en heeft een driezijdige gesloten koorafsluiting waarin zich achteraan een spitsbogige toegang bevindt. De ruimte op de verdieping wordt verlicht door smalle spitsboogvensters, twee aan elke zijde, terwijl de apsis er met drie, iets minder hoge is geopend. De kroonlijst bestaat uit een houten bakgoot ondersteund door kleine decoratieve klossen. Het met kunstleien gedekt zadeldak heeft vooraan een kleine houten, decoratief uitgewerkte klokkenruiter met achtzijdige spits. De voorgevel wordt geleed door twee gedrongen steunberen waartussen zich de inkomdeur bevindt. Deze laatste is gevat in een geprofileerde omlijsting onder een spitsbogige waterlijst, gecombineerd met kielboog met kruisbloem. Op de nogal zware schouderstukken en met hoekvlechtingen gemetselde puntgevel, die boven de klokkenruiter uitsteekt, is opgewerkt met maaswerk van driepassen, ingeschreven in een driehoek met convexe zijden en waterlijsten.
Inwendig is de kapel eenvoudig, zeker nadat de lambrisering en het neogotisch altaar werd weggenomen. De wanden zijn wit gepleisterd, maar bij één van de vensters zijn beschilderde imitatie witsteenblokken te zien. De kapelruimte is afgedekt met een spitstongewelf met beplanking op geprofileerde ribben.
Auteurs: Van den Bossche, Hedwig
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van den Bossche H. 1994: Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173174 (geraadpleegd op ).