Hoeve zogenaamd Goet te Quabeke, ook "Hof te Caesbeke" en "Kruisbeke" (zie Poppkaart van het derde kwart van de 19de eeuw); plaatselijk bekend staand als zogenaamde "Vuldershof" naar de familie De Vulder die de hoeve sinds 1795 pacht van het Gentse OCMW.
Als hoeve met vierkante aanleg minstens opklimmend tot de tweede kwart van de 18de eeuw doch voorgaande geschiedenis voorlopig niet bekend (Gentse abdijhoeve geweest of van ander abdijgoed afkomstig ?); vermelding van "hove te quaetbecke" te Sint-Maria-Lierde in renteboek van 1611 van de heerlijkheid van Litsau.
Opvallende en grote gesloten hoeve ingeplant op zuidelijke helling van beekvallei (Broekebeek). Verankerde en gewitte baksteenbouw onder snijdende zadeldaken (rode pannen), voornamelijk uit het vierde kwart van de 18de eeuw met toevoegingen ten noorden uit de 19de eeuw. Fraai geheel met gepikte plinten, groengeschilderd houtwerk en sterk gesloten karakter aan de straatzijde. Ruime rechthoekige binnenplaats met centrale mestvaalt. Uitzicht ontsierd door recent toegevoegde zware steunberen van snelbouwsteen.
Ten noorden, boerenhuis van acht traveeën in een vleugel met nok loodrecht op de straat en waarin ten oosten toegangspoort met erfdoorrit, ten westen stallen; dakklokje onder gebogen afdakje. Erfgevel (op het zuiden) met lichte dakoverstek op houten consoles en dakzool. Beluikte rechthoekige vensters met houten lateien. Gevelankers met krul. Lage rechthoekige deur onder houten latei op dito stijlen; smaller bovenlicht. Gewijzigd interieur; behouden samengestelde balklaag in centrale woonkamer op moerbalk met verschillend sculpturaal versierde uiteinden. Tegen haardtravee achtergevel, loodrecht aanbouw (tweede helft van de 19de eeuw) van anderhalve bouwlaag eindigend op lager gedeelte (vroegere remise en bakoven).
Ten zuiden, grote langsschuur van zes traveeën met jaartal 1782 in topanker met vindvaanbekroning tegen de straatpuntgevel met vlechtingen; asymmetrisch geplaatste gedrukte korfbogige toegangspoort. Zuidgevel regelmatig geleed door lisenen tussen getrapte daklijst. Erfgevel (op het noorden) met getrapte daklijst, heden gestut door gemetselde steunberen wegens uitwijken van gevel; twee lage gebogen deuren en drie dito venstertjes (één gedicht, twee met luik).
Ten oosten en ten westen, smalle en lage stallen met daknok aansluitend bij boerenhuis. Jaartal 1778 in decoratieve anker tegen erfgevel van Oostelijke stallen; brede korfboogpoort met dito doorrit in linker travee van straatgevel onder gepikt verzekeringsplaatje (Sint Michel/ Bruxelles); erfgevel met klimmend zolderluik.
Ten westen stallen met varkensstallen aan erfzijde onder geknikt verlengd dakschild. Later geplaatste troggewelven tussen ijzeren liggers in de koeienstallen. Ten noordoosten, voormalige paardenstallen verlengd met breder en hoger koetshuis van drie traveeën in de tweede helft van de 19de eeuw.
Ten noorden, losstaand laag bijgebouw met poorten onder meer in de voorpuntgevel. 9 vlieggaten met loopplaten van kleine omlijste duiventil in de geveltop. Zolderluikje geflankeerd door twee ruitvormige bepleisterde paneeltjes.
- GAUBLOMME V., De Heerlijkheid van Litsau te Ste Maria-Lierde en haar Renteboek van 1611, in Land van Aalst, XIII, 6, 1961, p. 295.
- HITCHINSON F. - DEVOS P., Sint-Maria-Lierde, Lierde, 1996, p. 45-47.