Eenvoudige, maar verzorgde neoclassicistische burgerwoning gebouwd voor de heren Pfeiff en Schneider naar ontwerp van architect Jean De Coster uit 1898. De architect grijpt voor deze woning naar de eind-19de-eeuwse standaarden voor de opbouw en de afwerking van de gevel, waardoor deze woning een typevoorbeeld is van de architectuur die het Zuid kenmerkt. Het betreft een enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, met een bepleisterde en beschilderde lijstgevel. Houten kroonlijst op klossen en met tandfries, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels, imitatievoegen op de begane grond, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen die op de tweede bouwlaag in een geriemde omlijsting zijn gevat. Accent op de centrale travee met balkon met ijzeren leuning en deurvenster met driehoekig fronton. Enkel het schrijnwerk van de deur is bewaard.