Omgrachte hoeve op rechthoekige plattegrond, gelegen bij de Zaubeek, zogenaamd naar de vroegere eigenaars vander Meulen of voorheen mogelijk met molen. Vermeld in landboek van 1702 als behuisde hofstede en op de Ferrariskaart (1771-78) omgracht.
Oorspronkelijke hoeve met losstaande bestanddelen met boerenhuis en stallen gegroepeerd rondom een vierkant, deels gekasseid en verhard binnenerf met fraai bloemenperk; toegang via een overdekte poortgebouw ten noorden op de gracht.
Ten noorden, aan de straat ingeplant, oorspronkelijk vrijstaand bakstenen poortgebouw van vier traveeën onder pannen zadeldak (nok parallel met de straat) tussen zijaandaken met vlechtingen en luchtspleten in links puntgevel, opklimmend tot eind 18de eeuw (zie de Ferrariskaart nog met stenen brug). Recentelijk rechts aangebouwde lagere vleugel aansluitend bij de westelijke stalvleugel. Rechthoekige toegangspoort met doorrit onder houten latei in rechter travee; hardstenen hoekblokken aan straatzijde. Twee linker traveeën met aangebouwde garage onder doorgetrokken dakschild; houten beschieting in topgevel. Gewitte erfgevel geleed door pilasters, rechthoekige deuren.
Ten zuiden, op een lichte terp gelegen boerenhuis van negen traveeën onder zadeldak (riet in plaats van stro, nok parallel met de straat) met drie toegevoegde klimmende dakkapellen en zijpuntgevels met vlechtingen; sieranker met hartmotief en jaartal 1784 in rechter top. Verankerde witgekalkte voor- en achtergevel op gepikte plint. Vernieuwde rechthoekige getraliede houten kruiskozijnen met luiken. Sporen van hogere vensters. Rechthoekige deur met bovenlicht en ijzeren smeedwerk.
Achtergevel met vier gelijkaardige getraliede houten kruiskozijnen en rechthoekige deur onder houten latei.
Interieur: bewaarde samengestelde balklaag met versierde moerbalken en vernieuwde grote haard van gesinterde baksteen met zware haardbalk. Gewelfde kelder met twee tongewelven aan zuidzijde.
Ten oosten en ten westen, heden aansluitende bakstenen bedrijfsvleugels onder rode en zwarte pannen zadeldaken; gewitte erfgevels op gepikte plint. Westvleugel, oorspronkelijk schuur, in het tweede kwart van de 19de eeuw uitgebreid en tijdelijk ingericht als stokerij. Heden paardenstallen.
- TACK L., Archeologisch onderzoek van de gemeente Nokere: prospectie - analyse - synthese, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 1982, III, p. 237-242, IV, fig. 33, pl. XII.