De villa uit het begin van de 20ste eeuw, volgens een jaarsteen op de gevel van 1905, werd gebouwd door de nijveraarsfamilie Veroughstraete als woning bij een geplande fabriek. Ze werd ingeplant in een ruime tuin afgesloten door ijzeren hekken tussen bakstenen pijlers op laag muurtje.
De villa met cottage-allure werd opgetrokken op vierkante plattegrond met uitgebouwde erkers, portieken en terras. Ze is gebouwd uit gele baksteen verrijkt met rode banden en ontlastingsbogen op een hoge breukstenen plint, telt twee bouwlagen en wordt afgedekt door verspringende overstekende pannen zadeldaken. Drie traveeën op de hoeken worden gemarkeerd door een hoger opgetrokken dakvenster onder afzonderlijk zadeldakje. Het houtwerk werd reeds deels vernieuwd. Opmerkelijk zijn de veelzijdige erkers in voor- en zijgevel onder leipannen bedaking en met fraai oorspronkelijk houtwerk. Een zeshoekig erkertje op afgeschuinde hoektravee is verdwenen. De vensters zijn rondboogvormig en afgewerkt met decoratieve booglijsten; het houtwerk met roedeverdeling en de glas-in-lood-voorzetraampjes in art-nouveaustijl bleven behouden. De inkom bevindt zich in de zijgevel op de verhoogde begane grond vooraf gegaan door een arduinen trap onder houten luifel. De deur heeft een rondboogvorm en bewaart het origineel houtwerk. Een vrijstaande garage staat rechts achteraan in de tuin.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002200, Burgerlijke architectuur (BOGAERT C. 2002). Auteurs: Bogaert, Chris Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)