Teksten van Stedelijke Normaal- en Oefenschool

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7447

Stedelijke Normaal-en Oefenschool (herinventarisatie 2016) ()

Stedelijke Normaal- en Oefenschool voor Jongens van 1929-1931, opgericht op de hoek van de Pestalozzistraat en de Jan De Voslei, naar ontwerp van stadsbouwmeester Emiel Van Averbeke met medewerking van architecten André Fivez en Antoon De Mol. De werken zijn uitgevoerd door aannemer Liebaert Firmin, gevestigd aan de Zilverstraat 14 te Brugge.

De school is één van de drie constructies die over zijn gebleven van de Wereldtentoonstelling die in 1930 georganiseerd werd op de plaats van de huidige Tentoonstellingswijk. Van Averbeke ontwierp de school als Tentoonstellingsgebouw voor Oude Vlaamsche Kunst voor de Wereldtentoonstelling, waarvoor hij vanaf 1927 als raadgevend architect werd aangesteld. Reeds in 1926 tekende hij een algemeen aanlegplan en twee varianten voor de Wereldtentoonstelling, met de school als structurerend element voor de wijk. Zo realiseerde hij ook het later afgebroken paviljoen voor de stad Antwerpen en twee identieke boogbruggen, die bewaard bleven op de Eric Sasselaan. Op de Wereldtentoonstelling stond naast het Tentoonstellingsgebouw van Van Averbeke, het Museum voor Oude Vlaamsche Kunst, ontworpen door Jos Smolderen. In beide gebouwen werd oud-Vlaamse en religieuze kunst tentoongesteld. In tegenstelling tot de andere tijdelijk opgerichte paviljoenen, zouden de tentoonstellingsgebouwen na de feestelijkheden een definitieve functie krijgen, respectievelijk een school en een kerk. In die functies zijn ze, net als de bruggen, nog steeds als ankerpunten in de Tentoonstellingswijk aanwezig.

Oorspronkelijk zou het gebouw herbestemd worden als jongens- en meisjesschool, maar na de Wereldtentoonstelling is geopteerd voor een herinrichting als normaal- en oefenschool voor jongens. Deze wijziging van functie vereiste een aantal aanpassingen aangaande de omvang en indeling van een aantal lokalen. Het schoolgebouw werd officieel ingehuldigd op 8 mei 1932.

Nadat er reeds in 1934-1940 uitbreidingsplannen waren, is op 15 juni 1960 toelating verleend voor een nieuwbouw palend aan de bestaande gebouwen en met hoofdgevel aan de Jan De Voslei. Deze werken waren voleindigd op 7 januari 1969. De uitvoerende architecten waren L. Michielsens, L. Williame en L. Clijmans Architecten, gevestigd Plantin en Moretuslei 7. De gebouwen uit deze periode contrasteren met de oude vleugels door hun strakke, witte gevels in functionele stijl.

De representatieve gevels van de school getuigen van de overgang omstreeks 1930 in het oeuvre van Van Averbeke naar een 'romantisch kubisme'’ en art-decostijl, in de lijn van de Nederlander Willem Marinus Dudok (1884-1974). De ventilatiegebouwen van de Waaslandtunnel, gelegen aan beide oevers van de Schelde (Charles de Costerlaan en Brouwersliet), ontworpen door Van Averbeke in 1933, sluiten aan bij de vormgeving van het schoolgebouw in de Pestalozzistraat. Van Averbeke had zich op het einde van de 19de eeuw geprofileerd als één van de boegbeelden van de Antwerpse art nouveau, met het Liberaal Volkshuis "Help U Zelve" in de Volksstraat als één van de bekendste realisaties. In 1907 werkte hij samen met stadsarchitect Jan Van Asperen aan het ontwerp van de nog bestaande brandweerkazerne aan de Paleisstraat 122-126 en Bestormingsstraat 11. De voor- en achtergevel van dit gebouw, te situeren in de overgang van art nouveau naar art deco, tonen duidelijk de evolutie aan die de ontwerpstijl van Van Averbeke in die periode doormaakte. Na de eerste wereldoorlog legde de Antwerpse architect zich onder invloed van onder andere Dudok en Berlage verder toe op een meer rationele en sobere vormgeving.

Ondanks het gebruik van verspringende bouwmassa's blijven de interne structuur en het verband tussen de verschillende onderdelen van het schoolgebouw leesbaar. Hiertoe maakt Van Averbeke gebruik van benadrukte hoekpenanten, waarin de rookkanalen verwerkt zijn en die de aansluiting tussen de hoofd- en zijvleugels aanduiden. Verder voorziet hij een doorlopende, horizontaliserende (witstenen) belijning en beredeneerd aangebrachte gevelopeningen, uitgewerkt als registers. Kenmerkend is de moderne ingesteldheid met aandacht voor verluchting, de beleving van binnen– en buitenruimtes en een overvloedige voorziening van daglicht. Zowel het materiaalgebruik van parementsteen (Belvédère) en blauwe hardsteen als de rationele ontwerpesthetiek zijn onmiskenbaar een inspiratiebron voor de burgerhuizen die vanaf 1932 in de Tentoonstellingswijk gebouwd worden. Ondanks de initiële aandacht voor volumewerking, verhoudingen, omgeving en een rationele ontwerpesthetiek - die ook het schoolgebouw aan de Pestalozzistraat kenmerken - getuigt de woningbouw, onder druk van de verkavelingswoede in deze wijk, al snel van een meer gematigd modernisme, veruitwendigd in aaneengesloten, overwegend gelijkvormige gevelfronten onder platte bedaking en geritmeerd door min of meer homogene bandramen.

Exterieur

Het drie bouwlagen hoge complex met gewapend betonskelet bestaat uit een hoofdgebouw aan de Pestalozzistraat en twee loodrecht hierop staande zijvleugels (U-vormig geheel), waarvan de westelijke gesitueerd is aan de Jan De Voslei. Het geheel is voorzien van platte bedaking en gegroepeerd rond een binnenkoer. Een derde, lager uitgewerkte dwarse vleugel (pergola) snijdt de speelplaats doormidden. Aan zuidzijde wordt de speelplaats afgesloten door een lagere, één bouwlaag hoge vleugel. De straat- en koergevels hebben een parement van platte geelbruine baksteen in ruwe handvorm, Romeins formaat (Belvédère) op een hoge plint uitgevoerd in purperkleurige/rode baksteen. Het metselwerk van de vlakke muurdelen is gerealiseerd in kettingverband met Dudokvoeg – dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen, terwijl de afgeronde muurdelen van de voorbouw gemetseld zijn met koplagen.

Het hoofdgebouw aan de Pestalozzistraat heeft een monumentale, volledig symmetrisch ontworpen gevel. Het centrale risaliet van twee bouwlagen en vijf traveeën, is afgewerkt met afgeronde hoeken en wordt geflankeerd door de hoger opgaande kopgevels van de haakse zijvleugels. Vijf monumentale drielichten ritmeren de gevel, waarboven als contrast de terugwijkende blinde gevel van de zolderverdieping, met benadrukte hoekpenanten.

De centrale inkom is volgens het ontwerpplan geflankeerd door niet uitgevoerde getrapte pylonen en voorzien van een brede toegangstrap uit op de kant geplaatste baksteen. Dit was oorspronkelijk de hoofdtoegang van de tentoonstellingsruimten, maar is na de omvorming tot schoolgebouw benut in functie van conferenties, concerten of andere festiviteiten. Hierbij is het zware portaal met bakstenen pijlers vervangen door een luifel in asbeton, afgezoomd door met zwarte tegels beklede bloembakken, die vandaag verdwenen zijn. De scholieren dienen de zijtoegangen te gebruiken in de Pestalozzistraat, die zich bevinden in twee lager uitgewerkte uitbouwen tegen de kopse gevels van de zijvleugels. Deze L-vormige hoekvolumes, die de conciërgewoningen en directielokalen huisvesten, zijn gescheiden van de centrale vleugel door middel van een met baksteen beklede koer en ze zijn net zoals de hoofdtoegang van een luifel in asbeton voorzien.

Van de twee identiek opgebouwde zijvleugels, heeft enkel de westelijke een vrije straatgevel, langs de Jan De Voslei, met in totaal zes traveeën. Achter de lage zijtoegangen, voorziet Van Averbeke drie bouwlagen hoge trappenhuizen, in de eerste travee langs de Jan De Voslei bepaald door een over de volledige gevel doorlopend verticaal traplicht. De vier volgende, identieke traveeën zijn trapsgewijs opgebouwd. Ze vangen de schuine rooilijn op en zijn alle voorzien van een bandraam per bouwlaag. In de uiterst rechtse, smallere travee, opnieuw een verticaal, gevelhoog raam voor een achterliggende traphal.

De oorspronkelijk vrijstaande oostelijke zijvleugel was voorzien op een eventuele latere aanbouw door middel van twee lichtschachten. De raamopeningen van de directielokalen van de Oefenschool zijn later dichtgemetseld in functie van de verdere verkaveling van de Pestalozzistraat.

In tegenstelling tot de straatzijde, is de koerzijde van het hoofdgebouw een vrij gesloten geheel, enkel onderbroken door smalle horizontaliserende vensterstroken. Op de koer stonden oorspronkelijk drie beglaasde tentoonstellingsloodsen die bij de herbestemming tot schoolgebouw zijn weggenomen. De toegang aan koerzijde is uitgewerkt als een centrale uitbouw, die verbonden is met een overdekte pergola op ronde betonnen pijlers, wellicht opgericht tijdens de aanpassingswerken na 1930. Tijdens deze werken zijn de op het gelijkvloers geopende koergevels, steunend op betonnen pijlers, ingevuld met baksteenmetselwerk. Overdekte gaanderijen met gewapende betonsteunen zijn voorzien tegen het hoofdbouw en tegen de lage, aan zuidelijke zijde gesitueerde achterbouw. Deze laatste loopt door in de centrale pergola en is gedeeltelijk afgeschermd met voorhofjes in functie van de achterliggende toiletten.

Alle gevels waren oorspronkelijk voorzien van stalen vensterschrijnwerk met opendraaiende en wentelende raamvlakken met ongelijke kleinroedeverdeling en met opvallend fors uitgewerkte, geprofileerde omkadering in blauwe hardsteen voor de voorgevels en béton bouchardé voor de koergevels. Verder zijn de gevels aan straatzijden alle omzoomd met voorhofjes voorzien van een lage bakstenen basis. Dergelijke groenstroken waren ook voorzien aan de koergevels van het hoofdgebouw en de zuidelijke lagere vleugel, maar deze zijn vandaag verdwenen.

In november 1953 is het open karakter van de gevels gedeeltelijk teniet gedaan: delen van de vensters werden gedicht, hoge vensters van de trapzalen werden vervangen door glasblokken afkomstig van Plate Glass Compagny (Pittsburgh) en alle metalen ramen worden witgeschilderd. In 1992-1995 is nieuw buitenschrijnwerk met dubbele beglazing aangebracht: staal voor deuren en pvc voor ramen, herstellen van dagopeningen, nieuwe verlaagde zoldering en vloer in inkomhal, plaatsen gordijnkasten in sommige vensters. Bewaard gebleven zijn de oorspronkelijke zijdelingse toegangsdeuren getooid met decoratief smeedwerk en L-vormige handgrepen, geleverd door bouwsmederij J. Timmermans & Cie (Jan Palfijnstraat Antwerpen), en verder de beide vlaggenmasten die de gevel bekronen. Het ijzeren schrijnwerk van de hoofdtoegang is vervangen.

Interieur

Van Averbeke concipieert een rationele planindeling met de Oefenschool in de linker- en de Normaalschool in de rechtervleugel. Het hoofdgebouw biedt toegang tot de centrale inkomhal, eertijds de hoofdtoegang voor de bezoekers van de Wereldtentoonstelling, met flankerende grote zalen. De verschillende niveaus worden ontsloten vanuit vier trappenhuizen waarvan de twee hoofdtrapzalen aan weerszijden van de hoofdvleugel gesitueerd zijn, en twee secundaire exemplaren achteraan in de zijvleugels.

Het hoofdgebouw herbergt op het gelijkvloers aan weerszijden van de grote inkomhal een turnzaal en een feestzaal. De hoekvolumes, waarin zich de schoolingangen bevinden, herbergen op de begane grond de conciërgewoningen terwijl op de verdiepingen ruimte geboden wordt aan directielokalen. Verder wordt de plattegrond ingenomen door de klaslokalen, waarvan de scheimuren pas na de Wereldtentoonstelling zijn aangebracht. Deze lokalen zijn ingericht op alle niveaus van de zijvleugels en op de eerste en tweede verdieping van de hoofdvleugel. Zo zijn achteraan in de zijvleugel aan de Jan De Voslei een scheikundig laboratorium en lokaal voor fysica voorzien. Op de eerste verdieping zijn verder nog een fysicalokaal, tekenklassen, een gemeenschappelijke muziekklas en een bibliotheek ingericht. De lager uitgewerkte zolderverdieping, geplaveid met baksteenvloeren, herbergt praktijkruimten voor handenarbeid (plaaster, klei, hout- en ijzerbewerking).

De monumentale hoofdtoegang bezit nog de decoratieve marmeren vloer, casettenplafond en twee ramen in gekleurd kunstloodglas, integraal gerealiseerd in functie van de Wereldtentoonstelling. Het ontwerp is gemaakt door glasschilders H. H. Gussenhoven & Van Wijck, gasten van decorateur Henri Verbuecken en bedrijvig in glasmozaïek en glas in lood. Het glasvenster aan straatzijde stelt het stadswapen (de burcht) voor, terwijl het exemplaar aan de koerzijde volgend opschrift draagt met ondersteunende symbolische voorstellingen: "LETTEREN; WETENSCHAP; KUNSTEN; S.P.Q.A.; HANDEL; PAEDAGOGIE; NIJVERHEID". In de schooltoegang op de hoek van de Jan de Voslei hangt een ongesigneerd herdenkingsreliëf voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog met liggende figuur in expressionistische stijl en opschrift ‘LERAAR EN LEERLINGEN OMGEKOMEN IN DUITSE CONCENTRATIEKAMPEN’. In de achterliggende monumentale traphal stond tijdens de Wereldtentoonstelling een buste op sokkel met afbeelding van de Zwitserse pedagoog Johann Heinrich Pestalozzi (°1746-1827), die vandaag in de gang van het nieuwe schoolgedeelte staat.

Parket en rode tegeltjes zijn gebruikt voor de vloeren van de gangen en aansluitende klassen. Deze zijn allemaal voorzien van oorspronkelijke ingebouwde vitrinekasten die bestaan uit beglaasde bovenregisters waaronder gesloten kasten, alle met opendraaiende delen en verchroomde deurknoppen. Boven de klasdeuren is telkens een klein bandraam voorzien als bovenlicht. Marmer (Comblanchien) is gebruikt voor hoofdtrappen, tussenbordessen, treden en deurdorpels. De trapleuningen zijn opengewerkt met ijzeren leuningen waarop handgrepen in olmenhout. Kenmerkend is het functionele gebruik van decoratie zoals de afwerking van de ijzeren trapleuningen met verchroomde bollen. De binnenmuren waren oorspronkelijk groen geschilderd. Ook de schoolmeubelen en werktafels, geleverd in 1931 door aannemer G. Verbeeck, waren in deze kleur geverfd en zijn afgezien van enkele exemplaren die in kelder en in de schoollokalen zijn opgeslagen, verdwenen. Het gebouw was voorzien van een verwarmingsinrichting met stoom onder lage druk. In 2003-2004 is deze installatie vernieuwd.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 13830#7099, 242#347, 480#2900, 480#2902, 868#943, 242#347 en 38#742.
  • Stadsarchief Antwerpen, Modern Archief, dossier 84485 (lastenboek 03.09.1928).
  • Stadsarchief Antwerpen, Plannen school Pestalozzistraat, 697#6008 tot en met 697#6014.
  • Stadsarchief Antwerpen, Plannen Tentoonstellingsgebouw voor Vlaamse Kunst, 697#5657 tot en met 697#5662.
  • AERTS W. 1977: Emiel Van Averbeke (1876-1946). Stadshoofdbouwmeester. Zijn bijdrage tot de moderne bouwkunst te Antwerpen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, 79-80 en 165-167.
  • SPAENJERS A. 1988: Antwerpen 1930 en later: de wijk als openluchttentoonstelling, onuitgegeven verhandeling, Hoger Architectuur Instituut van het Rijk, Afdeling Architectuur, Antwerpen, 82-84.
  • VAN AVERBEKE E. 1933: Ecole Normale et d'Application Anvers, L'Emulation 6, 115-117.
  • VAN DEN BORNE S. & VAN LERBERGHE B. 2016: Terreinbezoek Stedelijke Normaal- en Oefenschool (Antwerpen) (terreinbezoek op 25 augustus 2016).

Auteurs:  Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van den Borne S. 2016: Stedelijke Normaal- en Oefenschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194087 (geraadpleegd op ).


Stedelijke Normaal- en Oefenschool ()

Stedelijke Normaal- en Oefenschool van 1929-31 naar ontwerp van stadsarchitect E. Van Averbeke met medewerking van A. Fivez en A. Demol.

Opgericht (1930) als tijdelijk tentoonstellingspaviljoen voor Vlaamse Kunst, om nadien ingericht te worden als lagere jongens- en meisjesschool; na de Wereldtentoonstelling echter verbouwd en verder afgewerkt als Stedelijke Normaal- en Oefenschool en plechtig geopend in 1932.

Baksteenbouw, ingeplant tussen Pestalozzistraat en Jan De Voslei, waarbij de architect de indeling van het gebouw zichtbaar heeft gemaakt in de gevels door het naast elkaar gebruiken van verschillende doch symmetrisch opgestelde volumes. Boeiend volumespel van verspringende lijstgevels met verschillende hoogte; horizontale en verticale accenten door plaatsing van rechthoekige vensters in registers of verticale gevelvlakken. Binnenplaats verdeeld door betonnen pergola.

Sober interieur met uitzondering van marmeren hal met glasramen en casettenplafond (verwijzend naar het gebruik als tentoonstellingspaviljoen).

  • AERTS W. 1977: Emiel Van Averbeke (1876-1946). Stadshoofdbouwmeester. Zijn bijdrage tot de moderne bouwkunst te Antwerpen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling R.U.G., 79-80, 165-167.
  • VAN AVERBEKE E. 1933: Ecole Normale et d'Application Anvers, in L'Emulation 6, 115-117.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Stedelijke Normaal- en Oefenschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7447 (geraadpleegd op ).