Historiek

't Goed te Liedekerke, genoemd naar de oudstgekende eigenaar, Raas van Liedekerke, gehuwd met Beatrice van Huise in 1370. Vier geslachten van Liedekerke waren leenmannen van het meierambt van de abdij van Corbie in Huise. Eind 15de eeuw vermeld als "het hof en Goed te Liedekerke met brouwerij en een herberg op het dorp". In 1686 omschreven als "eene motte wesende, wal, gracht ende synghele vanden bogaerde beneden, metter steenen huyse op de voornoemde motte staende, ghenaemt thuys te Liedekercke..." in bezit van de familie Borluut, oprichters van de nabije Onze-Lieve-Vrouwekapel, sindsdien ook zogenaamd "Kapelhof". Tot 1725 achterleen van het hof van Ayshove. Sinds midden 19de eeuw eigendom van de familie della Faille d'Huysse.

In oorsprong zeer oud site, vermoedelijk van Frankische oorsprong, met walgracht in 8-vorm met afzonderlijk omgracht opper- en neerhof, ingeplant ten noorden van de Rooigembeek die ter hoogte van het vroegere opperhof nog een een lichte bocht vertoont. Heden enkel behouden neerhof met grotendeels in het derde kwart van de 18de eeuw vernieuwde gebouwen en vermoedelijk dan ook verdwijnen van de walgrachten en opperhof, zie toestand de Ferrariskaart (1771-78).

Beschrijving

Hoeve met losstaande bestanddelen met poortgebouw ten noorden, stallen en overdekte mestvaalt ten noordoosten, nieuwe stallen in plaats van schuur ten zuidwesten en boerenhuis ten westen van het verharde haast vierkante erf, thans toegankelijk via een ijzeren hek rechts van het poortgebouw.

Aan de straat palend vrijstaand poortgebouw van drie traveeën en één hoge bouwlaag onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat), op de voorpuntgevel door middel van jaarankers gedateerd 1773. Verankerde gewitte baksteenbouw met sporen van vroegere vakwerkconstructie in rechter zijgevel. Brede voorpuntgevel afgewerkt met vlechtingen en ijzeren ankers; sieranker in top. Brede korfboogpoort met uitspringende hoek- en sluitstenen en bekronende korfboognis in bakstenen omlijsting op neuten, onder gebogen waterlijstje en X-vormig anker; nieuw Onze-Lieve-Vrouwebeeldje. Achterpuntgevel met houten beschieting. Nieuwe rechthoekige doorrit onder I-latei en aangebouwde garage onder doorgetrokken zadeldak. Interieur. Behouden dakgebint en rechtse binnenwand in houten stijl- en regelwerk.

Ten westen, boerenhuis van tien traveeën onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) met klokkenstoel onder zinken dakje met windwijzer in de vorm van een paard, uit het derde kwart van de 18de eeuw zie sieranker in rechter zijpuntgevel, haardbalk met jaartal 1759 en 1753 gedateerde moerbalk. Oorspronkelijk witgekalkte gevels, erfgevel thans voorzien van nieuw bakstenen parement, met rechthoekige vensters onder vernieuwde houten lateien en arduinen dorpels. Getoogde deur in nieuwe gesinterde bakstenen omlijsting naar oud model.

Interieur met samengestelde balklaag met verschillende versierde moerbalken, onder meer met leliemotief en jaartal 1753 en met hartmotief, aangepaste grote haard met behouden haardbalk met jaartal 1759 en bordenplank, 18de-eeuwse paneeldeuren, ingewerkte kast en zwarte- en witte tegelvloer in dambordpatroon.

Ten noordoosten, lange stalvleugel onder pannen zadeldak (nok parallel met de straat), eveneens uit de 18de eeuw. Verankerde gewitte gevels, in zijpuntgevels afgewerkt met vlechtingen en linkergevel voorzien van luchtspleten. Erfgevel met centrale doorrit en rechthoekige staldeuren. Op het erf ervoor, voormalige overdekte mestvaalt uit de tweede helft van de 19de eeuw van vijf traveeën onder zadeldak (Oegstgeesterpannen, nok parallel met de straat) gedragen door bakstenen pijlers, thans dicht gebouwd en gebruikt als stallen.