Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd naar een ontwerp door de architecten Fernand de Montigny en Louis Somers uit 1926 (gevelinscriptie). Opdrachtgever was Joannes Baptista (Jean) Cogels (°Deurne, 1897), van beroep rentenier, in 1923 gehuwd met gravin Marie-Françoise de Brouchoven de Bergeyck (Beveren-Waas,1902-Hauteville, 1927) en in 1928 hertrouwd met Hélène Sabbe. Zijn vader de bibliofiel, archeoloog en geoloog Paul Cogels, was de laatste kasteelheer van Boekenberg in Deurne. Eerder plande de weduwe Staes-Lanthier een appartementsgebouw op dit perceel, naar een ontwerp door de architect Raymond Ceurvorst uit 1922, een bouwproject dat geen doorgang vond.
Het hotel Cogels is representatief voor het rijpe oeuvre van Fernand de Montigny en Louis Somers, die zich tijdens het interbellum vooral toelegden op residentiële architectuur voor de betere kringen. Associés van omstreeks 1910 tot 1940, tekenden zij in 1920 voor het stadion voor de Olympische Spelen op het Kiel. De statige beaux-artsstijl die de architecten zich al vóór de Eerste Wereldoorlog toe-eigenden, werd tijdens de jaren 1920 doorgetrokken in het merendeel van de burger-, herenhuizen of villa’s die zij ontwierpen. Op hetzelfde moment waren de Montigny en Somers actief in de wederopbouw van Oostkerke (Diksmuide), met neotraditionele ontwerpen. Uit 1929 dateert het standingvolle appartementsgebouw "Résidence La Pépinière" aan de Koningin Elisabethlei. Tot hun laatste realisaties behoort de Sint-Theresiakerk met karmelietenklooster aan de Grotesteenweg te Berchem uit 1938-1939.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de pui, erker, speklagen, hoekkettingen, vensteromlijstingen en fries. Geleed door de puilijst, rust de bovenbouw op een gedrukte, sokkelvormende begane grond met schijnvoegen. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door een over de bovenverdiepingen oplopende bow-window, waarvan het volume is doorgetrokken tot in de bedaking. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van korfboogopeningen op de begane grond, het portaal met cartouchesleutel, en rechthoekige bovenvensters. Oplopende, vlakke vensteromlijstingen met een Frans balkon of een paneel op de borstwering. Een klassiek hoofdgestel met een stafwerkfries en een gekorniste houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapellen met sluitsteen en gebogen waterlijst. De smeedijzeren inkomdeur, gietijzeren voetschraper en het houten vensterschrijnwerk met kleine roeden zijn bewaard.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht. Volgens de bouwplannen biedt de lage begane grond ruimte aan de vestibule leidend naar de garage in de achterbouw, de ontbijtkamer, office, vestiaire en keuken. Op de bel-etage neemt het salon over de volledige breedte de straatzijde in, en de eetkamer annex terras en office de tuinzijde. Op de tweede verdieping bevinden zich de grote slaapkamer annex 'cabinet de toilette' en badkamer, en twee kleinere slaapkamers, op de derde verdieping twee slaapkamers, een badkamer en vier mansardekamers.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195139 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis in sobere neo-Lodewijk XV-stijl uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, naar ontwerp van F. De Montigny en L. Somers (zie inscriptie). Markante afgeronde erker op brede puilijst rechts.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7449 (geraadpleegd op ).