Teksten van Burgerhuis in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7453

Burgerhuis in art-nouveaustijl ()

Historiek en context

Burgerhuis in art-nouveaustijl, oorspronkelijk het linker pand van een geheel van drie woningen, gebouwd naar een ontwerp door de architect Emile Thielens uit 1898, mogelijk met medewerking van de architect Emiel Van Averbeke. Opdrachtgever was de weduwe Maria Gossen-Van den Wouwer (°Antwerpen, 1848), wiens overleden echtgenoot, koopman Auguste Gossen (Antwerpen, 1837-Antwerpen, 1896), een groot stuk grond bezat dat in de huidige Peter Benoitstraat de zuidelijke helft van de pare zijde besloeg. Op deze gronden liet Auguste Gossen in 1894 door Thielens de tot dan doodlopende straat doortrekken tot de Van Schoonbekestraat, en een eerste geheel van drie gekoppelde burgerhuizen optrekken (nummers 21-25, gesloopt in 1959). In 1896 volgde een tweede geheel van drie burgerhuizen op het hoekperceel met de Van Schoonbekestraat (nummer 46 gesloopt in 1955 of 1956). Zijn weduwe zette het vastgoedproject in 1898 verder met dit derde geheel van drie woningen (nummers 30-34). Op de aanpalende percelen bouwde Thielens in 1901 nog een vierde geheel van vijf burgerhuizen (nummers 36-44) eveneens in opdracht van Maria Van den Wouwer, nu mevrouw Albert Thys-Van den Wouwer. De weduwe Gossen-Van den Wouwer was in 1899 immers in het huwelijk getreden met de weduwnaar Albert Thys (Antwerpen, 1840-Antwerpen, 1913). Het middelste pand van het ensemble Gossen-Van den Wouwer (nummer 32) werd in 1952 en 1963 grondig verbouwd tot flats, achter een volledig nieuw gevelfront; het ensemble Thys-Van den Wouwer is intact bewaard.

Het vastgoedproject Gossen-Van den Wouwer behoort tot het latere oeuvre van Emile Thielens, die actief was tot zijn overlijden in 1911. Hij vestigde zich pas omstreeks 1890 als zelfstandig architect, na jarenlang in dienst te hebben gewerkt van de architecten Louis en François Baeckelmans, en vervolgens van Jules Bilmeyer en Joseph Van Riel. Vooral gekend voor zijn veelal pittoreske gebouwen van de Antwerpse Zoo, zette Thielens kort vóór 1900 voorzichtige stappen richting art nouveau, om tijdens zijn laatste levensjaren terug te grijpen naar een klassieke beaux-artsstijl. Twee van de woningen Gossen-Van de Wouwer, het nummer 30 en het totaal verbouwde nummer 32 werden in conventionele eclectische stijl ontworpen. Enkel voor het nummer 34 paste Thielens de meer eigentijdse art-nouveaustijl toe. Daarmee behoort het pand tot de vroegste uitingen van art nouveau zowel binnen zijn oeuvre als in Antwerpen, en dat samen met café-restaurant "Paôn Royale" uit 1899 aan het Koningin Astridplein. Wellicht ontstonden beide ontwerpen onder invloed van Emiel Van Averbeke, die van 1892 tot 1899 op het architectenbureau van Thielens werkte. Voor zijn belangrijke realisatie uit deze periode, het monumentale kantoorgebouw van de Imperial Continental Gas Association aan de Meir, greep Thielens dan weer terug naar de neo-Franserenaissance-stijl.

Sinds 1890 gevestigd aan de overzijde van de Maria-Theresialei (nummer 5, gesloopt in 1954), was Emile Thielens de overbuur van het echtpaar en later de weduwe Gossen-Van den Wouwer. Hun statige hotel, later geïncorporeerd in de Banque Hypothécaire et Immobilière d’Anvers bevond zich op de hoek van de Maria-Theresialei en de Frankrijklei. Tussen 1894 en 1901 bracht de architect in de Peter Benoitstraat en de Van Schoonbekestraat een ensemble van in totaal veertien burgerhuizen tot stand, waarvan er nog negen bewaard zijn. De bankier Edouard Thys, zoon van Albert Thys uit diens eerste huwelijk en stiefzoon van Maria Van den Wouwer, gaf de architect in 1906 opdracht voor het ontwerp van Banque de Reports, de Fonds Publics et de Dépôts aan de Meir, één van Thielens meest imposante realisaties.

Architectuur

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, het balkon, lateien, archivolten, lekdrempels, imposten en kraagstenen; breuksteen accentueert de plint. Axiaal van opzet, met achtereenvolgens rechthoekige en rondbogige drielichten op de bovenverdiepingen, legt de compositie de klemtoon op de eerste verdieping. Deze wordt gemarkeerd door een gevelbreed balkon met consoles en smeedijzeren borstwering. Brede raampartij in hoefijzerboogvorm met bewerkte imposten, brede afzaat en een cirkelmotief in het smeedijzeren traliewerk, in de linker travee van de begane grond. Rechts ervan een ingesnoerd rechthoekig portaal met bovenlicht, waarvan het brede middenkalf is versierd met een reliëf, dat twee stralende zonnen met profielkoppen verbeeldt; een ourobos siert de rechter kraagsteen. Vier gevelstenen met mascarons, een kleurrijke mozaïekfries met een repetitief decoratief patroon en waaiervormige medaillons, en een houten kroonlijst op getrapte hoekconsoles, vormen de gevelbeëindiging. De vormgeving, profilering en decoratieve bewerking van de natuurstenen onderdelen, het patroon van het smeedwerk en de mozaïekfries refereren aan de florale art nouveau, gekenmerkt door zwierige zweepslagmotieven. Bewaard houten vensterschrijnwerk, souterraintralies en gietijzeren voetschraper. De huidige smeedijzeren inkomdeur dateert van na de aankoop van het pand in 1949 door het echtpaar Léonard-Borghers, en werd vervaardigd door hun (schoon)vader de smid Léonardus Vitalis Borghers.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat wordt ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom en traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1898#1023 (woningen weduwe Gossen-Vande Wouwer), 1894#1053 (woningen Auguste Gossen).
  • AERTS W. 1977: Emiel Van Averbeke (1876-1946). Stadshoofdbouwmeester. Zijn bijdrage tot de moderne bouwkunst te Antwerpen , onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 12.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede , onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 75.
  • Informatie over Maria Van den Wouwer verkregen van M. Windey (3 maart 2017).
  • Informatie over Léonardus Vitalis Borghers verkregen van M. Léonard (29 december 2020).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195130 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Enkelhuis van drie bouwlagen in art nouveau naar ontwerp van E. Thielens mogelijk met medewerking van E. Van Averbeke, van 1898. Bak- en natuurstenen lijstgevel op sokkel van breuksteen. Opvallend smeedijzerwerk voor keldervensters, groot rondboogvenster (begane grond) en balkonleuning (tweede verdieping), aflijnende fries met mozaïek; voorts sobere decoratie op aanzetstenen en lateien. Rondboog- en rechthoekige vensters. Rechthoekige deur en dito bovenlicht. Vernieuwde kroonlijst.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1898, Modern Archief 20.334, dossier 1023.
  • AERTS W., Emiel Van Averbeke (1876-1946). Stadshoofdbouwmeester. Zijn bijdrage tot de moderne bouwkunst te Antwerpen , onuitgegeven licentiaatsverhandeling R.U.G., 1977, p. 12.
  • VANHOVE B., De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede , onuitgegeven licentiaatsverhandeling R.U.G., 1978, p. 75.
  • VELDEMAN M., Art Nouveau-architectuur in Groot-Antwerpen<:em>, in Gazet van Antwerpen, 12 september 1986, p. 26.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7453 (geraadpleegd op ).