Teksten van Burgerhuis in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7455

Burgerhuis in art-nouveaustijl ()

Historiek en context

Burgerhuis in art-nouveaustijl, onderdeel van een geheel van vijf aanpalende woningen (nummers 36-44), naar een ontwerp door de architect Emile Thielens uit 1901. Opdrachtgever was mevrouw Albert Thys-Van den Wouwer, echtgenote in tweede huwelijk van Albert Thys (Antwerpen, 1840-Antwerpen, 1913), bankier en voorzitter van de Société Royale de Zoologie d’Anvers. Het betreft Maria Sophia Francisca Elisa Van den Wouwer (°Antwerpen, 1848), weduwe van Auguste Gossen, die in 1899 in het huwelijk was getreden met Albert Thys. Zij had in 1898 door Thielens al een geheel van drie burgerhuizen (nummers 30-34) laten bouwen op de aanpalende percelen. Het grondstuk voor beide vastgoedprojecten was oorspronkelijk eigendom van Auguste Gossen, die de Peter Benoitstraat liet doortrekken, en in 1894 en 1896 zelf al twee vastgoedprojecten had opgezet naar ontwerpen van Thielens. De bankier Edouard Thys, zoon van Albert Thys uit diens eerste huwelijk en stiefzoon van Maria Van den Wouwer, gaf Thielens in 1906 opdracht voor het ontwerp van de Banque de Reports, de Fonds Publics et de Dépôts aan de Meir, één van zijn meest imposante realisaties.

Uiteenlopend van typologie en vormgeving, levert het ensemble Thys-Van den Wouwer een staalkaart van de historiserende en eigentijdse bouwstijlen die de architect tijdens de late fase van zijn loopbaan beheerste. Twee panden in art-nouveaustijl (nummer38 en nummer 40) worden geflankeerd door panden in neo-Franserenaissance-stijl (nummer 36) en in klassiek geïnspireerde eclectische stijl (nummer 42), met als afsluiter een hoekpand in neo-Vlaamserenaissance-stijl (nummer 44).

Het vastgoedproject Thys-Van den Wouwer behoort tot het latere oeuvre van Emile Thielens, die actief was tot zijn overlijden in 1911. Hij vestigde zich pas omstreeks 1890 als zelfstandig architect, na jarenlang in dienst te hebben gewerkt van de architecten Louis en François Baeckelmans, en vervolgens van Jules Bilmeyer en Joseph Van Riel. Vooral gekend voor zijn veelal pittoreske gebouwen van de Antwerpse Zoo, zette Thielens kort vóór 1900 voorzichtige stappen richting art nouveau, om tijdens zijn laatste levensjaren terug te grijpen naar een klassieke beaux-artsstijl. Tussen 1894 en 1901 bracht de architect in de Peter Benoitstraat en de Van Schoonbekestraat een ensemble van in totaal veertien burgerhuizen tot stand, waarvan er nog negen bewaard zijn.

Architectuur

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een gemansardeerd zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door rode baksteen voor borstweringen en waterlijsten. Roze breuksteen (grès de la Gileppe) is gebruikt voor de pui, en blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint, platten banden, de puilijst, speklagen, het balkon, vensterposten, kraagstenen, lateien, lekdrempels, dekstenen en topstukken. Horizontaal geleed door de puilijst, met een sokkelvormende pui, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Gemarkeerd door het balkon met consoles, postamenten en smeedijzeren borstwering, brede raampartijen, twee- en drielichten, loopt dit laatste door in een dakvenster met puntgevel, postamenten op kraagstenen en bewerkte topstukken als bekroning. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige en rondboogopeningen. Kleurrijke mozaïekpanelen met een voorstelling van gebukte en knielende figuren die rozenstruiken snoeien, accentueren de borstwering van de tweede verdieping. Portaal met middenkalf, bovenlicht en driehoekig fronton. Een houten kroonlijst op consoles en boogfries vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de fraaie inkomdeur en puivensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk van souterrain en begane grond.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1901#426.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 75.
  • Informatie over Maria Van den Wouwer verkregen van M. Windey (3 maart 2017).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195134 (geraadpleegd op ).


Art-nouveau-huis ()

Enkelhuis van twee traveeën en drie verdiepingen in art nouveau, samen met nummer 40 gebouwd naar ontwerp van E. Thielens, van 1901. Bakstenen gevel met bredere, uitspringende, hoger opgaande en driehoekig afgesloten linker travee met balkon op bel-etage. Smallere en lagere ingangstravee met rondboogfries. Borstwering met mozaïekpanelen. Rechthoekige en (gekoppelde) rondboogvensters, betraliede keldervensters en venster op begane grond. Rechthoekige deur onder rechthoekig bovenlicht; fraai bewerkte houten vleugeldeur.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1901#426.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 75.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7455 (geraadpleegd op ).