Bakstenen gebouwencomplex onder aaneengesloten zadeldaken (Vlaamse pannen) gelegen aan de Dijle. Overblijfsel van de achterbouw van het Onze-Lieve-Vrouwegasthuis, Onze-Lieve-Vrouwestraat, gesticht aan het einde van de 12de eeuw en afgebroken in het derde kwart van de 19de eeuw. Heden werkplaats van de brouwerij Lamot.
Volgens aquarel van J.B. De Noter (uit de eerste helft van de 19de eeuw): twee haakse gebouwen met blinde muren; aan 't Plein: links rechthoekige poort gevat in een rondboog en ernaast Onze-Lieve-Vrouwebeeld onder baldakijn. Behouden constructie doch verhoogd met één bouwlaag (uit het einde van de 19de eeuw), duidelijk zichtbaar door zandstenen steigergaten en bouwnaad. Behouden poorttravee afgelijnd door lisenen. Verlaagde poort onder I-balk; bewaarde rondboog met verweerde imposten en sluitsteen. Verder toegevoegde rechthoekige vensters, op begane grond onder I-balk; laadvenster. Gevel aan de Dijlekant eveneens verhoogd.
Grijsgeschilderde bak- en zandstenen achtergevels van respectievelijk twee en vijf traveeën onder steil zadeldak, gemarkeerd door gedichte rondboogarcade in verdiepte muurvlakken en twee 19de-eeuwse bijgebouwtjes.
STADSARCHIEF MECHELEN, De Noter J.B., nummer 318.
Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent. Auteurs: Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)