Diephuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder afgesnuit zadeldak (kunstleien), heden twee woningen.

Rococolijstgevel uit het midden of het derde kwart van de 18de eeuw; arduinen parement, bepleisterd en beschilderd op de bovenverdieping en bij nummer 14. Horizontale geledingen aangegeven door puilijst, kordon en entablement. Getoogde vensters in een geprofileerde omlijsting met rocaillesleutel. In de uiterste travee van de bel-etage: schouderboogvormige deurvensters in een geprofileerde omlijsting met schelpsluitsteen en gebogen druiplijst; latere gietijzeren balkonhekken.

Borstweringen verfraaid met casementen met uitgeronde hoeken; brede centrale rocococartouche op bel-etage. Licht vooruitspringende linkse deurtravee met getoogde deur, eertijds venster (zie bouwaanvraag 1880), in een geprofileerde omlijsting verfraaid met acanthusbladsleutel onder druiplijst tevens gebruikt als balkonplaat. De oorspronkelijke schouderboogdeur in een uitgewerkte omlijsting bevond zich uiterst rechts. Entablement voorzien van kordon, steigergatvullingen en cassettenversiering onder de kroonlijst.