Neoclassicistische rijwoningen uit het derde kwart van de 19de eeuw, die tot de oudste nog bewaarde bebouwing van de Provinciestraat behoren.
Nummer 22
Winkelhuis volgens de bouwaanvraag uit 1870 opgetrokken door de timmerman Alex Van Aerde, samen met de drie rechts aanpalende burgerhuizen nummers 16-20 (verbouwd of gesloopt). Hij had in 1864 zijn eigen woning met atelier gebouwd op het aanpalende perceel nummer 24. Met een gevelbreedte van twee traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen en een mezzanine, oorspronkelijk onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een klassiek houten winkelpui met zijportaal, pilasters, entablement en een hardstenen plint. Van de vitrine liet J. Verheyen in 1926 de dorpel verlagen. Getoogde bovenvensters in geriemde omlijsting met oren op cordonvormende lekdrempels. Gemarkeerd door de architraaf wordt de mezzanine geopend door liggende rechthoekige vensters en afgewerkt door een vernieuwde kroonlijst. Gietijzeren voetschraper.
Nummer 38
Burgerhuis opgetrokken in opdracht van mevrouw Van den Broeck, naar een ontwerp door de aannemers Joannes Franciscus Scheepers en Eduard Scheepers uit 1864. Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning twee en een halve bouwlaag onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met enkelhuisopstand rust op een vernieuwde plint uit blauwe hardsteen. Regelmatig ordonnantieschema opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken en geprofileerde dagkanten. De bovenvensters worden geaccentueerd door geriemde vensteromlijstingen, cordonvormende lekdrempels met onderliggend profiel en smeedijzeren parapetten. Op de halve bovenste verdieping zijn de liggende rechthoekige vensters met geriemde omlijstingen gevat tussen bewerkte voluutconsoles in Louis-Philippestijl. Zij dragen de houten kroonlijst met tandlijst.