Tuinwijk naar ontwerp van (Alfons) De Pauw, waarvan enkel de eerste fase van 33 woningen gerealiseerd werd door de sociale huisvestingsmaatschappij Eigen Heerd is Goud Weerd in 1923.
Bouwgeschiedenis en situering
Onmiddellijk na haar stichting in 1922 liet de Brugse sociale huisvestingsmaatschappij Eigen Heerd is Goud Weerd architect De Pauw (waarschijnlijk Alfons) plannen opmaken voor een tuinwijk van 99 woningen aan de Gistelsesteenweg en de Molenstraat. De eerste fase van 33 woningen werd in 1923 gerealiseerd door de Brusselse firma Van Velthem & Lindekens maar omdat deze huizen niet verkocht raakten, werden de overige twee fasen nooit uitgevoerd. In plaats daarvan werden in 1952 wel acht bejaardenwoningen gebouwd. In 1980 renoveerde de maatschappij haar drie overblijvende woningen naar plannen van architect Ivan De Coster.
Typering en beschrijving
De aanleg van deze wijk volgt de Franse, puur vormelijke interpretatie van de tuinwijk (zoals uiteengezet door Benoit-Lévy in zijn publicatie La Cité Jardin uit 1904) en bestaat uit gekoppelde woningen (en één driewoonst) van één bouwlaag op grote, groene percelen (cité pavillionnaire), aan de straatzijde veelal afgesloten met een haag. De opbouw van de koppelwoningen is heel gevarieerd door de toepassing van één centrale puntgevel of twee laterale, in combinatie met verschillende vormen van dakkapellen. De architecturale vormgeving is historiserend getint door de toepassing van de bakstenen puntgevels, muurvlechtingen, muuropeningen in rondboognissen en typerend schrijnwerk (zelden bewaard).
Evaluatie
Dit geheel heeft een stedenbouwkundige en architecturale waarde als een representatief voorbeeld van de toepassing van de tuinwijkgedachte in Vlaanderen (type cité pavillionnaire). Erfgoedelementen die hiertoe bijdragen zijn de perceelstructuur, de overgangen tussen publieke en private ruimte (met lage bakstenen muurtjes en hagen afgezette voortuinen) en de historische getinte architectuur (die echter reeds sterk individueel verbouwd is)
- GEVAERT C. 1986: De tuinwijk, Kroniek van Sint-Andries 52, 1-3.
- GILTÉ S. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking VAN VANWALLEGHEM A. & DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Sint-Andries, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL19, onuitgegeven werkdocumenten.
- L’Habitation à Bon Marché 1923, 3, 61; 7, 170; 1939, 9, titelpagina.
- VANCOPPENOLLE E. 2006: Eigen Heerd is Goud Weerd Sint-Andries. Sociale Bouwmaatschappij 8 augustus 1922 – 19 september 1996, Brugge, 6-8.