Woning gebouwd ca. 1900 met aanpassingen in het eerste kwart van de 20ste eeuw. Het huidige uitzicht van het pand is fasegewijs tot stand gekomen. In 1919 wordt in opdracht van de toenmalige eigenaar J. Augustijn een bouwaanvraag ingediend voor het vergroten van twee vensters en het plaatsen van een loggia op de eerste verdieping. In 1920 werd de toen nog vrij sobere gevel aangepast volgens de toen heersende modeverschijnselen. Het pand, met oorspronkelijk een sobere bakstenen lijstgevel werd volgens de bouwaanvraag van 1920 voorzien van een nieuw gevelparement bestaande uit “plaquettes en faiënce en couleurs crême et orange, et d’y placer un paneau portant le nom du villa La Paix”. De opdrachtgever was de heer J. Augustijn. Volgens de huidige eigenaar zou dit een architect zijn geweest, vermoedelijk had hij zijn atelier in de tuin.

Hoofdvolume

Breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een pannen gemansardeerd zadeldak. Het dak is voorzien van twee dakkapellen. De lijstgevel is bezet met faiencetegels in combinatie met tegeltableaus. Het materiaal is afkomstig van de firma Helman uit Sint-Agatha-Berchem/Brussel.

Het parement is crèmekleurig in combinatie met accenten van oranje o.m. voor het benadrukken van de muuropeningen. De arduinen plint is opengewerkt met segmentboogvormige betraliede kelderopeningen. De gevel is opengewerkt met segmentboogvormige muuropeningen in een omlijsting van oranje faiencetegels. Op borstwering van de beneden vensters en links en rechts van de houten erkeruitbouw op de verdieping. Licht vooruitspringende rechtertravee voorzien van sierlijke gietijzeren, gebuikte balkonleuning op de verdieping. Het balkon is voorzien van arduinen zware S-vormige consolestenen. De linkertravee wordt bepaald door houten (vernieuwde) erkeruitbouw. De vensteropeningen zijn voorzien van behouden sierlijk schrijnwerk.

Interieur

Achter de rijk uitgewerkte gevel gaat een vrij sober interieur schuil. De interieuraankleding beperkt zich tot de inkomhal en de enfilade van salons op de verhoogde begane grond. Behouden eenvoudige trap. De salons bewaren eenvoudig lijstwerk tegen de plafonds. Eenvoudige marmeren schouwen. De huidige keuken wordt verlicht door een glas in loodraam gesigneerd “C. Annys-Dhont/ Brugge”.

Bijgebouw

Achteraan het perceel bevindt zich een bijgebouw. Vermoedelijk deed dit gebouw mogelijk dienst als een atelier van de bouwheer/architect J. Augustijn.

Het is een volume van drie bouwlagen hoog en drie traveeën breed onder een gemansardeerd zadeldak. De gevel is voorzien van een parement van witgeglazuurde baksteen in combinatie met groen geglazuurde baksteen voor de horizontale belijning van de gevel ter hoogte van de bovendorpels van de benedenvensters en de vensters op de tweede bouwlaag. De gevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen. Op de bovenste verdieping voorzien van een driezijdige erkeruitbouw aansluitend bij een beglaasde galerij, die vermoedelijk dienst deed als atelier van de bouwheer/architect J. Augustijn. De galerij wordt afgelijnd met een kroonlijst op klossen. De erkeruitbouw is voorzien van sierlijk schrijnwerk.