Imposant eclectisch herenhuis van 1912 naar ontwerp van architect Jules Heyneman (Uitkerke). Het pand is gedateerd door middel van een jaartal in de geveltop. Volgens de bouwvergunning van 1911 was de woning oorspronkelijk voorzien van een afgesloten voortuin met sierlijk smeedijzeren hekwerk.

Oorspronkelijk was de woning ingeplant op een perceel dat doorliep tot in de achterliggende Diksmuidse Heerweg. Aan de Diksmuidse Heerweg bevond zich het voormalig koetshuis, dat werd afgebroken circa 2005. Deze lage verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak werd gemarkeerd door een symmetrische opbouw waarbij de uiterste traveeën van twee bouwlagen voorzien waren van een trapgevel en in het midden was het dak voorzien van een dakvenster met puntgevel.

Voorgevel

Breedhuis met dubbelhuisopstand van twee bouwlagen onder een pannen zadeldak. Vier traveeën op de begane grond en drie traveeën op de verdieping.

De gevel is voorzien van een gevelparement van gele sierbaksteen in combinatie met arduin en rode baksteen voor onder meer het benadrukken van de muuropeningen, de ornamentiek en de horizontale belijning. De gevel wordt sterk horizontaal belijnd door middel van de arduinen plint, de banden van rode sierbaksteen en arduin ter hoogte van de onderdorpels, de tussendorpels en de bovendorpels. Bovenaan is de gevel afgelijnd door een rijk uitgewerkte kroonlijst, ter hoogte van de twee rechtertraveeën. De kroonlijst is opgebouwd uit lang uitgerekte modillons waartussen vierkante vensteropeningen.

Verticale belijning van de gevel door middel van risalieten. Hoger opgetrokken linker risaliet voorzien van een typerende geveltop met een arduinen topstuk uitgewerkt, bestaande uit een gebogen frontonbekroning, volutevormige klauwstukken en een schelpmotief in het boogveld. De schouderstukken van de geveltop zijn voorzien van een vaasornament. Centraal is de geveltop voorzien van een arduinen jaarsteen.

De linker risaliet is op de verhoogde begane grond opengewerkt met twee rechthoekige vensteropeningen met afgeronde bovenhoeken en een geprofileerde arduinen bovendorpel. Centrale trapezoïdale arduinen sluitsteen. Op de verdieping een vrij eenvoudige houten erkeruitbouw. Volgens de bouwvergunning van 1911 was de erker rijker uitgewerkt. Van de oorspronkelijke erkeruitbouw is enkel de lang uitgerekte arduinen modillon bewaard gebleven. Boven de erker prijkt een drieledig opgebouwd topvenster met arduinen stijlen voorzien van halfzuilen. De geprofileerde bovendorpels zijn van arduin.

De centrale deurtravee van één travee breed wordt bovenaan bekroond door een fries met gesculpteerde hermesfiguur geflankeerd door acanthusbladeren. Vleugeldeur met behouden schrijnwerk waarboven een tweelicht met arduinen geprofileerde bovendorpel en uitgewerkte sluitsteen. Op de verdieping een rondboogvenster met geprofileerde waterlijst en sluitsteen. De rechtertravee is op de begane grond opengewerkt met een gelijkaardig venster als de linkertraveeën. Op de verdieping een balkonvenster voorzien van een arduinen balusterleuning.

Achtergevel

Oranjerode bakstenen lijstgevel in combinatie met gele baksteen voor de horizontale belijning van de gevel ter hoogte van de onder-, de tussen- en de bovendorpels. De gevel is opengewerkt met enerzijds rechthoekige muuropeningen voorzien van een metalen I-balk met bloemmotief. Anderzijds rechthoekige muuropeningen met geelbakstenen strekken. Op de verdieping een deurvenster met balkon met smeedijzeren gebuikte sierlijke leuning. Het balkon rust op zware S-vormige consolestenen. Het schrijnwerk werd gemaakt naar oud model. Hierbij werd het oorspronkelijk sluitwerk opnieuw gebruikt.

Tuin

Voor de tuinmuur wordt hetzelfde materiaal gebruikt namelijk rode baksteen gecombineerd met gele baksteen voor de horizontale belijning van de muur. Het terras met vernieuwde tegels is voorzien van een behouden balusterleuning en vaasornamenten.

Interieur

Achter de rijk uitgewerkte gevel gaat een fraai aangekleed interieur schuil. Het is een typerende plattegrond met centrale inkom en gang die doorloopt van voor naar achter. De inkom is voorzien van een marmeren vloer (beige en witte marmer) en voorzien van lijstwerk aan het plafond, ter hoogte van de trap en de doorgang naar links bevinden zich consolestenen voorzien van onder meer guirlandes opgehangen aan strikmotieven. Links van de inkom enfilade van salons. Toegankelijk via een dubbele deur met bewaard hang- en sluitwerk. Het eerste salon is voorzien van een witmarmeren schouw. Het plafond is centraal voorzien van een mooi uitgewerkte rozet. Het tweede salon is toegankelijk via een dubbele deur met kleine roedeverdeling. De wanden zijn voorzien van een lambrisering. Het plafond is verfraaid door lijstwerk en een centraal rozet met bloemenmotieven en bladwerk. De verdieping is toegankelijk via een rechte trap met ter hoogte van de bordes een mooi glas-in-loodraam met voorstelling van een pauw, bloem- en bladmotieven, ingewerkt in een deur. De ruimte achter de deur is voorzien van faiencetegels. Volgens het oorspronkelijk plan was hier een toilet voorzien. Op de verdieping behouden plafonds met lijstwerk en marmeren schouwen.

• Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 25/1911.

• BERTEN J. 1998: Merkwaardige huizen, Gistelse Steenweg 165,Kroniek van Sint-Andries 99, 33-34.
• GILTÉ S. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van VANWALLEGHEM A. & DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Sint-Andries, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL19, onuitgegeven werkdocumenten.