Ensemble burgerhuizen en een winkelhuis in eclectische stijl, op de hoek van Regentstraat en Wetstraat. Het pand Regentstraat 13 werd gebouwd in opdracht van Jos. Van Loo naar een ontwerp door de architecten Emile en Modest Van Nieuwerburgh uit 1910. De panden Regentstraat 17, Regentstraat 21-29 en Wetstraat 48 vormen een geheel van oorspronkelijk acht woningen, dat in drie fasen voor eigen rekening werd opgetrokken door de architect François Van Rompaey (gevelinscriptie Regentstraat 21), naar ontwerpen uit 1909 en 1910.
Emile Van Nieuwerburgh was in Antwerpen actief minstens vanaf 1873, tot de overdracht van zijn praktijk aan zoon Modest Van Nieuwerburgh omstreeks 1905. Waar het gekende oeuvre van Emile vasthield aan het conventionele neoclassicisme, paste Modest vóór de Eerste Wereldoorlog zowel het eclecticisme als de art nouveau toe. Zijn laatst gekende bouwproject in Antwerpen dateert uit 1914, na de Eerste Wereldoorlog was hij in Aarschot gevestigd.
François Van Rompaey, die zich omstreeks 1905 als architect vestigde, was al vroeg in zijn loopbaan actief als bouwpromotor. Vóór de Eerste Wereldoorlog bouwde hij talrijke burgerhuizen zowel in neoclassicistische of beaux-artsstijl als in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, gekenmerkt door een polychroom baksteenparement. Tot zijn belangrijkste realisaties uit deze periode behoren de neogotische Sint-Jozefskerk en Heilig Hartkerk in Hoboken en het Gemeentehuis van Hemiksem.
Rijwoning van het bel-etagetype, drie traveeën breed en vier bouwlagen hoog onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, geaccentueerd door gele baksteen voor de lisenen en boogfries en groen geglazuurde baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen en friezen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, deuromlijsting en lekdrempels, witte natuursteen voor consoles, kraag- en sluitstenen. De bovenbouw, waarvan de traveeënindeling wordt geaccentueerd door kolossale lisenen en een boogfries met sgraffito’s, rust op een gedrukte, sokkelvormende pui. Het inkomportaal omlijst door pilasters en een entablement, wordt geflankeerd door een zijlicht; de oorspronkelijke magazijnpoort met zijlicht werd in 1920 verbreed tot garagepoort onder een ijzeren I-balk met rozetten. Axiaal van opzet, wordt de bovenbouw op de tweede verdieping gemarkeerd door een gebogen balkon met bewerkte mascaronconsoles en een gebuikte gietijzeren borstwering, en op de derde door eenzelfde Frans balkon dat rust op de onderliggende sluitsteen. Verder getoogde bovenvensters met doorgetrokken of individuele lekdrempels, sluitstenen en sgraffito’s op de onderdorpel van de topgeleding. Friezen met geometrische patronen sieren de borstweringen van de bel-etage en tweede verdieping. Een bewerkte houten kroonlijst op uitgelengde modillons vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkomdeur en garagepoort met siersmeedwerk.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond opslagruimte, de keuken en het pomphuis annex wc. De bel-etage biedt ruimte aan de enfilade van salon, eetkamer, veranda met bovenlicht en overdekt terras, geflankeerd door een kantoor en badkamer aan weerszij van de traphal. Op de tweede en derde verdieping bevinden zich telkens drie kamers, een ‘kabinet’ en wc, onder het dak twee mansardes en een zolder.
Het vastgoedproject telde oorspronkelijk zeven burgerhuizen van een gelijkaardig type en een winkelhuis op de hoek van Regentstraat en Wetstraat. Dit laatste (Regentstraat 29) kwam samen met de drie flankerende panden (Regentstraat 25-27 en Wetstraat 48) in 1909 als eerste tot stand, nog datzelfde jaar gevolgd door twee panden (Regentstraat 21-23), en in 1910 door de twee laatste panden (Regentstraat 15-17), waarvan het linker volledig is verbouwd en het rechter ingrijpend aangepast.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke tot drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen, al of niet met een souterrain, onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen) of een pseudo-mansarde (leien). Van Regentstraat 21 is de pseudo-mansarde vervangen door een extra bouwlaag, van Wetstraat 48 is het zadeldak vervangen door een pseudo-mansarde. De lijstgevels hebben een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door blauw of bruin geglazuurde baksteen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, witte natuursteen voor waterlijsten, balkons, vensterposten, sluitstenen, lateien, entablementen, balustraden en onderdorpels. Wetstraat 48, in de gevel gedateerd "ANNO 1909", onderscheidt zich door een volledig natuurstenen parement vanaf een hoge hardstenen plint. Horizontaal geleed door de puilijst en asymmetrisch van opzet, legt de compositie telkens de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat op de eerste verdieping wordt geaccentueerd door een balkon met consoles en doorgetrokken balustrade. Regentstraat 21 wijkt af door een axiaal opzet met balkons in de middenas en een boogveld, Wetstraat 48 door een houten erker waarop een ijzeren balkonborstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van overwegend rechthoekige, getoogde en in de topgeleding doorgaans rondbogige muuropeningen. Het gevarieerde geveldecor bestaat uit sluitstenen, mascarons of leeuwenkoppen, entablementen op consoles, booglijsten en onderdorpels. De sgraffito’s die de boogvelden van sommige panden sierden zijn verdwenen. Een houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Waar het merendeel van de panden wordt ontsierd door kleine aanpassingen en vernieuwd schrijnwerk, is het van oorsprong rijker gedecoreerde Wetstraat 48 vrijwel intact, inclusief het schrijn- en smeedwerk.
Het afgeschuinde hoekhuis met een gevelbreedte van vijf traveeën, drie bouwlagen en een pseudo-mansarde (leien), beantwoordt in vereenvoudigde uitvoering aan dezelfde karakteristieken. Geel baksteenparement met groen geglazuurde accenten op een hardstenen plint. Drie gekoppelde rondbogen met bewerkte imposten en mascaronsleutels vormen de winkelpui, en rondbogige spaarvelden ritmeren de bovenbouw. De borstweringen en boogvelden zijn gecementeerd, met verlies van het guirlandedecor; de kroonlijst en dakkapellen zijn vernieuwd, evenals het schrijnwerk.
De plattegronden van Regentstraat 21, 23 25, 27 en Wetstraat 48 beantwoorden aan het klassieke type burgerhuis, al of niet met souterrain of een achterbouw in entresol, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Een enfilade van salon, eetkamer en al of niet een veranda beslaat de begane grond, met de keuken in het souterrain of de achterbouw. In het verder gelijkaardige Regentstraat 17, is een doorgang geïntegreerd naar een achterliggend atelier. Het hoekhuis Regentstraat 29, ontsloten door een centraal ingeplante traphal, omvat gelijkvloers een winkel en keuken. De plattegronden van de bovenverdiepingen ontbreken in het bouwdossier.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Ensemble burgerhuizen en winkelhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313750 (geraadpleegd op ).
Enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen op verhoogde begane grond in eclectische stijl van eerste kwart 20ste eeuw, nummer 17 gedateerd 1910, nummer 25 van 1909; nummer 21 gesigneerd F. Van Rompaey.
Gele bakstenen lijstgevels op arduinen onderbouw, doorgaans met garage. Rechthoekige en boogvormige muuropeningen in omlijsting van afstekende gekleurde baksteen of natuursteen. Centraal balkon. Nummers 13 en 21 met beschilderde panelen, nummer 17 met mozaïek.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Ensemble burgerhuizen en winkelhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7499 (geraadpleegd op ).