Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van F. Leysen, naar een ontwerp door Constant Simons uit 1910. Deze aannemer was in Antwerpen vermoedelijk actief van begin jaren 1900 tot begin jaren 1930. Mogelijk ging het om de ingrijpende verbouwing van een bestaande woning, met een volledig nieuw gevelfront. Bij de uitvoering werd afgeweken van de bouwplannen door het toevoegen van een mezzanine. De oorspronkelijke balkonborstwering en de bekronende attiekbalustrade, nog geregistreerd in 1981, zijn sindsdien verwijderd.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen en een mezzanine onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met een verzorgd decor ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl, op een plint uit blauwe hardsteen. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op de twee rechter traveeën, die als risaliet zijn uitgewerkt. Daarvan wordt de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met stafwerkconsoles en een golfmeander op de rand, een breed rechthoekig venster omlijst door pilasters en een gestrekt entablement, een meanderfries op imposthoogte en een guirlandefries als bekroning. De cartouchesleutel met draperie draagt de initiaal “L” van bouwheer Leysen. Vandaag vernieuwd, was de oorspronkelijk smeedijzeren borstwering met een centraal medaillon gevat tussen bewerkte natuurstenen postamenten waarop siervazen. Verder rechthoekige muuropeningen op de begane grond, de inkomdeur gevat in een omlijsting met fascespatroon, rozetimposten en chutes. Het spiegelboogvenster in de linker travee draagt een lauwerkrans en gekruiste palmen op de borstwering, en een guirlandemedaillon boven de latei. Gemarkeerd door de architraaf met eierlijst, doorbreken liggende ovale vensters de mezzanine, met een strik en chutes als omlijsting. De gekorniste houten kroonlijst met tandlijst, werd oorspronkelijk bekroond door een met entrelacs geajoureerde attiekbalustrade waarop siervazen. Van het houten schrijnwerk zijn de rijk bewerkte inkomdeur en de guillotineramen van de begane grond bewaard, beide met typische roeden in het bovenlicht, evenals de mezzaninevensters met kleine roedeverdeling.

Enkelhuis met ongelijke travee-indeling en twee bouwlagen met mezzanino; neo-Lodewijk XVI-stijl, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Lijstgevel met parement van natuursteen.

Balkon met meandermotief op balkonplaat, typische ijzeren leuning, hoekpostamenten met siervaas. Fries van guirlandes onder ellipsvormige oeils-de-boeuf, houten kroonlijst met tandlijst, attiek met vlechtwerk. Bel-etage met spiegelboog- en rechthoekig venster, laatstgenoemde in entablement.