Teksten van Abdijhoeve Hof ter Biest

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75282

Abdijhoeve Hof ter Biest ()

Restant van de eertijds (semi?-)gesloten abdijhoeve, genaamd "Hof ter Biest", met een huidige bebouwing die opklimt tot de 17de en 18de eeuw. Gelegen aan de drukke Wolvertemsesteenweg op een dalend terrein en op een aangrenzende weide na volledig ingesloten door bebouwing. De hoeve ontleent haar naam aan het gehucht Biesthoek, dat verwijst naar de gelijknamige vegetatie.

De Biesthoeve en haar onmiddellijke omgeving werden beschermd als dorpsgezicht bij Ministerieel Besluit van 9 juli 1980.

Het pachthof, reeds in 1284 vermeld als abdijbezit, werd vanaf 1646 vernieuwd door abt Christoffel Outers (1574-1647) en opgetrokken uit lokaal gewonnen witte natuursteen en ter plaatse gebakken baksteen. Het betrof een (semi?-)gesloten hoeve, grotendeels omgeven door een boomgaard (zie kaartboek van de abdij, 1699 en Ferrariskaart, 1771-1778). In 1740 werd het woonhuis uitgebreid en een nieuwe stal gebouwd, zie gevelsteen. Op het einde van de 18de eeuw werd de hoeve door de Fransen geconfisqueerd en openbaar verkocht. Door de aanleg van de Wolvertemsesteenweg (1820 en 1825) dwars door de hoeve werden een deel van de bedrijfsgebouwen gesloopt en bleven alleen de zuidelijk gelegen volumes en een deel van het gekasseide erf gespaard (zie Primitief plan 1821). Op dit zelfde plan ligt er aan de achterzijde van het hof een grote poel waarachter het bakhuis. De hoeve die nu aan een drukke verbindingsweg kwam te liggen werd vermoedelijk in die tijd tot afspanning verbouwd, zie de twee traveeën rechts van de deur. Het kleine dwarsvolume aan de achterzijde van het woonhuis werd vóór 1913 gebouwd, zie kadasterschets. Vóór het parement van het boerenhuis in het derde kwart van de 20ste eeuw werd vernieuwd zag het er als volgt uit: een bepleisterd en/of witgeschilderd boerenhuis met enkelhuisopstand onder een pannen dak, op het gelijkvloers voorzien van twee rechthoekige vensters zonder stenen kruisen en een rechthoekige deur, op de verdieping één bolkozijn met cordonvormende dorpel (zie foto eigenares). In 1986 kadastrale optekening van de hangar.

Grotendeels met natuursteen verhard erf; ten zuiden de langgestrekte hoeve, bestaande uit een boerenhuis van 1647 met een aanpalend lager volume van 1740 waarbij de eerste twee traveeën een uitbreiding van de woning betreffen en de overige stallen. De stal werd in de 19de eeuw gedeeltelijk tot schuur verbouwd. Ten westen een kleine vierkante stal mogelijk opklimmend tot de 18de eeuw, achteraan uitgebreid met een hangar van circa 1986.

Boerenhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl van vijf traveeën (zie muurankers achtergevel) en twee bouwlagen onder een steil, mank zadeldak (kunstleien) gevat tussen trapgevels, nok parallel aan de straat. Volledig onderkelderde en verankerde baksteenbouw met gebruik van zandige kalksteen voor de afgeschuinde plint; hoekkettingen; muurbanden, sommige met waterlijst; venster- en deuromlijsting. Vernieuwde voorgevel met enkelhuisopstand uit het derde kwart van de 20ste eeuw; op de begane grond geopend in drie, op de verdieping in twee traveeën. Kruisvensters, bolkozijnen en deuromlijsting in simili-natuursteen. De oorspronkelijke jaarsteen "1647" werd gerecupereerd en verwerkt in de korfboogvormige deuromlijsting met oculus. Sterk verweerde achtergevel van één bouwlaag met behouden getraliede en voormalig beluikte smalle venstertjes met negblokken onder getoogd ontlastingsboogje en een fraai kwarthol geprofileerd bolkozijn met een zuiltje als tussenstijl onder een dubbele ontlastingsboog. Rechthoekige deuromlijsting met kwartholprofileerde negblokken en latei-consooltjes onder een getoogde ontlastingsboog; opgeklampte deur met behouden hang- en sluitwerk. De deur is verborgen achter een latere haakse aanbouw. Westelijke zijtrapgevel van 9 treden en een topstuk, de trappen aan de achterzijde werden in 1740 grotendeels verwijderd maar de console van schouderstuk bleef bewaard. Gedesaxeerde oostelijke zijtrapgevel, aan de voorzijde 10 treden, aan de achterzijde 17 treden en een topstuk, voorzien van een beluikt en getralied kruisvenster met uitspringende latei en kalf, een bolkozijn, twee kleinere venstertjes met negblokken en juist boven de plint een mozegat. Top met gecementeerde aflijning. Links een kleine verzorgde uitbouw op een afgeschuinde zandstenen sokkel met dito hoekkettingen onder een pannen lessenaarsdakje, mogelijk een secreet.

Interieur. Volledig onderkelderd woonhuis met verschillende ruimten onder tongewelven bereikbaar via een natuurstenen trap en rechthoekige kwarthol geprofileerde deuromlijsting met opgeklampte deur. Grote ruime kamers aan de voorzijde, smalle ruimten aan de achtergevel (gevolg van een verbreding van het volume?). Zowel op het gelijkvloers als op de verdieping behoud van de oorspronkelijke balkconstructies: moerbalken op sterk uitgelengde geprofileerde balksloffen op kalkzandstenen consooltjes. Brede gang: oorspronkelijk met houten spiltrap naast de deur, verwijderd op de begane grond maar nog intact op de verdieping; cementtegelvloer en sporen van een rondboogpoort in de binnenmuur die een kleine achterliggende circulatieruimte afscheid. Hierin werd de spiltrap deels gerecupereerd en gecombineerd met een steektrap en bevindt zich ook de achterdeur met latei- consooltjes in de as van de voordeur. In de kamer links van de gang werd de schouw verwijderd. De meest oostelijke ruimte bezit nog de rode gebakken tegelvloer; bepleisterde kinderbalken en een 17de-eeuwse schouw met geprofileerde kalkzandstenen schouwwangen en sporen van een dito schouwbalk. Op de verdieping prachtig bewaarde -later omtimmerde- spiltrap: opgebouwd uit een achthoekige spil, ingepende en met oortjes versierde treden en een eenvoudige smalle trappaal met peervormige bekroning. Trap naar de zolder gedeeltelijk afgesloten door een opgeklampte deur met behouden hang- en sluitwerk. Bewaard gebint.

Aanpalende woon- en stalvleugel van twee plus vijf traveeën en anderhalve bouwlaag onder een licht geknikt kunstleien zadeldak met rechter aandak en topstuk, door middel van een gevelsteen "ANNO/1740" gedateerd. Witgekalkte verankerde bakstenen lijstgevel op een grijs geschilderde breukstenen plint met kalkzandstenen venster- en deuromlijstingen.

De eerste twee onderkelderde traveeën betreffen een uitbreiding van het woonhuis en werden in de 19de eeuw ingericht als afspanning. Aan de voorzijde voorzien van beluikte, rechthoekige vensteromlijstingen met behouden negblokken en arduinen dorpels en aan de achtergevel van keldervenster met kwartholprofiel en twee getraliede kloostervensters met uitspringende latei en kalf.

Stalgedeelte met vier rondboogdeuren in een vlakke kalkzandstenen omlijsting, waarvan één gedeeltelijk gedicht, twee laadvensters en een recentere schuurpoort onder houten latei. Groen en wit geschilderde houten opgeklampte deuren. Achtergevel op een hoge plint, smalle verluchtingsgaten met een natuurstenen omlijsting en enkele recente vensters en een deur onder houten lateien. Lage latere aanbouw onder pannen lessenaarsdak naar verluidt met verwerking van een haardbalk uit het woonhuis, zie afwerking met biljoenen. Oostelijke zijtuitgevel met schouderstukken afgedekt met geprofileerde dekstenen in kalkzandsteen, top met gecementeerde aflijning en een drietal verluchtingsgaten.

Interieur woongedeelte: 19de-eeuwse neorenaissance schouw in zwarte en witte marmer met een ijzeren kachel.

Ten westen van het erf 18de-eeuwse stal, nagenoeg vierkantig gewit bakstenen volume op een gecementeerde afgeschuinde breukstenen sokkel onder een kunstleien zadeldak, nok parallel aan de straat. Rechthoekige deur- en vensteropeningen onder houten lateien. In de 20ste eeuw aan de noordzijde uitgebreid met een bakstenen constructie onder een pannen lessenaarsdak.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, Monumenten en Landschappen, beschermingsdossier: "De Biesthoeve en haar omgeving" bij Ministerieel besluit van 9 juli 1980.
  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Grimbergen: 1913/66 en 1986/4.
  • Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur, deel 2n, Vlaams Brabant. Halle-Vilvoorde, ,Gent, 1977, p. 191.
  • DELESTRE, J.B., Uit het verleden van Grimbergen, bewerkte en geannoteerde uitgave onder leiding van H. DE SCHEPPER, deel I, Grimbergen, 1978, p. 44, 116-117.
  • DELESTRE, J.B., Uit het verleden van Grimbergen, bewerkte en geannoteerde uitgave onder leiding van H. DE SCHEPPER, deel II, Grimbergen, 1987, p. 176 en 230.
  • Mondelinge informatie en foto van de eigenares Mevr. L. Racquet.

Bron: VAN DAMME M. met medewerking van DEBACKER I. & BOEKSTAL P. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. 2005: Abdijhoeve Hof ter Biest [online], https://id.erfgoed.net/teksten/75282 (geraadpleegd op ).


Hof ter Biest ()

Eigendom van de plaatselijke abdij en reeds vermeld in 1284. Heden is het een gestrekte hoeve met resterende kern uit de 17de eeuw (1647 gedateerde steen ingemetseld naast de deuromlijsting) en 18de eeuw (gevelsteen Anno 1740 in de stal) doch met gerestaureerd boerenhuis en recentere uitspringende langsschuur. Boerenhuis met drie traveeën van twee verdiepingen onder zadeldak (kunstleien) en twee traveeën in de aanpalende éénlaagse stalvleugel. Vernieuwd baksteenmetselwerk in de voorgevel, met gebruik van zandsteen voor de plint, hoekstenen, cordons en omlijstingen. Vernieuwde kruis- en kloosterkozijnen; achtergevel twee behouden kloosterkozijnen. De achtergevel van het boerenhuis telt slechts één bouwlaag en bewaart een bolkozijn met een zuiltje als tussenstijl en een dubbele ontlastingsboog (17de eeuw) en overigens kleine vensters met negblokken en ontlastingsboog van een rollaag. Zijtrapgevels (10 treden en topstuk), de oostelijke met 17 treden aan de achtergevelzijde; een behouden oorspronkelijk kruisvenster met uitspringende latei en middenkalf, en een zware gootsteen. Stalvleugel met zadeldak (kunstleien) uit de 18de eeuw. Witgekalkte baksteenbouw op een breukstenen ondertrouw. Vier zandstenen rondboogdeuromlijstingen met negblokken en in de achtergevel, smalle luchtspleten en nieuwe muuropeningen.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Abdijhoeve Hof ter Biest [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39254 (geraadpleegd op ).