Het "Domishof" ontleent zijn recente benaming aan de familie Domis de Semerpont, voormalige eigenaars. Dorpswoning, met jaartal 1699, palend aan het voormalige "Hof van Bentinck" (nummer 282).
In het Kaartboek van de gemeente (circa 1690) en van de abdij (1699) staat het vrijstaande pand aangegeven als "curehuis". In de loop van de 17de of 18de eeuw werd er echter een nieuwe pastorie opgetrokken ten noordwesten van de kerk (Zevensterre nummer 9) waardoor het toenmalige curehuis zijn functie verloor. De datering "ANNO" "1699" op de deurimposten kan dus wijzen op een grondige verbouwing van het voorgaande volume of op een totale nieuwbouw. In de eerste helft van de 19de eeuw, mogelijk reeds op het einde van de 18de eeuw, kwam het pand in handen van familie Domis de Semerpont die op dat moment reeds het aanpalende "Hof van Bentinck", het tegenoverliggende "Hof Leonard" en het "Hof ten Berge" in hun bezit hadden (zie respectievelijk Beigemsesteenweg nummers 282 en 283 en Molenstraat nummers 5-7).
Omstreeks 1905 erven Etienne Joseph Cornet d'Elzius de Peissant (1870-1936) en zijn vrouw Adrienne Domis de Semerpont (1876-1947) al de voornoemde domeinen met uitzondering van "Hof ten Berge". Enkel het "Domishof" is nu nog in bezit van familie Cornet d'Elzius de Peissant.
In het begin van de 19de eeuw een L-vormig volume (smalle uitbouw aan de tuinzijde) met een bakhuis ten noordwesten (Primitief kadasterplan, 1821). Deze toestand bleef ongewijzigd tot circa 1903 wanneer de woning gedeeltelijk en het bakhuis geheel werden afgebroken (mutatieschets 1903/1). De kadastrale legger noteert in 1912 een 'reconstruction partielle': waarbij enkel het woonhuis werd heropgebouwd op de oude fundamenten en met hergebruik van verschillende zandstenen elementen zoals de afgeschuinde sokkel, de rondboogvormige deuromlijstingen met oculus en enkele vensterstijlen.
Ondanks het feit dat het goed in bezit kwam van dezelfde eigenaar als het aanpalende "Hof van Bentinck", en men het in de loop der tijd als een onderdeel van dat hof is gaan beschouwen, heeft het tot op de dag van vandaag duidelijk zijn eigen afbakening behouden. (zie Ferrariskaart 1771-1778; Primitief plan 1821; Poppkaart circa 1860 en de mutatieschetsen).
Oorspronkelijk naar de Kasteelhofstraat gericht dubbelhuis van vijf traveeën en anderhalve bouwlaag met in de zuidoostelijke hoek vermoedelijk een opkamer, in kern minstens opklimmend tot eind 17de eeuw. Licht geknikt vernieuwd pannen zadeldak met aandaken, dakkapellen en een dakvenster met klokgeveltje. Gecementeerde en witgeschilderde lijstgevel op afgeschuinde zandstenen sokkel. Uitzicht voorts gemarkeerd door onregelmatig aangebrachte ankers, steigergaten en gecementeerde hoekkettingen. Deels vernieuwde kruis- en kloosterkozijnen (eerste kwart 20ste eeuw). Rondboogdeur in zandstenen kwarthol geprofileerde en ten dele geblokte omlijsting met imposten voorzien van de inscriptie: "ANNO" "1699", boogstenen en een gedecoreerde sluitsteen onder druiplijst bekroond door een oculus met eveneens imposten, sluitsteen en druiplijstje. Sterk gelijkende achtergevel, doch met een eenvoudiger uitgewerkte zandstenen deuromlijsting, die "1699" is gedateerd door middel van (recente) sierankers. Vernieuwde westelijke zijtuitgevel op gecementeerde plint, top met vlechtingen en drie kloosterkozijnen.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Beigem: 1903/1, 1905/1 en 1912/1.
- Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur, deel 2n, Vlaams Brabant. Halle-Vilvoorde, Gent, 1977, p. 38.
- SLACHMUYLDERS, Th. H.A., Fragmenten uit het verleden van Beigem, Grimbergen, 1990, p. 26-27.