"Kasteel ten Berg" werd op het einde van de 18de - begin 19de eeuw gebouwd als landhuis bij het pachthof "Hof ten Berge" (Molenstraat nummers 5-7). Het kasteeldomein is gelegen op een heuvel, ten noorden van de voormalige dries ten Berg (zie straatinleiding Molenstraat) en het hierboven vermelde gelijknamige hof.
Het landhuis werd op het einde van de 18de - begin 19de eeuw gebouwd door Jean A. B. Domis de Semerpont (1727-1779), raadslid van Brabant of zijn zoon François-Joseph-Ghislain (1776-1835), burgemeester van Beigem. Het domein bleef in bezit van de familie tot 1961.
Oorspronkelijk was de toegangsweg gelegen op de hoek met de Molenstraat. Het ijzeren toegangshek tussen gecementeerde pijlers afgedekt met een vrij hoge deksteen met bloemmotief, was tot begin jaren 1970 bewaard. Heden zijn de dekstenen hergebruikt als markeringen van de oprit van de woning Molenstraat nummer 1. De huidige toegang van het kasteel bevindt zich aan de zuidzijde van het domein.
De kern van het kasteel (drie middelste traveeën) werd gebouwd op het einde van de 18de - begin 19de eeuw. Het is nog niet weergegeven op de kaart van Ferraris (1771-1778) maar wel op het Primitief kadasterplan van 1821. Het vrij kleine volume met een driezijdige erker aan de parkzijde werd uitgebreid met een linker- en rechtertravee, opgetekend in het kadaster in 1869. In de eerste helft van de 20ste eeuw werd aan de voorgevel een halfrond bordes met balkon toegevoegd en aan de achtergevel een trappartij met terras.
Achterin gelegen homogeen neoclassicistisch landhuis met omringend park. Oorspronkelijk drie traveeën en twee bouwlagen onder een leien schilddak, nok parallel aan de straat, heden aan beide zijden geflankeerd door circa 1869 toegevoegde traveeën onder tentdak met een vaasvormige bekroning. Bepleisterde en roos geschilderde lijstgevels op een deels grijs geschilderde zandstenen sokkel, met uitzondering van de achtergevel geritmeerd door lisenen. De beluikte rechthoekige vensters hebben op de benedenverdieping T- vormig schrijnwerk en op de bovenverdieping een ijzeren borstwering. De getoogde hoofdingang in een zandstenen omlijsting wordt voorafgegaan door een halfronde trappenpartij naar een dito bordes dat gemarkeerd wordt door twee Toscaanse zuilen waarboven een balkon. Bordes en balkon zijn afgeboord met vaasvormige balusters. Centraal in de achtergevel een driezijdig erker versierd met verdiepte paneeltjes op de borstwering. De erker is bereikbaar via trappen en een terras, laatstgenoemde afgeboord met een gelijkaardige balustrade als het balkon aan de voorzijde.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen, Beigem: 1869/ 2 en 1934/10.
- Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur, deel 2n, Vlaams Brabant. Halle-Vilvoorde, Gent, 1977, p. 37.
- SLACHMUYLDERS, Th. H.A., Fragmenten uit het verleden van Beigem, Grimbergen, 1990, p. 19-23.