Burgerhuis in neoclassicistische stijl, dat dateert uit het einde van de 19de eeuw. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, bouwheer, ontwerper noch aannemer zijn gekend. Gesloopt in 1991 voor de bouw van een rust- en verzorgingstehuis.
Met een gevelbreedte van twee traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een mansardedak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Op de begane grond rechthoekige inkomdeur en drielicht met gietijzeren colonnetten. De bovenverdieping onderscheidt zich door rondboogvensters met sluitsteen en ijzeren borstwering, en fijn stucwerk op de penanten. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en uitgelengde consoles vormt de gevelbeëindiging; centrale dakkapel met driehoekig fronton.