Landhuis in cottagestijl gelegen in een landschapspark met grote vijver; gekadastreerd in 1932 en met jaarinscriptie 1933 in de schoorsteen op de zolder.

Samenspel van in- en uitspringende volumes, samen een zestal traveeën en twee bouwlagen, onder een complex overkragend dak (nok parallel aan en loodrecht op de straat, mechanische pannen), voorzien van verschillende dakkapellen en een kenmerkende schoorsteen. Bepleisterde, witgeschilderde lijst- en puntgevels, eerstgenoemde met houten kroonlijst op klossen, laatstgenoemde met overkragende bovengevels in pseudo-vakwerk en beplankte toppen. Typische erkers en hoeksteunberen, overwegend rechthoekige vensters met ruitvormig, gekleurd glas in lood; traphal met klimmende vensters op de begane grond en één groot rondboogvenster op de bovenverdieping en rondboogdeuren.