Het gemeentehuis is in 1905 opgetrokken naar ontwerp van provinciaal bouwmeester Jules Taeymans in neogotische stijl. Het is gelegen aan een smal driehoekig plein, grotendeels ingenomen door de Onze-Lieve-Vrouw- en Sint-Jobkerk en het monument der gesneuvelden, en vormt zo een beeldbepalend, monumentaal volume binnen de dorpskern.
Neogotisch gemeentehuis met vredegerecht naar ontwerp van provinciaal architect J. Taeymans, 1905, opgetrokken op dezelfde plaats als het vorige, dat in 1746 in een bestaand dorpshuis was ingericht. Tijdens de Franse overheersing werd ook het vredegerecht erin ondergebracht. Begin 20e eeuw was het gebouw in dergelijke slechte staat dat beslist werd om een nieuw gemeentehuis op te richten. De openbare aanbesteding vond plaats op 10/6/1905, de prijsbieding van F. Brusseleers werd op 26/6/1905 goedgekeurd; onmiddellijk werd met de nieuwe bouw gestart en nog hetzelfde jaar werd het gemeentehuis in gebruik genomen. J. Taeymans ontwierp tevens het meubilair voor vredegerecht en gemeentehuis (1907-1909).
Het gemeentehuis bleef geruime tijd voldoende groot voor de huisvesting van de administratie. Met de groei van het dorp en zo ook van de gemeentelijke diensten werd later de rechts aanpalende dokterswoning, het ernaast gelegen parkje en de volgende herenwoning aangekocht. Met de ingebruikname als gemeentehuis (begin de jaren 1970) werd het exterieur, maar vooral het interieur van de aanpalende woning sterk gewijzigd en aangepast (planindeling, plafonds, volledig nieuwe dakstructuur, vernieuwd schrijnwerk). In 1992-1993 werden het oorspronkelijke gemeentehuis en de aanpalende woning achteraan uitgebreid met een nieuwbouw, bestaande uit diverse in- en uitspringende bakstenen volumes van verschillende bouwlagen onder een complex dakenspel van overwegend mechanische pannen. Wegens grondige herinrichtings- en verhardingswerken tot parking bleef van de aanleg, de beplanting (met uitzondering van een oude paardenkastanje) alsook de afsluiting van het parkje vrijwel niets bewaard.
Het gemeentehuis is opgevat als een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een hoog oprijzend leien zadeldak met zes spitse dakkapelletjes, een breed centraal dakvenster en een octogonale dakruiter met deels opengewerkte leien spits en smeedijzeren topversiering. Verankerde bakstenen lijstgevel op geblokte zandstenen sokkel met afzaat en verluchtingsgaten. Voorgevel met opvallende geveluitwerking en -geleding. Baksteenbouw met zandstenen (Euville) speklagen, hoek- en boogstenen, dorpels, omlijstingen, steigergatvullingen en daklijst. Gevelbeëindiging met fries van afwisselend gedichte steigergaten en verticale baksteenlijsten onder een geprofileerde stenen daklijst. Verticale gevelritmering door middel van korfbogige Brugse traveeën ingevuld met gekoppelde kloosterkozijnen onder een blinde driepasboog en geaccentueerd door een witte bakstenen booglijst. Markerende hoger opgetrokken middelste travee met dakvenster, voorzien van een trapgevel, overhoekse pinakels, een kruisvenster en een rechthoekig topvenstertje. Op de hoofdverdieping een zandstenen balkon op getrapte consoles, voorzien van een neogotische borstwering met driepasbogen en een wapenschild. Op de begane grond een spitsbogige hoofdinkom in een geprofileerde omlijsting met waterlijst op gesculpteerde hoofdjes. Houten vleugeldeur met lange smeedijzeren hengsels en bovenlichten. Alle vensters in de voorgevel met -naar oud model- vernieuwd houten schrijn- en glaswerk: ruitvormig getraceerd helder glas in lood met een lijst van roodgekleurd glas, gevat in isolerend glas. Verankerde en getrapte zijgevels. Eenvoudige verankerde achtergevel met een fries van horizontale en verticale lijsten en een geprofileerde daklijst in gesinterde baksteen; segmentbogige muuropeningen met vernieuwd houten schrijnwerk en dubbele beglazing.
Gaaf bewaard interieur met grotendeels bewaarde planindeling. Bij bepaalde vertrekken vonden er destijds aanpassingen plaats en/of werd het oorspronkelijk ontwerp van bij het begin anders uitgevoerd. Op elk niveau is er een doorsteek/verbinding gemaakt met het belendende pand (rechts) en/of de latere uitbreiding achteraan.
De huidige plattegrond toont op het gelijkvloers een brede centrale gang van voor- naar achtergevel met links en rechts telkens twee vertrekken en tegen de achtergevel een traphal met monumentale bordestrap. Links vooraan bevindt zich de trouwzaal (voormalige raadzaal), in verbinding met het achteraan gelegen kabinet van de burgemeester (eertijds kadaster en gevang?); rechts vooraan bevindt zich het kabinet van de secretaris, achteraan een vertrek met burelen (eertijds archiefruimte). De bovenverdieping bevat een smalle gang (evenwijdig met de voorgevel), rechts eindigend op de zoldertrap, links op een berging. Vooraan de ruime raadzaal (voormalige verhoorzaal van het vredegerecht) en een kleinere vergaderruimte (eertijds het kabinet van de vrederechter), achteraan telkens een vertrek aan weerszijden van de traphal.
De meeste vertrekken beschikken over houten plafonds met samengestelde balklagen op consoles, bepleisterde/behangen en beschilderde muren, al dan niet beglaasde houten enkelvoudige of dubbele paneeldeuren in een neogotische omlijsting (pitchpine) met smeedijzeren sluitwerk en/of hengsels, natuurstenen schoorsteenmantels en koperen bolluchters uit de bouwperiode. Bepaalde profielen van het schrijnwerk van onder meer de binnendeuren (inclusief de kozijnen), de vensters en de trapleuning zijn afwisselend in rode en groene tinten gepolychromeerd.
Originele vloeren (parketvloer, cementtegels), op sommige plaatsen (voornamelijk op de verdieping, de traptreden van de hoofdtrap) bedekt met een later aangebrachte vloerbekleding. In bepaalde vertrekken bevindt zich nog meubilair uit de bouwperiode, al dan niet ontworpen door J. Taeymans.
Centrale gang met een rode en witte cementtegelvloer in ruitvormig patroon; een rondbogige scheiboog met oculi verdeelt de ruimte in een inkomgedeelte en trapzaal; houten bordestrap met neogotische leuning en trappaal. Witstenen gedenkstenen, rechts met inscriptie “De gouverneur Fd. Cogels/ De Burgemeester Peeters/ De Secretaris E. Claesen/ De Provinciale Bouwmeester/J. Taeymans /MDCCCCV “, links ter ere van veldwachter J. Meynendonck, oud-strijder 1914- 1918, door de Duitsers gedeporteerd naar een concentratiekamp. In de achtergevel een achterinkom met rechts een glas-in-loodraampje met het wapenschild van Arendonk.
Op de begane grond links de voormalige raadzaal met witstenen schoorsteenmantel met wapenschild en flankerende banderols met opschriften, een omlopende houten lambrisering met panelen, een parketvloer met visgraat en een vijfdelige tussendeur die het vertrek scheidt van het daarachter gelegen kabinet van de burgemeester. De schouw van de raadzaal wordt geflankeerd door borstbeelden van koningen (Leopold II) en hoogwaardigheidsbekleders (geschilderde plaaster) op een console. In het kabinet van de secretaris een imposante zandstenen tweedelige schoorsteenmantel met bekronende wapenschilden onder een ontlastingsboog, voorafgegaan door een arduinen vloerplaat. De grote raadzaal op de verdieping met een gelijkaardig opgevatte tweedelige arduinen schoorsteenmantel met een beschilderd beeld van Justitia. Zolder met samengestelde spanten en houten constructie van de dakruiter.
Auteurs: Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & De Sadeleer S. 2024: Gemeentehuis Arendonk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/436640 (geraadpleegd op ).
Neogotisch gemeentehuis met vredegerecht naar ontwerp van provinciaal architect J. Taeymans, 1905, opgetrokken op dezelfde plaats als het vorige, dat in 1746 in een bestaand dorpshuis was ingericht; flankerende tot de 19de eeuw opklimmende herenhuizen, respectievelijk het voormalige huis van dokter Verhoeven, heden nummers 25-27 en het voormalige huis van dokter Deroissart, momenteel eigendom van de gemeente en in gebruik door de gemeentelijke administratie en politie. De openbare aanbesteding had plaats op 10/6/1905, de prijsbieding van F. Brusseleers werd op 26/6/1905 goedgekeurd; onmiddellijk werd met de nieuwe bouw gestart en nog hetzelfde jaar werd het gemeentehuis in gebruik genomen.
Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder hoog oprijzend zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) met zes spitse dakkapelletjes, één groot centraal dakvenster, een octogonale dakruiter met deels opengewerkte leien spits en smeedijzeren topversiering. Verankerde, bakstenen lijstgevel op hoge zandstenen sokkel met verluchtingsgaten. Zandstenen (Euville) speklagen, hoekstenen, dorpels, omlijstingen, steigergatvullingen en daklijst; decoratieve fries met gedichte steigergaten; houten kroonlijst. Verticale gevelritmering door middel van korfbogige Brugse travee ingevuld met gekoppelde kloosterkozijnen onder blinde driepasboog en geaccentueerd door een witte bakstenen booglijst. Markerende hoger opgetrokken middelste travee met dakvenster, voorzien van trapgevel, overhoekse pinakels, kruisvenster en rechthoekig topvenstertje. Hoofdverdieping met zandstenen balkon op getrapte consoles; neogotische borstwering met driepasbogen en wapenschild. Spitsboogdeur in geprofileerde omlijsting met druiplijst op gesculpteerde hoofdjes; houten vleugeldeur met lange smeedijzeren hengsels en bovenlichten. Alle vensters met helder, ruitvormig getraceerd glas in lood. Verankerde en getrapte zijtopgevels. Eenvoudige achtergevel met segmentbogige muuropeningen.
Gaaf bewaard interieur met in alle vertrekken houten plafonds met samengestelde balklagen op consoles, bepleisterde en beschilderde muren, al dan niet beglaasde houten paneeldeuren in neogotische omlijsting (pitchpine), natuurstenen schoorsteenmantels en bronzen bolluchters uit bouwperiode.
Centrale gang en trapzaal met rode en witte cementtegelvloer en houten bordestrap met neogotische leuning en trappaal; witstenen gedenkstenen, rechts met inscriptie "De Gouverneur Fd. Cogels/ De Burgemeester Peeters/ De Secretaris E. Claesen/ De Provinciale Bouwmeester/ J. Taeymans/ MDCCCCV", links ter ere van veldwachter Jozef Meynendonck, oud-strijder 1914-1918, door de Duitsers gedeporteerd en op 21/7/1944 overleden in een concentratiekamp; achteraan, gekleurd glas-in-loodraampje met wapenschild van Arendonk.
Begane grond links, raadzaal met monumentale witstenen schoorsteenmantel met wapenschild en flankerende banderols met opschriften, fraaie parketvloer, omlopende houten lambrisering met panelen en vijfdelige tussendeur met daarachter het huidige kabinet van de burgemeester, eertijds kadaster en gevang; rechts, kabinet van de secretaris en archief/vergaderzaaltje. Bovenverdieping met grote raadzaal vooraan, eertijds zittingzaal van het vredegerecht, met monumentale arduinen schoorsteenmantel met beschilderd beeld van Justitia; de schilderijen zijn eindwerken van de leerlingen van de Arendonkse Academie voor Schone Kunsten; aanpalend salon, eertijds kabinet van de vrederechter, met mooie witstenen schoorsteenmantel.
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Arendonk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n6, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 2004: Gemeentehuis en vredegerecht Arendonk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/75475 (geraadpleegd op ).