Teksten van Lagere Meisjesschool 4

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7548

Lagere Meisjesschool 4 ()

Historiek en context

Lagere meisjesschool in eclectische stijl opgetrokken door de Stad Antwerpen, naar ontwerp van stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1866, geopend op 11 november 1867. De werken begroot op achttien maanden, werden in juni 1866 toegewezen aan de aannemer Louis De Legh, voor een bedrag van 95.800 Belgische frank. Het centrale poortgebouw met onderwijzerswoning werd verbouwd en verhoogd tot een volwaardige onderwijzerswoning naar ontwerp van Dens uit 1875, voltooid in 1876. Op een afzonderlijk perceel in de Greinstraat bouwde de Stad Antwerpen een turnzaal voor de school, naar ontwerp van stadsingenieur Gustave Royers uit 1880, uitgevoerd in 1881. Beide klassenvleugels die oorspronkelijk zes klassen telden, werden aan de noordzijde uitgebreid met twee extra klassen, naar een ontwerp van Royers uit 1891, uitgevoerd in 1892. Vandaag is hier de stedelijke basisschool Elisabeth gevestigd.

De Meisjesschool 4 behoort tot het twaalftal vooral lagere scholen, dat Pieter Dens tijdens zijn ambt als stadsbouwmeester tot stand bracht. Het type met een vrijstaande onderwijzerswoning tussen parallelle klassenvleugels stond later model voor de scholengroep in de Schoolstraat en Boerhaavestraat uit 1870-1874. De meest imposante gebouwen uit de reeks stadsscholen zijn de Middelbare School voor Meisjes in de Lange Leemstraat, het Koninklijke Atheneum aan de Franklin Rooseveltplaats, en het Stedelijk Onderwijsgesticht Nr. 2 in de Van Maerlantstraat. Voor deze latere realisaties paste de stadsbouwmeester een monumentale eclectische architectuur toe, beïnvloed door de neorenaissance. Benoemd op 1 juli 1863, bleef Dens in functie tot 1884. Tijdens deze periode verrezen in Antwerpen van zijn hand behalve de schoolcomplexen, onder meer de verdwenen Vlaamse Schouwburg aan de Kipdorpbrug, het oude Slachthuis aan de Lange Lobroekstraat, en negen politiecommissariaten.

Architectuur

School

De school bestaat uit twee parallelle klassenvleugels die loodrecht zijn ingeplant op de plaatselijk pleinvormig verbrede Sint-Elisabethstraat, ten westen palen aan de Delinstraat en ten oosten aan de Greinstraat. Zij flankeren de speelplaats en omvatten oorspronkelijk elk drie klassen per verdieping, ontsloten door twee trappenhuizen. Tussen beide bevindt zich het poortgebouw met onderwijzerswoning, dat oorspronkelijk op dezelfde rooilijn stond als de kopgevels van de klassenvleugels, verbonden door afsluitmuren met poort. Het werd in 1875-1876 inwendig verbouwd en met een extra bouwlaag verhoogd tot een volwaardige onderwijzerswoning. In het midden van de door een galerij omringde speelplaats bevond zich oorspronkelijk een natuurstenen pomp, en aan de zuidzijde een rij van elf 'gemakken' met gekoppelde rondboogdeuren. Sinds de uitbreiding in 1891-1892 springen beide klassenvleugels met twee traveeën vooruit op de onderwijzerswoning.

Het complex is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met spaarzaam gebruik van witte natuursteen (Brauvilliers, Savonnière) voor plinten, deuromlijstingen, waterlijsten, lekdrempels, vensterposten, rozetten dek- en gevelstenen, en blauwe hardsteen voor dorpels.

De klassenvleugels van oorspronkelijk acht en sinds 1891-1892 tien traveeën, omvatten twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de Sint-Elisabethstraat). Geritmeerd door ingediepte, versneden steunberen met een bekronend rozet, en de risalieten van de trappenhuizen, beantwoorden de langsgevels zijde straat en speelplaats aan een regelmatig ordonnantieschema. Het is opgebouwd uit verkleinende registers van steekboogdeuren en -vensters met geprofileerde dagkanten, onderlijnd door omlopende, geprofileerde waterlijsten; verder omlijste gietijzeren verluchtingsroosters ter hoogte van de borstweringen. Een boogfries en overhoekse tandfries onder de gekorniste kroonlijst vormen de gevelbeëindiging. In de straatgevels tekenen de trappenhuizen zich af door een traplicht op entresolniveau waarboven een ronde oculus. Zijde speelplaats wordt de begane grond beschermd door luifels uit ijzer en glas op gietijzeren colonnetten.

De blinde kopgevels, gemarkeerd door versneden steunberen en klimmende boogfriezen, onderscheiden zich verder door een kepervormig spaarveld met klimmende tandfriezen, waarin een natuurstenen omlijste gevelsteen met oren en neuten en cartouche tussen voluten als bekroning.

De plattegrond van beide klassenvleugels omvat telkens vier klaslokalen per verdieping, ontsloten door twee trappenhuizen. Bij de uitbreiding in 1891-1892 werden de noordelijke trappenhuizen verplaatst om de bijkomende klassen te ontsluiten.

De vrijstaande onderwijzerswoning met dubbelhuisopstand omvat drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de Sint-Elisabethstraat). Voor de verhoging en verbouwing, betrof het een inkomportiek met tuitgevels, geflankeerd door zijvleugels van één bouwlaag. Axiaal-symmetrisch van opzet, wordt de voorgevel gemarkeerd door het middenrisaliet met de rondboogpoort tussen rechthoekige zijlichten en hogerop een kepervormig spaarveld, gevat in een brede, vlakke omlijsting uit witte natuursteeen. De geprofileerde omlijsting van de rondboogpoort, met in de archivolt de inscriptie “GEMEENTESCHOOL”, wordt bekroond door het stadswapen van Antwerpen. Verder hoeklisenen, smeedijzeren sierankers, een regelmatige ordonnantie van rondboogvensters en -tweelichten met waterlijsten, en een ronde oculus in de top van het risaliet. Een klassiek hoofdgestel met tandfriezen onder de houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. De smeedijzeren windwijzer op de top van het risaliet, afkomstig van de achtergevel, vervangt de oorspronkelijke campanile met luiklok. Bewaarde houten poort met bovenlicht en gietijzeren schamppalen.

De achtergevel beantwoordt aan hetzelfde schema, oorspronkelijk met een uurwerk in de top. Blinde zijgevels met spaarveld, tandfriezen en een oculus in de top.

Volgens de bouwplannen uit 1875 biedt de begane grond ruimte aan de centrale inkom- en traphal, omringd door vier kamers en de keuken. In de lengte opgedeeld door een gang omvat de bovenverdieping zes kamers. Oorspronkelijk werd de poortdoorgang op de begane grond geflankeerd door drie woonvertrekken en de keuken.

Turnzaal

De turnzaal uit 1880-1881 beslaat een perceel tussen de rijhuizen aan de overzijde van de Greinstraat. De turnzaal bestaat uit een voorbouw van drie traveeën en één bouwlaag onder een schilddak met ijzeren vorstkam (nok parallel aan de straat), die het inkomportaal en de flankerende kleedkamers herbergt. Daarachter strekt zich de turnzaal met een open houten dakspant uit, onder een zadeldak met dakruiter (nok loodrecht op de straat).

De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, gebruik van blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint en witte natuursteen (Brauvilliers) voor speklagen, waterlijsten, dorpels, vensterposten, sluit-, gevelstenen, consoles en de frontonbekroning. Axiaal van opzet, wordt de opstand gemarkeerd door het middenrisaliet tussen ingediepte lisenen met een rozet en gekoppelde voluutconsoles, waarin de rondboogpoort met een voluutsleutel en een geprofileerde waterlijst op imposten. Het wordt bekroond door een attiek met gegroefde pilastertjes, vleugelstukken, een gevelsteen met de inscriptie “TURNZAAL” en een driehoekig fronton met het stadswapen van Antwerpen. Verder rechthoekige tweelichten in de zijflanken, en een klassiek hoofdgestel met een kleurrijke tegelfries waarin centraal het bouwjaar “1881”, en een vernieuwde, gekorniste kroonlijst.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, Schoolgebouwen, Antwerpen, Sint-Elisabethstraat.
  • Stadsarchief Antwerpen, dossiers MA#80994 (school) en MA#81666 (turnzaal), plannen 697#400-403 (school), 697#869-870 (onderwijzerswoning), 697#1372 en 697#1592 (turnzaal).
  • S.N. 1964: Een eeuw openbare werken te Antwerpen, Antwerpen, 205.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Lagere Meisjesschool 4 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313273 (geraadpleegd op ).


Stedelijke Meisjesschool 4 ()

Voormalige lagere school met centraal inspringend toegangsgebouw, achterliggende speelplaats en flankerende parallelle vleugels, begrensd door Greinstraat ten oosten en Delinstraat ten westen, geopend op 11 november 1867; ontwerp van stadsarchitect P. Dens; vergroting der zijvleugels onder leiding van G. Royers, 1891-92.

Bakstenen gebouwen op arduinen sokkel, zadeldaken (bitumen), gemarkeerd door pilasters, boogfries en segmentboogvensters op omlopende kordons; de blinde kopgevels met arduinen panelen in spaarveld. Tuitvormig verhoogde gevel van ingangsgebouw, oorspronkelijk met campanile; rondboogpoort en dito omlijste vensters, eerstgenoemde met stadswapen. Binnenplaats met beglaasde luifels op gietijzeren zuilen en houten windborden.

Aan Greinstraat nummer 15, turnzaal bij voornoemde school naar ontwerp van G. Royers, van 1881. Beschilderd bakstenen gebouw onder complexe bedaking (kunstleien) met mooie ijzeren vorstkam, arduinen sokkel. Neoclassicistische lijstgevel van drie traveeën en één bouwlaag met boven de houten kroonlijst, centrale bekroning met driehoekig fronton, stadswapen en opschrift turnzaal. Middentravee gemarkeerd door brede lisenen eindigend op voluutconsoles, blind fries. Rechthoekige vensters. Centrale rondboogdeur met geprofileerde omlijsting op imposten, voluutsleutel. Bewaard interieur met opengewerkte houten spanten.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, Schoolgebouwen, Antwerpen, Sint-Elisabethstraat.
  • Een eeuw openbare werken te Antwerpen, Antwerpen, 1964, p. 205.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Lagere Meisjesschool 4 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7548 (geraadpleegd op ).