Twee art-decogetinte enkelhuizen van elk twee traveeën en één tot twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen); linker zijgevels met lagere uitbouw onder afgewolfd dakje; circa 1954.

Gele baksteenbouw verlevendigd door siermetselwerk, verschillende metselverbanden en/of gebruik van andere baksteenkleuren onder meer in plint en booglijsten; omlopende stoep. Linker travee uitgewerkt als een rondbogig portaal met dito deur en venster. Rechter travee verhoogd met een puntgeveltje; op de begane grond een afgeronde erker waarboven een balkon met typische smeedijzeren leuning. Rechthoekige muuropeningen met al dan niet aangepast houtwerk. Originele afsluiting aan de straat.