Teksten van Gemeentehuis Dessel

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75537

Gemeentehuis Dessel ()

Het voormalige gemeentehuis van Dessel werd in 1932-1934 opgetrokken in eclectische stijl met elementen ontleend aan de neobarok en neorenaissance met Nederlandse inslag, naar ontwerp van Jules Taeymans.

Historiek

Het eerste gemeentehuis van Dessel (1805-1810) bevond zich op de Markt, vóór de zuidgevel van de Sint-Niklaaskerk. De sterke bevolkingsaangroei in de eerste helft van de 20e eeuw noodzaakte tot een nieuw en ruimer gemeentehuis, dat werd gebouwd op de plaats van de leegstaande gemeenteschool uit 1850. Het ontwerp voor het gemeentehuis door architect Jules Taeymans (1872-1944) dateert van 9 augustus 1930, de aanbesteding van de werken vond plaats in 1932. In 1934 was de bouw voltooid en werd het gemeentehuis ingehuldigd. Het gebouw is opgetrokken in een eclectische stijl met zowel neobarokke, neorenaissance- als regionale elementen. Typologisch sloot het aan bij het middeleeuwse raadhuis en werd het door de bouwmeester volgens de eigentijdse architecturale stromingen en regionale tradities geïnterpreteerd. Naast de gekende diensten huisvestte dit ruim opgevatte gemeentehuis tevens een politiebureel.

In de loop van de tweede helft van de 20e eeuw gebeurden er diverse aanpassings- en herinrichtingswerken onder meer in 1966-1967 naar ontwerp van architect Vandebroek (Lommel) en binnenhuisarchitect Van Praet (Dessel). Het gemeentebestuur en diverse administratieve diensten verhuisden in 1996 naar het huidige administratieve centrum De Plaetse. In de late jaren 1990 werd het buitenschrijnwerk van het gemeentehuis vervangen naar oud model. Het voormalige gemeentehuis wordt nog steeds gebruikt voor bepaalde plechtigheden en evenementen en door bepaalde diensten gevestigd zoals enkele vzw’s en de Heemkundige Kring.

Beschrijving

Het gemeentehuis is gelegen op het Lorzeplein, grenzend aan de zuidoostzijde van de Markt, eertijds ook het Valerius Andreasplein, Schoolplein of de Varkensmarkt genoemd. Het gebouw is een beeldbepalend volume dat het centrum van Dessel sterk domineert en karakteriseert. De oorspronkelijke functie is herkenbaar door de inplanting, schaalverhouding en typerende gevelarchitectuur.

Het gemeentehuis is opgevat als een vrijstaand dubbelhuis met rechthoekig grondplan van vijf op vier traveeën en twee tot drie bouwlagen onder een complexe bedaking van leien zadel- en schilddaken met dakkapellen en schoorstenen. De dakkapellen zijn afgedekt door een afgewolfd leien dakje met bolvormige ijzeren bekroning, in de zijgevel bevindt zich een monumentale dakkapel met getuit bakstenen geveltje. De begane grond is opgevat als een souterrain, de eerste verdieping als een bel-etage. Het gaat om een verankerde baksteenbouw met een beperkt gebruik van zandsteen (Reffroy) onder meer voor de omlopende geblokte plint, de kordons, de lekdrempels, de omlijsting van de steigergaten, de dekstenen en de sierelementen. De verspringende lijstgevels zijn afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen, aan de noord- en zuidzijde gecombineerd met respectievelijk een klok- en tuitgevel ter hoogte van de twee rechtertraveeën. De westgevel is opgevat als een halve tuitgevel met een grotendeels ingebouwde octogonale traptoren onder een leien peerspits met speervormige ijzeren windvaan. De klokgevel is uitgewerkt met zandstenen steigergaten, negblokken, voluten, dekstenen en een topornament. De tuitgevels zijn voorzien van vlechtingen en een aandak. De inkom wordt voorafgegaan door een monumentaal bordes van baksteen op een zandstenen plint met aan weerszijden een blauwe hardstenen bordestrap met smeedijzeren leuning eindigend op een afgeronde en onderling verbonden trappartij. Tegen de sokkel werd een met blauwe hardsteen omlijste gedenkplaat voor de slachtoffers van beide wereldoorlogen aangebracht. De hoofdinkom is een neobarok rondboogportaal van zandsteen, bestaande uit buikige Dorische zuilen op een sokkel met een entablement voorzien van trigliefen met guttae onder een gebroken fronton met omlijst segmentboogvenster. Blauwe hardstenen treden leiden naar een korfboogvormige vleugeldeur met een zandstenen sluitsteen en een blinde oculus. Het schrijnwerk bestaat uit naar oud model (wat betreft indeling en roedeverdeling) vernieuwde houten kozijnvensters, met diverse types van kruis-, bol- en kloosterkozijnen. De geveltoppen zijn voorzien van oculi.

Interieur

Plattegrond. Het oorspronkelijk ontwerp toont een centrale gang van voor- naar achtergevel met links en rechts vertrekken en een hierop haaks geplaatste traphal (toren): op de bel-etage bevonden zich telkens twee vertrekken, tegen de voorgevel links de raadzaal en achteraan het bureau van de ontvanger, rechts vooraan het secretariaat en achteraan het kabinet van de burgemeester Op de begane grond bevond zich links tegen de voorgevel de bibliotheek met daarachter het politiebureel, rechts vooraan de brandweer en bergplaats en achteraan cachotten en sanitair. De zolderverdieping herbergde een tweedelige archievenkamer en diverse zolderruimtes. Deze planindeling bleef voornamelijk op de bel-etage en de zolderverdieping bewaard, op het gelijkvloers werd de indeling op bepaalde plaatsen gewijzigd of van bij het begin anders uitgevoerd. De als 'bibliotheek' aangeduide ruimte werd verdeeld in twee kleinere vertrekken waartussen zich een gang bevindt die leidt naar een zijingang, de gang op het gelijkvloers die volgens het ontwerp eindigde op een achteringang werd onderbroken door een later ingebrachte wand met vensterpartij. Algemeen zijn de meeste vertrekken weliswaar van functie gewijzigd of aangepast en/of gemoderniseerd: valse plafonds werden aangebracht, bepaalde vertrekken kregen een nieuwe vloerbekleding alsook een wand- en plafondbekleding met planchetten, de gang kreeg een nieuwe vloer van keramische tegels, de deuropening tussen het voormalige secretariaat en de gang werd deels gedicht.

Interieur. De muren en de plafonds van het voormalige gemeentehuis zijn overwegend bepleisterd of behangen en beschilderd. De originele binnendeuren bleven bewaard. Deze variëren veelal in afwerking: het gaat zowel om enkelvoudige als dubbele paneeldeuren met bovenlicht en smeedijzeren sluitwerk. De trap is een houten bordestrap met bewaarde balusterleuning en trappaal. De treden zijn bedekt met een vernieuwde bekleding.

De voormalige raadzaal bleef authentiek bewaard met de originele aankleding en inrichting in neo-Vlaamse renaissancestijl: een eikenhouten lambrisering met paneeldecoratie en typische siermotieven (wortelmotief), een plafond met eikenhouten moer- en kinderbalken, een parketvloer met visgraatmotief en een decoratief uitgewerkte beglaasde eikenhouten vleugeldeur. Een monumentale schouw is voorzien van een houten schouwbalk op witstenen wangen, een haardwand van bakstenen met knipvoeg voorafgegaan door een met blauwe hardsteen omboord vloertje van rode en zwarte cementtegels.

Ook in de andere vertrekken (met uitzondering van de gang) op de bel-etage ligt een parketvloer met visgraatmotief. In het voormalige secretariaat bleef het originele plafond zichtbaar, bepleisterd en beschilderd en door een balk (evenwijdig aan de voorgevel) verdeeld in twee vakken met sober lijstwerk en kwartholle kanten. De aanzet van een rookkanaal is met consoles uitgewerkt. Hierboven, op de zolderverdieping, ligt nog de tweedelige archievenkamer met een gelijkaardig verdeeld, bepleisterd en beschilderd en van lijstwerk voorzien plafond en een sobere blauwe hardstenen schouw. Het aanpalende vertrekje heeft een vloer van rood-witte cementtegels. De zolderruimtes zijn gelegen op verschillende niveaus en voorzien van samengestelde spanten.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, 648, Gemeentehuizen, 1794-1976, Dessel, dossiers 202-208.
  • DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Arendonk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n6, Brussel - Turnhout.
  • GRIETEN S., MIGOM S., SAS B. EN VAN DE VIJVER D. 2006: Sterk gebouwd en makkelijk in onderhoud. Ambt en bouwpraktijk van de provinciale architecten in de provincie Antwerpen (1834-1970), Brugge.
  • LAMBRECHTS S. 2001-2002: Pieter Jozef Taeymans (1842-1902). Provinciaal bouwmeester te Turnhout. Een benadering van zijn oeuvre via het burgerlijke type van de gemeentehuizen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen.

Auteurs:  De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Sadeleer S. 2012: Gemeentehuis Dessel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/436638 (geraadpleegd op ).


Gemeentehuis Dessel ()

Voormalig gemeentehuis in eclectische stijl met elementen ontleend aan de neobarok en neorenaissance met Hollandse inslag, gebouwd in 1932-1934 naar ontwerp van Jozef Taeymans (ontwerp van 9/8/1930); gelegen op het Lorzeplein, grenzend aan de oostzijde van de Markt, eertijds ook Valerius Andreasplein, Schoolplein en Varkensmarkt genoemd.

Typologisch aansluitend bij het middeleeuwse raadhuis en door de bouwmeester volgens de eigentijdse architecturale stromingen en regionale tradities geïnterpreteerd. De vrije compositie en de pittoreske opbouw typeren de gemeentehuizen van Jozef Taeymans (zie Meerle, Poppel, Lille). In 1850 werd op deze plaats een nieuwe gemeenteschool opgetrokken; met de bouw van een nieuw schoolgebouw circa 1925 in de Lorzestraat kwam de school leeg te staan en moest plaats maken voor de bouw van het gemeentehuis.

Het eerste gemeentehuis (1805-1810) bevond zich op de Markt, vóór de zuidgevel van de parochiekerk; de sterke bevolkingsaangroei in het tweede kwart van de 20ste eeuw noodzaakte tot een nieuw en ruimer gemeentehuis. In 1932 aanbesteding van de bouwwerken aan J. Vandervoort (Meerhout). In 1966-1967 aanpassings- en herinrichtingswerken naar ontwerp van Vandebroek (Lommel) en Van Praet (Dessel). Circa 1996 verhuisde het gemeentebestuur naar het huidige gemeentehuis (Hannekestraat 1); tot nog toe kantoorfunctie behouden.

Vrijstaand dubbelhuis met rechthoekig grondplan van vijf op vier traveeën en twee tot drie bouwlagen onder een complexe bedaking van leien zadel- en schilddaken met dakkapellen en schoorstenen. De begane grond is opgevat als souterrain; de eerste verdieping als bel-etage. Verankerde bak- en zandsteenbouw; vrij beperkt gebruik van zandsteen (Reffroy) onder meer voor de omlopende geblokte plint, kordons, lekdrempels, omlijsting van steigergaten, dekstenen, sierelementen,... Al dan niet verspringende lijstgevels met houten kroonlijst op klossen; ten noorden en ten zuiden gecombineerd met respectievelijk een klok- en tuitgevel ter hoogte van de twee rechter traveeën; westgevel met een halve tuitgevel en een grotendeels ingebouwde octogonale toren onder leien peerspits met ijzeren windvaan. Klokgevel rijk uitgewerkt met zandstenen onderdelen onder meer de steigergaten, negblokken, voluten, dekstenen en topornament; tuitgevels met vlechtingen en aandak. Bakstenen bordes met gedenkplaat voor de slachtoffers van beide wereldoorlogen; aan weerszijden een arduinen bordestrap met smeedijzeren leuning. Bel-etage met rondboogportaal van zandsteen; buikige Dorische zuilen met een entablement voorzien van trigliefen met guttae onder een gebroken fronton met omlijst segmentboogvenster; in het portaal zelf een korfbogige vleugeldeur voorafgegaan door enkele arduinen trappen. Overwegend houten kozijnvensters, variërend in grootte en model onder meer diverse types van kruis-, bol- en kloosterkozijnen; oculi in de geveltoppen. Rechthoekige deuren in zij- en achtergevels. Vernieuwd houtwerk met dubbele beglazing. Halfcirkelvormig plantsoen met bloemperken, voorzien van een ijzeren afsluiting op bakstenen sokkel.

Interieur

Het oorspronkelijk ontwerp toont een centrale gang van voor- naar achtergevel met links en rechts telkens twee vertrekken, rechts een loodrecht geplaatste traphal (toren); op de bel-etage links vooraan de raadzaal en achteraan de kamer van de ontvanger, rechts vooraan het secretariaat en achteraan het kabinet van de burgemeester; op de begane grond links vooraan de bibliotheek met achteraan het politiebureel, rechts vooraan de brandweer en berging met daarachter de "cachotten". Voormelde indeling bleef grosso modo bewaard; de meeste vertrekken wijzigden weliswaar van functie, werden aangepast en/of gemoderniseerd. Raadzaal in neo-Vlaamserenaissance-stijl: bepleisterde en beschilderde muren met houten lambrisering waarop typische siermotieven; houten plafond met moer- en kinderbalken en bronzen bolluchters; schouw met houten schouwbalk op witstenen wangen; parketvloer. Houten bordestrap met balusterleuning en trappaal; originele houten binnendeuren; nieuwe vloer; schilderijen van Karel Ooms (1845-1900).

  • Provinciaal Archief Antwerpen, Gemeentehuizen, Dessel, dossier 3, 5.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Arendonk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n6, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Sadeleer S. 2004: Gemeentehuis Dessel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/75537 (geraadpleegd op ).