Gegroepeerde arbeidershuizen met enkelhuisopstand van twee tot drie traveeën en één, anderhalve tot twee bouwlagen onder gemeenschappelijk (mank) zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen).

Al dan niet verankerde bakstenen lijstgevels met gecementeerde plint, soms uitgewerkt met een baksteenfries, gecementeerde boogstenen of met muurbanden; overwegend segmentbogige muuropeningen, weliswaar veelal verbouwd tot rechthoekig; loodrecht gelegen uitbouwen.

De nummers 103-109 met een later verhoogde voorgevel, zie bouwnaad in metselwerk.

Nummer 103 met een loodrecht gelegen aanbouw onder afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen); verankerd gecementeerd volume met rechthoekige muuropeningen onder houten lateien. Aanpassingen/verbouwingen onder meer de muuropeningen, nieuw parement.