Bescheiden landhuis in eclectische stijl met cottage-inslag, circa 1911 opgetrokken als zomerverblijf in opdracht van Albert de Meester de Betzenbroeck, later uitgebreid en aangepast naar ontwerp van atelier Vanhout-Schellekens. Omringende parktuin met grasperken en hagen, bospartijen en vijvers.

Dubbelhuis bestaande uit loodrecht in elkaar gewerkte vleugels met wisselend aantal traveeën en twee bouwlagen onder overkragende, soms afgewolfde zadeldaken (mechanische pannen) met klimmende dakkapellen en typische schoorsteen. Samenspel van lijst- en puntgevels, deels uitgevoerd in baksteen, deels in pseudo-vakwerk, op hoge gemetselde onderbouw.

Tuingevel met vierkante toren onder schilddak (leien), bekronende dakruiter met klok en smeedijzeren topversiering; links aansluitend terras onder lessenaarsdak op houten stijlen en met dito leuning; rechts uitbouw met driezijdige erker en balkon. Rechthoekige en licht getoogde muuropeningen met luiken voor de benedenvensters, gekleurd structuurglas in de bovenlichten.