Voormalig land- en bosbouwbedrijf, teruggaande op een eind 18de-eeuwse boerderij opgericht door graaf Depestre, eind 19de eeuw door Arthur Verhagen gedeeltelijk vernieuwd en in 1926 door Martin Verbeeck uitgebreid, onder meer met een monumentale hooischuur (zie ook nummer 9).
Hoevecomplex, toegankelijk via eikendreef, met voormalige koeienstal nabij de straat en vrijstaande U-vormig opgestelde vleugels achterin, met name de duiventoren met aansluitend vertrek en paardenstallen, een loodrecht gelegen vleugel met varkensstallen en een monumentale hooischuur. Het vroegere boerenhuis werd circa 1985 door het huidige woonhuis vervangen, de werkmanswoningen links van de duiventoren door de huidige uitbouw. Met gras begroeid erf met verharde paden. Omringende eikenbossen.
Koeienstal, gekadastreerd in 1927; voormalige driebeukige potstal van vier traveeën onder overkragend zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Verankerde baksteenbouw met segmentbogige muuropeningen en oculi, aan weerszijden met afhang over de volledige lengte waarin rechthoekige poort onder betonnen latei. Nog aanwezige ijzeren "reipels". Heden in gebruik als atelier.
Duiventoren, gekadastreerd in 1863; massieve verankerde baksteenbouw onder tentdak (Vlaamse pannen) met houten dakruiter en klok. Boogvormige doorgang, aan de straatzijde vermeerderd met hoeksteunberen. Bovenverdieping met blinde rondboognissen en mijterboogvormige duivengaten. Doorgang met vlakke houten zoldering. Flankerende afhangen onder lessenaarsdak, voorzien van vlechtingen, hoeksteunberen, rechthoekige vensters en oculi, die blind zijn aan de achterzijde. Rechts aansluitend lager vertrek, ingevoegd tussen duiventoren en voormalige paardenstallen, waar eertijds de aardappelen voor de varkens werden gekookt. Nog aanwezige haard en schoorsteen; achtergevel met rechthoekige deur en venster onder houten latei.
Verankerde bakstenen paardenstallen van twaalf traveeën - waarvan zeven gekadastreerd in 1863 en vijf later bijgebouwde- onder overkragend zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen). Straatgevel met segmentbogige doorbrekingen, hetzij met houten verluchtingsroosters bovenaan en sporadisch rechthoekige deuren, hetzij met een poort, hetzij volledig geopend en dienstdoend als karrenhuis. Erfgevel met afhang over de volledige lengte. Gecementeerde zuidwestzijde.
Monumentale driebeukige langsschuur van dertien traveeën onder overkragend, geknikt zadeldak (nok parallel aan de straat, kunstleien), van 1926. Bakstenen zij- en achtergevels, eerstgenoemde met beplankte toppen en rechthoekige houten (schuif)poorten onder dito latei, laatstgenoemde met rechthoekige betonnen vensters. Opengewerkte voorzijde met segmentbogige doorbrekingen gevormd door fraai afgewerkte houten windborden. Eikenhouten ankerbalkgebinten met pen- en gatverbindingen en telmerken op gemetselde poeren. Eertijds gekasseide vloer, heden vervangen door betonklinkers. Houten zoldering.
Bakstenen varkensstallen (nok loodrecht op de straat, golfplaten), gekadastreerd in 1934 met hoger opgetrokken middelste deel (nok parallel aan de straat). Rechthoekige muuropeningen onder betonnen latei. Nog aanwezige zinken verluchtingskokers.
- Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Poppel, schetsen 1863/20, 1927/6, 1934/17.