Geheel van drie volgens repeterend schema gekoppelde, neoclassicistische burgerhuizen, volgens de bouwaanvraag uit 1856 opgetrokken in opdracht van Petrus Schippers. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Het middenpand (nummer 62) werd in 1877 door Sébastien Van Besten verbouwd tot eigen woning, en daarbij verhoogd met een bijkomende verdieping. Van deze architect zijn in Antwerpen bouwprojecten geïdentificeerd uit de jaren 1875 tot 1899. Het betreft zonder uitzondering neoclassicistische rijwoningen van een conventioneel type.
De eenheidsbebouwing bestaat uit drie panden met enkelhuisopstand van elk drie traveeën en oorspronkelijk drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). Daarbij hebben de zijpanden een identieke opstand, en wijkt het middenpand van bij oorsprong af qua detaillering. Door het verhogen met een tweede verdieping werd het onderscheid tussen de drie panden nog versterkt. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels, met een plint uit blauwe hardsteen, beantwoorden verder aan een regelmatig ordonnantieschema. Het houten schrijnwerk is veelal niet meer origineel, de gietijzeren voetschrapers zijn wel bewaard.
Beide zijpanden (nummers 60 en 64) hebben rechthoekige muuropeningen, de inkomdeur gevat in een hardstenen omlijsting met neuten en geprofileerde dagkanten, de vensters met individuele lekdrempels. De bovenverdieping wordt geaccentueerd door afgeronde bovenhoeken, geriemde omlijstingen met oren, geprofileerde dagkanten, geprofileerde onderdorpels en spiegelboogcasementen op de borstwering. Een houten kroonlijst op klossen boven spiegelboogcasementen vormt de gevelbeëindiging.
Het middenpand (nummer 62) heeft op de begane grond dezelfde opstand als de zijpanden, echter geaccentueerd door vensteromlijstingen en voluutconsoles onder de lekdrempels. De bovenverdieping onderscheidt zich door rondboogvensters in geriemde omlijstingen op cordonvormende lekdrempels met geprofileerde onderdorpel, en wordt verder gemarkeerd door een architraaf en casementen in de boogzwikken, en een waterlijst op de borstwering. De toegevoegde verdieping heeft rechthoekige vensters in geriemde omlijsting op cordonvormende lekdrempels met geprofileerde onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, samengesteld uit een architraaf, een fries met casementen en een houten kroonlijst op klossen en voluutconsoles.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313732 (geraadpleegd op ).
Eenheidsbebouwing van circa 1860; hoger opgaande middelste gevel met op de bel-etage rondboogvensters in geprofileerde omlijsting; de aansluitende gevels met spiegelboogpanelen op borstweringen en fries, vensters op de bovenverdieping met afgeronde bovenhoeken in geriemde omlijsting met oren.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7575 (geraadpleegd op ).