Vrijstaand gebouw in art deco van drie op twee traveeën, twee bouwlagen en lagere loodrecht gelegen uitbouw onder complexe, overkragende bedaking met kenmerkende dakkapellen en schoorsteen (nokrichtingen parallel aan, loodrecht op de straat, zwarte Vlaamse pannen); gekadastreerd in 1939.

Combinatie van lijst- en puntgevels met parement van gele gevelsteen alternerend met dito bruine muurpartijen in Vlaams metselverband, sierelementen van rode en lekdrempels van zwarte faience. Begane grond met overdekt terras ter hoogte van inkom en aansluitende travee, afgeronde betonnen luifel op bakstenen pijlers tussen beneden- en bovenvensters, verder verlichtingsarmaturen en gemetselde bloembakken uit bouwperiode. Bovenverdieping met uitgespaarde hoek, gesloten afgerond balkon en omlopende houten kroonlijst. Rechthoekige muuropeningen met origineel ingekast houtwerk en gekleurd structuurglas in de bovenlichten; deur in afgeschuinde hoek; decoratief uitgewerkt sleufvenster in de puntgevel. Recente invulling tussen hoofdvolume en uitbouw.

Interieur: gelagzaal met originele keramische tegelvloer.