Burgerhuis in eclectische stijl naar een ontwerp door de architect François Toen uit 1900. Opdrachtgever was Eugène Coveliers, die het gebouw liet optrekken achteraan op het perceel van zijn in 1898 gebouwde hotel in de Paleisstraat, met behoud van een doorgang. Het pand werd in 1912 door de toenmalige eigenaar de heer E. Stocker verhoogd met een extra verdieping en een pseudo-mansarde (verdwenen of niet uitgevoerd) naar ontwerp van de architect Gustaaf De Coster-Fierens.

De woning Coveliers behoort tot het vroege oeuvre van François Toen, wiens loopbaan omstreeks 1895 van start ging. Hij was niet alleen actief als architect, maar bovenal als bouwpromotor. In de periode vóór de Eerste Wereldoorlog, ontwierp hij meerdere burger- en herenhuizen voor de Antwerpse burgerij, onder meer in de wijk Zurenborg. Hierbij paste Toen uiteenlopende neostijlen toe, met een statige allure en een hoog decoratief gehalte als constante.

Met een gevelbreedte van drie/twee traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit baksteenmetselwerk in kruisverband met gebruik van witte natuursteen voor speklagen, diamantkoppen, colonnetten, balustraden, het balkon en een gevelsteen (volledig overschilderd) op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, kordonvormende lekdrempels en friezen, beantwoordt de compositie aan een axiaal opzet, waarbij de middenas wordt gemarkeerd door een rolwerkcartouche en twee blindnissen. Rechthoekig tweelicht met tussenzuil, deur en poort onder ijzeren I-balk op de begane grond; twee brede rondboogvensters met diamantkoppen, halfrond balkon en doorgetrokken balustrade op de eerste verdieping; rondboogtweelichten met tussenzuil of -pijler op de bovenste twee verdiepingen. De rankwerkfries met centrale cartouche boven de tweede verdieping, hoort bij het oorspronkelijk klassieke hoofdgestel, waarvan de houten kroonlijst op klossen en tandlijst in 1912 hogerop werd geplaatst. Grotendeels vernieuwd schrijnwerk.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De begane grond, met de doorgang naar het hotel Coveliers in de Paleisstraat, omvat volgens de bouwplannen de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, geflankeerd door de keuken, annex pomphuis en wc in de achterbouw. Op de eerste verdieping bevinden zich vijf slaapkamers, op de tweede verdieping oorspronkelijk vier en sinds 1912 vijf slaapkamers, de in 1912 toegevoegde derde verdieping omvat vier slaapkamers.