Losstaande verankerde bakstenen gebouwen onder zadeldak (mechanische pannen). Woonstalhuis (nokrichting loodrecht op de straat) van drie en vijf traveeën; opklimmend tot het vierde kwart van de 19de eeuw tot eerste kwart van de 20ste eeuw, huidige uitwendige vormgeving dateert van circa 1931, woongedeelte later opnieuw aangepast.

Stal met muizentand en gecementeerde plint; rechthoekige betonnen vensters in voor- en zijpuntgevel, achtergevel met afhang waarin rechthoekige muuropeningen met houten lateien; deels bewaarde houten koestaken en een samengestelde balklaag.

Ten zuidwesten, een tweebeukige langsschuur (nok parallel aan de straat) van vijf traveeën met afhang van circa 1928; gevels geritmeerd door rechthoekige spaarvelden en muizentand; getoogde venstertjes en segmentboogdeur in de langsgevels; rechthoekige poort met houten latei en verluchtingsgaten in de kopgevels. Dekbalkgebinte met telmerken, verankerd in de zuidwestelijke muur.

Ten zuidoosten, een karrenhuis + paardenstal met afhang (nok loodrecht op de straat); muizentand. Rechthoekige deuren en poort met houten lateien.