Teksten van Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7583

Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl ()

Twee gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl, naar een ontwerp door de architect Louis Hamaide uit 1906. Het linker pand (nummer 29) werd voor eigen rekening van Hamaide opgetrokken, en het rechter pand (nummer 28) in opdracht van juffrouw Alice Hamaide, een naaste verwante ten tijde van de bouwaanvraag gedomicilieerd op hetzelfde adres als de architect, Quellinstraat 16. Tot het eigen bouwproject van Hamaide behoorde een tweede burgerhuis in beaux-artsstijl op het achter aanpalende perceel Zénobe Grammestraat 35, waarvan de begane grond inmiddels werd verbouwd.

In het bouwblok begrensd door Stanleystraat, Cobdenstraat en Zénobe Grammestraat realiseerde Louis Hamaide tussen 1904 en 1909 in totaal drieëntwintig bouwprojecten, goed voor eenenvijftig huizen. Behalve de woning voor eigen rekening en deze van Alice Hamaide, kwamen de overige eenentwintig projecten tot stand voor dertien verschillende opdrachtgevers. Met uitzondering van de huizenrij op nummers 1-5 en de hoekpanden met de Zénobe Grammestraat, bebouwde de architect in de Stanleystraat niet minder dan dertig van de achtendertig percelen. Deze huizen, het merendeel in een door de neorenaissance beïnvloede eclectische stijl en een tiental in gematigde art-nouveaustijl, behoren tot zijn rijpe oeuvre. Als architect actief vanaf omstreeks 1880, beantwoordden de vroege ontwerpen van Hamaide overwegend aan het conventionele neoclassicisme. Kort vóór de eeuwwisseling liet hij zich opmerken met de rijk geornamenteerde neorenaissance-architectuur van het hotel Dierckx en het winkelhuis Heye in de Leysstraat. Omstreeks 1905 leverde de architect een bescheiden bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, om zijn loopbaan in 1925 stijlvol af te sluiten met de Herbosch Building, een vroeg voorbeeld van art deco.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Beide lijstgevels hebben een parement uit witte natuursteen (overschilderd in nummer 28) op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Hoewel de gevelcomposities afzonderlijk behandeld werden, lijken beide panden toch als één geheel ontworpen te zijn, met de klemtoon op de bel-etage. Het linker pand (nummer 29) beantwoordt aan een asymmetrisch opzet, over twee traveeën gemarkeerd door een driezijdige houten erker en balkon, rustend op een gebuikte basis. Als opmerkelijk detail zijn de bovenverdiepingen van de inkomtravee gevat in een halve rondbooglisene, boven- en onderaan geaccentueerd door een rankwerkvoluut. Het aediculavenster boven het portaal wordt omlijst door pilasters en een fronton. Verder bestaat de opstand uit registers van korfboogopeningen in de pui, en spiegelboogvensters in de topgeleding, afgewerkt met een houten kroonlijst. De gevelcompositie van het rechter pand is axiaal van opzet, geflankeerd door pilasters die boven de kroonlijst zijn doorgetrokken tot postamenten met guirlandes. Dominant hier is de gevelbrede erker met fraai art-nouveau-schrijnwerk, rustend op ijzeren I-balken en consoles, en met een smeedijzeren borstwering als bekroning. Verder bestaat de opstand uit rechthoekige deur- en vensteropeningen die in de topgeleding tot drielicht zijn gegroepeerd, en de gevelbeëindiging uit een houten kroonlijst op uitgelengde consoles. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters met typische roeden, is in beide panden integraal bewaard, evenals het karakteristieke smeedijzeren traliewerk van de pui.

De plattegrond van beide panden beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, vermoedelijk ontsloten door een zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Zoals gebruikelijk was de lage begane grond daarbij voorbehouden aan een kantoor- of spreekkamer en dienstlokalen als de keuken. De bel-etage omvatte de woonvertrekken, vermoedelijk een suite van salon, eetkamer en veranda, en de tweede verdieping de slaapkamers. In het bouwdossier ontbreken de plattegronden.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1906#664-665.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 71-72.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/185829 (geraadpleegd op ).


Art nouveau rijhuizen ()

Nummers 27-29. Rijhuizen in art nouveau naar ontwerp van L. Hamaide, nummers 27-28 van 1907, nummer 29 van 1906. Lijstgevels met parement van natuursteen, nummer 27 met gele bakstenen bovenbouw; markerende brede erkers met balkon, sierlijke smeedijzeren leuningen met floraal motief voor nummers 27 en 28, strakke houten borstwering voor nummer 29. Diverse venster- en deurvormen. Origineel schrijnwerk met typische roedeverdeling voor de ramen; de nummers 28 en 29 met getraliede benedenvensters. Houten kroonlijst op dito langgerekte consoles, voor nummer 28 verdwenen sedert optekening.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1906#664 en 1907#767.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 71-72.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7583 (geraadpleegd op ).