Deze neoclassicistische meergezinswoning werd ontworpen in 1880 door H. Leytens voor diamantfabrikant Egied Henri Meier-Opdebeeck, vlakbij in de Van Leriusstraat wonende. De woning werd op de begane grond als drinkgelegenheid uitgebaat, met appartementen op de verdiepingen. In de jaren 1920 laat de uitbater en eigenaar Bousé er twee uitzonderlijke elementen aan toevoegen, namelijk een sprookjesachtige zeshoekige tearoom in neomoorse stijl naar ontwerp van J. Detongres (1920) en de twee grote afgeronde erkers op de bel-etage uitgevoerd door het Parijse Bureau Hennebique naar een ontwerp van Frans Verhoeven (1923). Daarmee is dit pand een uitstekend voorbeeld van een eind-19de-eeuwse horecapand in de stationsbuurt, dat tijdens het interbellum door modegevoelige aanpassingen meer klandizie in deze drukke uitgaansbuurt tracht te lokken. De geslaagde combinatie van stijlen en het uitzonderlijke theesalon geven dit pand nog steeds een grote erfgoedwaarde.
Het pand telt vier traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak dat door twee dakvensters wordt verlicht. Op de begane grond bevindt zich in de tweede travee een gang die de woning doorsnijdt, met rechts een enfilade van vier kamers als "salons de consommation" en links de haaks op de gang geplaatste trapkoker, met aan straatkant salon en achterin een ruimte die oorspronkelijk als keuken, washuis en koer met toilet dienst deden. De appartementen op de verdiepingen volgen grosso modo dezelfde indeling. Het pand onderging in de jaren 1920 een aantal waardevolle aanpassingen, onder meer de twee imposante ronde erkers in gewapend beton op de eerste verdieping, versierd met bloemen, festoenen en strikken in stucwerk en bekroond door een ijzeren balkonleuning. Voor de constructie van deze twee erkers werd een beroep gedaan op het Parijse bureau Hennebique. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel bevat ook nog eind-19de-eeuwse neoclassicistische elementen zoals de rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijstingen en de klassieke gevelafsluiting met gelede architraaf, panelenfries met bloemen, tandlijst, klossen, voluutconsoles. De geblokte begane grond werd in 1938 verbouwd.
Achterin het pand, de ruimte van de oorspronkelijke cour innemend, bevindt zich een zeshoekig theesalon met een zeer zeldzame, gaaf bewaarde neomoorse aankleding, waarbij het koepelgewelf rust op zuilen, waartussen spiegels aan de wanden zijn aangebracht. Centraal in de koepel, zenithale verlichting. Het ontwerp voor dit bijzondere salon werd getekend door architect J. Detongres, vlakbij wonende in de Hoveniersstraat. Over deze architect is verder nog geen informatie bekend.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1880 # 714, 1919 # 8915, 1920 # 9372, 1923 # 15702, 18 # 11528.
- Archief van het kadaster Antwerpen, Mutatieschetsen, Antwerpen Afdeling 8 Sectie H, 1880/179.
- Archief van het kadaster Antwerpen, Legger, Antwerpen Afdeling 8 Sectie H, artikel 877.