Hoeve van in totaal acht traveeën onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), opklimmend tot het eerste kwart van de 20ste eeuw; achteraan een vrijstaande langsschuur onder zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, golfplaten) met afhangen waarin onder meer stallingen werden ondergebracht.
Hoeve bestaande uit woongedeelte met dubbelhuisopstand van drie traveeën, stal van oorspronkelijk drie traveeën en een tweebeukige schuur van twee traveeën. Verankerde bakstenen gebouwen. Lijstgevel met gecementeerde plint en muizentandfries; achtergevel met afhang. Segmentbogige muuropeningen met gedeeltelijk origineel houtwerk, zie paneeldeur met glas- en ijzerwerk en bovenlicht; beluikte vensters met arduinen lekdrempels, opkamer- en keldervenster in noordoostelijke zijpuntgevel.
Stal met in het metselwerk sporen van een gedichte stalpoort; klein laadluik boven de staldeur. Schuurpoort met houten latei. Beukenhagen links en rechts van de hoeve.
Nummer 24 monumentale hoeve van hetzelfde type, in dit geval gecombineerd met een tweebeukige schuur van vier traveeën met afhang en een deels afgebroken aanbouw; notelaars.