erfgoedobject

Notariswoning

bouwkundig element
ID
76013
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/76013

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Notariswoning
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Notariswoning
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Notariswoning
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Voormalige notariswoning, heden zogenaamd "Landbouwershuis". Burgerhuis gebouwd in 1778 zie jaarcijfers op gevel) door notaris Franciscus Xaverius Mys en zijn echtgenote Anna Jacoba Pijnaert. Volgens de Staten van Goed opgemaakt bij het overlijden van notaris Mys staat het huis beschreven als: "Een huys stede ende erve, gestaen ende geleghen binnen de stede van Assenede ten jaere 1778 geheel nieuw uit den grond gebouwd, volgens de nieuwe ommeloper nr. 60, den voorgaende afgebroken huys ende grond ... in coope bekommen jegens sieur Francies Bezaen de jonghe". Het nieuwe huis van notaris Mys bevindt zich rechts van het in 1771 opgerichte "stadhuis van de Stede en Ambacht Assenede", eveneens een classicistisch gebouw, toegeschreven aan de Gentse bouwmeester Jan Baptist Simoens. Op de arduinen deuromlijsting van de notariswoning komen het steenhouwersmerk NPN voor, in Gent geïdentificeerd als de handtekening van meester-steenhouwer Nicolas Paternotte, steenkoopman van de groeve van Arquennes in Henegouwen. In Gent was hij onder meer leverancier voor de Sint-Pietersabdij en het hotel d'Hane-Steenhuyse in de periode 1772-1779 waar hij telkens samenwerkte met architect Jan Baptist Simoens.

In 1834 is Eduard Van Moffaert, ontvanger, als eigenaar opgetekend. Hij was de zoon van Marie Theresia Mys en Philippe Van Moffaert. In 1873 werd het huis verkocht aan Henri Dierickx, geneesheer te Assenede. Tot een nieuwe verkoop in 1914 bleef het huis als woonhuis van dorpsnotabelen in oorspronkelijke staat behouden. Prentbriefkaarten van circa 1918 tonen een verbouwde pui met links één vergroot venster onder I-latei voor een kruidenierszaak, "De kleine winst" genoemd. De twee rechtse vensters werden vergroot tot typische deurvensters voor een herberg. Begin de jaren 1950 werd het huis eigendom van de lokale brouwerij Van Hoorebeke en kreeg de hele benedenverdieping herbergfunctie met als uithangteken het "Landbouwershuis". Ook de binnenkoer tot aan het oude achterhuis werd toen overdekt en ingericht als feestzaal. Heden zijn de deurvensters opnieuw verbouwd tot vensters en onderaan voorzien van een plint in leisteen.

Het burgerhuis is een mooi voorbeeld van classicistische architectuur door de aanwezige kenmerkende Lodewijk XVI-decoratie. De voorgevel met symmetrische dubbelhuisopstand telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder zwart pannen zadeldak. De oorspronkelijke verankerde bakstenen lijstgevel, vroeger in ossenbloedkleur- en nu geelgeschilderd, is afgewerkt door een klassiek hoofdgestel met geprofileerde architraaf, fries met jaarcijfers 1778 en hollijst onder de houten kroonlijst, boven de drie middentraveeën gedragen door typische Lodewijk XVI-consoles met trigliefen, guirlande en rozet. De verkropping boven de drie middentraveeën wijst mogelijk op een vroegere frontonbekroning. Blikvanger in het geaccentueerde middenrisaliet op de begane grond is de originele rijkelijk uitgewerkte arduinen inkom met classicistische vormgeving: een rondboogdeuropening gevat in een geprofileerde rechthoekige deuromlijsting op neuten, met oren en uitgespaarde bovenhoeken. De rechte kroonlijst wordt ondersteund door trigliefconsoles en een gegroefde sluitsteen. Het lettermerk NPN verwijst naar de steenhouwer Nicolas Paternotte. In de rechterbovenhoek is nog het opgeschilderde vroegere huisnummer A 60 zichtbaar. De rondboogdeuropening behield de fraaie originele spiegelboogvormige paneeldeur met het oorspronkelijk beslag en de houten waaier in het bovenlicht. Het spiegelboogvormig bovenvenster is eveneens geaccentueerd door een geprofileerde, witgeschilderde omlijsting met oren en sluitsteen boven een versierde borstwering. De overige rechthoekige bovenvensters hebben een fijnere geprofileerde, witgeschilderde omlijsting met oren en sluitsteen. Het schrijnwerk werd overal vernieuwd. De oorspronkelijke, eveneens omlijste rechthoekige benedenvensters werden jammerlijk verbouwd in het begin van de 20ste eeuw en kregen ijzeren I-lateien met rozetjes om de verbrede opening te ondersteunen. Een nieuwe natuurstenen plint en reclamepanelen ontsieren momenteel de benedenverdieping.

Binnenin kreeg de benedenverdieping zijn huidige inrichting en aankleding in de jaren 1950. De centrale gang verdween en de scheidingsmuren werden vervangen door een bakstenen boog. Van het oorspronkelijk stucplafond bleef slecht een stukje zichtbaar in het tochtportaal. De linkervoorkamer met nieuwe neogotische schouw werd voorzien van een wandschildering op doek met Italiaans landschap, gesigneerd: "Decuin Jos" (?), en een vals plafond. De twee rechterkamers werden verbouwd tot één gelagzaal met toog maar behielden wel de oorspronkelijk stucplafonds met omlopende lijst. In de linkerachterkamer bleef een nisvormige schouw bewaard. Een nieuwe betonnen trap leidt naar de gewelfde kelders met twee parallelle tongewelven.De feestzaal tussen het oorspronkelijke voor- en achterhuis is op de rechterwand nog voorzien van een geometrische muurdecoratie, naar verluidt uitgevoerd door kunstschilder Jules Boulez (1889-1960) uit Oudenaarde. Een steile eikenhouten trap met balusterleuning leidt naar de bovenverdieping waar de 18de-eeuwse toestand beter bewaard is. De oorspronkelijke indeling met vier kamers uitkomend op de overloop met vier originele deuren bleef hier behouden. In de voorkamers getuigen de classicistische schouwen met sobere stucdecoratie en één stucplafond nog van de originele aankleding. Een trapkast met 18de-eeuwse deur leidt naar de zolderverdieping.

  • Kadaster Gent, archief.
  • Rijksarchief Gent, Sint-Albertpolder, nummers 1442, 1443.
  • Rijksarchief Gent, Ambacht Assenede, nummer 220.
  • Stadsarchief Gent, serie 98, nummer 22, Registre de plans relatifs au Nord de la Flandre (Zelzaete, Ertvelde, Bouchaute et Assenede, Sas de Gand) par Bart. De Buck, 1657-59.
  • Deuren en poorten, Zeven eeuwen techniek en esthetiek, Gent, 1995, p. 92, 116-117.
  • LALLEMAN M.C., Steenhouwer Nicolas Paternotte, in Stadsarcheologie, Gent, XIII, 1, 1989, p. 37-53.

Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Notariswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/76013 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.