Aan een zijweg gelegen hoeve met losse bestanddelen, minstens opklimmend tot de 18de eeuw. Boerenwoning van zeven traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen). Witgeschilderde verankerde gevels op gecementeerde plint. Rechthoekige vensters met houten kozijnen met vernieuwd schrijnwerk op arduinen dorpels, bewaarde duimen van verdwenen luiken. Licht getoogde deur in bruin geschilderde bakstenen omlijsting met pilastertjes op neuten, en erboven vierkant bovenlicht. Zijgevels, met aandaken en muurvlechtingen, rechtergevel witgeschilderd. Binnenshuis: goed bewaarde woonkamer met witgeschilderde samengestelde balklaag met versierde moerbalk, grote schouw met bordenlijst, geflankeerd door vaste kast en slaapkamerdeur en later gelegde mozaïektegelvloer. In gang, gekoppelde getoogde deuren naar kelder, opkamer, zolder met het oude beslag.
Ten oosten van woonhuis, schuur en varkensstallen, met ertussen mestvaalt. Bakstenen schuur onder afgewolfd zadeldak met golfplaten, oorspronkelijk houten schuur met strodak, in 1938 versteend, stro vervangen door golfplaten in 1956. Vroegere doorrit hoger opgetrokken in dak, aan veldzijde met opwaartse welving, verwijzend naar het vroegere strodak. Oostelijke zijgevel afgewerkt met houten bebording, voorzien van ingegrifte inscripties, onder andere met jaartallen 1835, 1889, 1893.