Hoeve met losse bestanddelen, gelegen in een groot begraasd erf met een opvallende notelaar voor het huis, vermoedelijk daterend uit het einde van de 18de eeuw of het begin van de 19de eeuw.
Klein, eenvoudig boerenhuis opgetrokken uit witgeschilderde baksteen en afgedekt met een zadeldak met rode pannen. De verankerde voorgevel van het boerenhuis vertoont twee rechthoekige vensters met vernieuwde houten kozijnen, afgesloten door roodgeverfde luiken. De rechthoekige deur in het midden van de gevel is gevat in een uitspringende bakstenen omlijsting, eveneens fel rood geschilderd, op neuten en bekroond door een geprofileerde kroonlijstje.
De dwarsschuur is deels opgetrokken uit houten beplanking en deels uit geschilderde baksteen en afgedekt met een schilddak, voorheen met strobedekking, een aantal jaren geleden vervangen door golfplaten. De doorritpoort is voorzien van een typisch klein deurtje, een stippel of klinket. In de verst van de woning gelegen travee is zoals gewoonlijk het (open) wagenhuis aangebracht. Een gedeelte van de voorgevel aan de staldeuren, de noordelijke zijgevel en de achtergevel, zijn versteend.
Voorts zijn er nog twee kleinere afzonderlijke gebouwtjes op het erf aanwezig, een bakhuis en de vroegere varkensstallen, die de gebruikelijke componenten vormen van het traditionele boerenbedrijf. Het zijn witgeschilderde bakstenen gebouwtjes met pannen zadeldaken. De varkensstallen zijn gedateerd van 1871.