Het bij Ministerieel Besluit van 04.11.2002 beschermde oorlogsmonument bij de nieuwe dorpslinde staat op het driehoekige grasperk ten noorden van de provinciale rijweg. Naar verspreid gebruik werd het oorlogsmonument ingeplant ongeveer midden op de hoofdplaats tussen parochiekerk en het vroegere gemeentehuis. Het opvallende herdenkingsteken geplaatst in 1923 is opgedragen aan de gesneuvelde soldaten en burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog en gedenkt ook de oorlogsslachtoffers van 1940-45.

Het hardstenen oorlogsmonument met klassiek vrouwenbeeld staand tegen een afgeknotte obelisk, bezit een vormgeving verwant aan die van grafmonumenten. Volgens signatuur op de sokkel en volgens archiefdocumenten werd het monument en het intussen verdwenen omringende hekwerk geleverd door de vermaarde steenkapper Eduard Rombaux-Roland van Ecaussines. Mogelijk is het vrouwenbeeld toe te schrijven aan beeldhouwer Jules Vits van Melle (voorlopig geen documenten die dit kunnen staven bekend). De obelisk staat op drie treden. Een gebonden laurierkrans beëindigt de gebogen basis van de kolom. De jonge vrouw met opgestoken haar heeft een klassieke pose. Het gedrapeerde kleed ontbloot één schouder. In de linkerhand houdt de vrouw een laurierkrans, met de rechterhand schrijft de vrouwenfiguur een tekst op één zijde van de obelisk. Het opschrift, neergeschreven door de vrouw luidt: "Hulde aan onze Heldhaftige Dooden 1914-1918". Op de zijkanten werden onder de titel "Voor het vaderland gesneuveld" de namen van de gesneuvelden uitgebeiteld. Langs de andere zijde werden onder de tekst "Voor het vaderland gestorven" de namen van de burgerslachtoffers vermeld. Na 1945 werden de nieuwe slachtoffers toegevoegd. Op de achterzijde van het gedenkteken werden de burgemeester, schepenen, raadsleden en secretaris van de gemeente vermeld.