is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Lagere Meisjesschool 13
Deze vaststelling is geldig sinds
Lagere Meisjesschool in eclectische stijl, gebouwd door de Stad Antwerpen naar een ontwerp van stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen uit 1903. De bouw begroot op negen maanden, werd in december 1903 bij openbare aanbesteding toegewezen aan de aannemer Godfried Van Bergen, voor een bedrag van 175.052 Belgische frank. De lagere meisjesschool van de 7de wijk opende haar deuren in 1904, gevolgd door de inrichting van de turnzaal in 1906 en door de installatie van stortbaden in 1908. Zij geldt als de eerste school van het stedelijk onderwijsnet die was uitgerust met elektrische verlichting en stortbaden. Vanaf 1936 huisvestten de gebouwen de Handelsschool voor Jongens, en vanaf 1958 het Stedelijk Hoger Instituut voor Handel en Administratie. Bij verbouwingen naar ontwerp van stadsarchitect Ferdinand Peeters uit 1955-1958, werden van beide klassenvleugels de trappen vernieuwd en de oorspronkelijke zadeldaken vervangen door platte daken. De vleugel van de turnzaal kreeg een extra bouwlaag en en een nieuwe luifel. Vandaag doet de school dienst als lesplaats voor het stedelijk Centrum voor Volwassenenonderwijs Encora.
Alexis Van Mechelen, stads(hoofd)bouwmeester van 1902 tot zijn overlijden in 1919, is vooral bekend van de Opera aan de Frankrijklei en de Stadsfeestzaal aan de Meir die hij in de jaren 1900 realiseerde. Deze gebouwen kenmerken zich door een monumentaal eclecticisme onder invloed van de beaux-artsstijl. Tijdens zijn ambtsperiode ontwierp hij een tiental schoolcomplexen zowel in eclectische (Van Aerdtstraat), in neo-Vlaamserenaissance-stijl (Grotehondstraat) als in beaux-artstijl (Lamorinièrestraat).
De school bestaat uit een voorbouw geïntegreerd in de rijbebouwing van de Van Aerdtstraat, die oorspronkelijke als inkom- en dienstgebouw fungeerde. De eigenlijke schoolgebouwen, zijn ingeplant op het binnenterrein van het bouwblok Van Aerdstraat, Fuggerstraat, Duboisstraat en De Pretstraat. Twee parallelle klassenvleugels flankeren de speelplaats aan de west- en de oostzijde, het paviljoen met de stortbadinrichting en de turnzaal neemt de noordzijde in. Deze typologie, bedoeld om de klaslokalen te isoleren van het straatlawaai, paste Alexis Van Mechelen vervolgens in gelijkaardige vorm toe in zijn ontwerp van de scholengroep in de Kasteelstraat en Verschansingstraat uit 1905.
De voorbouw met dubbelhuisopstand en een gevelbreedte van drie traveeën, omvat drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). Voor het parement van de lijstgevel is metselwerk uit witte Silezische brikken in kruisverband toegepast, overvloedig verwerkt met contrasterende steensoorten. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, sluitstenen en het entablement van de pui, de lekdrempels, en de borstweringen, imposten en entablementen van de eerste verdieping. Uitgevoerd in witte natuursteen (Euville) zijn de begane grond, de hoekkettingen van de eerste verdieping, de lateien van de tweede verdieping en de fries van het hoofdgestel. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit drie horizontaal gemarkeerde registers. Daarbij wordt begane grond als sokkel geaccentueerd door de zware bossage die uitstraalt rond de boogopeningen, en door de plint in rustica. Twee rondboogvensters flankeren het centrale rondboogportaal met afgeronde dagkanten, alle voorzien van sluitstenen. De naaminscriptie in de fries van het entablement is opgevuld en niet meer leesbaar. De eerste verdieping onderscheidt zich door rechthoekige vensters met individuele lekdrempels, omlijst door hoekkettingen, doorgetrokken imposten en gestrekte waterlijsten. De rechthoekige vensters van de lagere tweede verdieping hebben bewerkte, cordonvormende lekdrempels en wigvormig geblokte lateien. Een klassiek hoofdgestel met een doorlopend casement in de fries en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwd schrijnwerk.
Volgens de bouwplannen bood de begane grond ruimte aan de inkomhal, de keuken van de conciërge en het kantoor van de directrice. Ontsloten door de centraal ingeplante traphal, namen de bibliotheek en leraarskamer de eerste verdieping in, en de slaapkamers van de conciërgewoning de tweede verdieping.
Beide klassenvleugels, waarvan de westelijke veertien en de oostelijke elf traveeën telt, omvatten drie bouwlagen, oorspronkelijk onder pannen zadeldaken, die in de late jaren 1950 werden vervangen door platte daken. De lijstgevels hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door witte Silezische brikken voor de hoekkettingen, de ontlastingsbogen van de portalen en de wigvormige ontlasting van de vensters. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de plint en cordonvormende lekdrempels, van witte natuursteen voor de kruismonelen, lateien kraag- en sluitstenen van de vensters, en de omlijstingen van de luchtroosters. Beide opstanden worden volgens een symmetrisch opzet geritmeerd door twee risalieten, maar de kortere oostelijke vleugel telt één klas minder per bouwlaag. Geaccentueerd door rondboogdeuren met sluitsteen, drielichten met tussendorpel en hoekkettingen, geven de risalieten de inkomportalen en traphallen aan. Bij het vervangen van de zaldaken door platte daken, werden de oorspronkelijk bekronende puntgevels met hardstenen top- en schouderstukken gesloopt. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters op doorgetrokken lekdrempels, per drie traveeën gebundeld door hoekkettingen. Zij hebben een getoogde latei op kraagstenen onder een wigvormige ontlasting met sluitsteen, en in de borstwering een omlijst luchtrooster. Oorspronkelijk werden de werk- en tekenzaal in de middenpartij gemarkeerd door brede ateliervensters op de tweede verdieping en bovenlichten in het dakvlak. Een daklijst vervangt de oorspronkelijke houten kroonlijst op klossen, en het schrijnwerk is vernieuwd.
Ontsloten door twee traphallen omvat de plattegrond van de westvleugel drie klaslokalen en een vergaderlokaal op de begane grond, vier klaslokalen op de eerste verdieping, een ruime werkzaal en twee klaslokalen op de tweede verdieping. De oostvleugel volgt hetzelfde schema, met drie klaslokalen op begane grond en eerste verdieping, een tekenzaal, modelkamer en klaslokaal op de tweede verdieping. Volgens de bouwplannen was ijzer gebruikt voor de roosteringen en de draagstructuur van de trappen.
De turnzaal is ondergebracht in een oorspronkelijk vrijstaande vleugel aan de noordzijde, met een hoofdvolume van vier traveeën en twee bouwlagen onder een pannen schilddak, geflankeerd door lagere terugwijkende annexen van één bij twee traveeën en anderhalve bouwlaag onder halve schilddaken. Bij de ingrijpende verbouwing in late jaren 1950 is het gebouw globaal verhoogd tot drie bouwlagen onder een plat, en door lage zijvleugels verbonden met de klassenvleugels. Opgetrokken uit dezelfde materialen en identiek qua detaillering, volgden de opstanden oorspronkelijk een gelijkaardig ordonnantieschema als de klassenvleugels, met een sterke klemtoon op de bekroning van het hoofdvolume. De lage begane grond die oorspronkelijk werd beschermd door een luifel uit ijzer en glas, heeft rechthoekige drielichten met een schuine afzaat in het hoofdvolume en rondboogdeuren in de annexen. In de bovenbouw van het hoofdvolume geven brede drielichten met tussendorpel de turnzaal aan, in de zijtraveeën rechthoekig, in de middenpartij oorspronkelijk rondbogig en bekroond door puntgevels met gestrekte uiteinden, een oculus en topstuk. Deze braken door de houten kroonlijst op klossen, die op de hoeken was bekroond door verluchtingsschouwen.
De begane grond met troggewelven op ijzeren liggers en een rij gietijzeren kolommen, huisvestte de betegelde stortbadinrichting. De turnzaal in de bovenbouw was afgedekt met een open houten dakspant op bewerkte consoles.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Van Aerdtstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lagere Meisjesschool 13 [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7617 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.