Burgerhuis en aanpalend pakhuis in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van Jan Van Hove, naar een ontwerp door de architect Richard Vaes uit 1902. Het burgerhuis is ingrijpend verbouwd tot vijf flats, naar een ontwerp door de architect Peter Denissen uit 1992, waarbij de bovenverdieping werd opgesplitst tot twee niveaus en de achtergevel heropgebouwd.
Richard Vaes maakte begin jaren 1880 zijn debuut als architect, en deelde zijn bureau vanaf 1906 met zoon en schoonzoon Florent Vaes en Joan Coninck Westenberg. Actief tot kort vóór de Eerste Wereldoorlog, behoort het Sint-Mariagasthuis uit 1903-1907 te Berchem, tot zijn belangrijkste late realisaties.
Het burgerhuis (nummer 14) met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatte oorspronkelijk een souterrain en twee bouwlagen onder een mansardedak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de geboste sokkel, puilijst, speklagen, erkerconsoles, omlijstingen en lekdrempels, en blauwe hardsteen voor de lage plint. Horizontaal geleed door de puilijst legt de compositie de klemtoon op de middenas, doorgetrokken tot in de mansarde. Op de begane grond wordt de brede inkomdeur met een bewerkte latei op kraagstenen en een rondbogig bovenlicht, geflankeerd door twee rondboogvensters met een lekdrempel en bewerkte borstwering. Opvallend zijn de spitsbogige waterlijsten op spiralen, met metopen in het boogveld, die het bovenlicht en de vensters bekronen. In de hoge, ruw geboste sokkel met diamantkoppen, waren de getoogde souterrainvensters oorspronkelijk getralied. De bovenverdieping wordt nadrukkelijk gemarkeerd door een rechthoekige houten erker op voluutconsoles, die doorloopt tot tegen de kroonlijst, waarboven een soort belvédère. De indeling van de erker is in de onderste helft aangepast, en uit de rondboogarcade van het bovenlicht zijn de oorspronkelijke glas-in-loodramen met leliemotief verwijderd. De rechthoekige zijlichten met een gebogen lekdrempel en driehoekig fronton, worden bekroond door omlijste tondi waarin mozaïeken met de initialen “JVH” van de bouwheer. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, samengesteld uit een gemetselde architraaf, in de fries twee veelkleurige mozaïekpanelen in zweepslagstijl met een irissentuil als motief, en een omlopende houten kroonlijst op trigliefconsoles. De mansarde waarin een grote houten dakkapel met gebogen waterlijst tussen twee kleinere, heeft een smeedijzeren vorstkam als bekroning. Vernieuwd schrijnwerk.
Oorspronkelijk beantwoordde de plattegrond aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda besloeg de begane grond, met de keuken in het souterrain. Bovenverdieping en mansarde omvatten een voor- en achterkamer.
Het pakhuis (nummer 12) met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën omvat drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de kozijnen, dorpels en waterlijsten, en blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet in de rechter travee. De begane grond is tot de huidige vorm verbouwd in 1963: de oorspronkelijk inkomdeur en poort met ijzeren lateien en ontlastingsbogen volgden de ordonnantie van de bovenbouw. Daarvan onderscheidt de eerste verdieping zich door een enkel en dubbel kruiskozijn met zware monelen, cordonvormende lekdrempels en bewerkte onderdorpels. Twee laadluiken onder een latei op kraagstenen en een getoogde waterlijst, waarvan één met tussendorpel, doorbreken de tweede verdieping. Een gekorniste houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Burgerhuis en pakhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313769 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis in art-nouveaustijl met markante houten erker en beschilderde panelen. Diverse muuropeningen; ijzeren vorstkam.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis en pakhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7619 (geraadpleegd op ).