Historiek en context
Geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl, in 1903 ontworpen en voor eigen rekening gebouwd door 'peintre-décorateur' Henri Verbuecken. In het linker pand (nummer 8) was de firma De Wit-Verbuecken gevestigd, het atelier van zijn geadopteerd nichtje Juliette Verbuecken en haar echtgenoot Léon De Wit, aan wie Verbuecken omstreeks 1905 zijn decoratieatelier zou overlaten. Na zijn overlijden in 1926 werd het eigendom verkocht en ingrijpend aangepast; het atelier achter het nummer 8 verdween in 1996.
Henri Verbuecken (1848-1926) leidde een toonaangevend decoratieatelier, in Antwerpen gevestigd sinds 1876, waar onder meer de beeldhouwer Arthur Pierre een tijdlang deel van uitmaakte. Zijn werk wordt gekarakteriseerd door een drang naar exotisme. Dit komt vooral tot uiting in de opdrachten die hij voor de Antwerpse dierentuin uitvoerde. De laatste grote realisatie van de 'peintre-décorateur', was het interieur van het hotel Bamdas-Tolkowski uit 1910-1913 in de Lamorinièrestraat.
Architectuur
Met een gevelbreedte van elk twee traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een gemeenschappelijk schilddak met driehoekige dakkapel, de oorspronkelijk expressieve bekroning van de schoorstenen is verdwenen. Het gevelfront heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in staand verband, met een expressieve alternering van koppen- en strekkenlagen. Witte natuursteen (vandaag grotendeels beschilderd) is gebruikt voor de pui tot op imposthoogte, de speklagen, negblokken, postamenten en dekstenen, ijzeren I-balken voor de lateien en pannen als dakbedekking.
Symmetrisch van opzet, bepalen de twee hoger opgetrokken zijrisalieten, de compositie van het gevelfront, dat als één uniform geheel is ontworpen. De risalieten worden bekroond door een puntgevel tussen postamenten, en elk gemarkeerd door een tweezijdig houten erkertje met geknikte leien spits. Een sterke klemtoon ligt op de bekroning van de middenpartij afgewerkt met een afgeschuinde en breed uitkragende, houten kroonlijst op consooltjes. Figuratieve glasmozaïeken in Arts & Craftsstijl met een rijke polychromie, ontworpen door Henri Verbuecken zelf, fungeren als uithangbord voor het atelier De Wit-Verbuecken. Het grote paneel op de borstwering verbeeldt een levendige groep van twaalf zingende en musicerende meisjes, stilistisch geïnspireerd op werk van de Engelse kunstenaar Walter Crane (1845-1915). Links en rechts afgeboord met art-nouveau-ornamenten, worden de figuren afgebeeld in buste, met als attributen een tekstbanderol, een luit, een harp en een orgel. De zes kleine paneeltjes gevat tussen de kroonlijstconsoles, stellen koerende duivenkoppels voor. Verder bestaat de opstand uit registers van brede, rechthoekige raampartijen, op de begane grond alternerend met de inkomdeuren waarvan twee gekoppeld. Het houten art-nouveau-schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals de smeedijzeren tralies van het souterrain. Van de oorspronkelijke, kepervormige deurluifeltjes bleef enkel dat van nummer 8 bewaard.
In het bouwdossier ontbreken de plattegronden. Het interieur van de woning De Wit-Verbuecken op nummer 8, zou naar verluidt oorspronkelijk geconcipieerd zijn naar het model van de Japanse toren te Laken, namelijk met vertrekken gegroepeerd rond een grote centrale trap.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1903#164.