Burgerhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak met neoclassicistisch huidig uitzicht van circa 1920 met rechts aansluitende gevel met korfboogpoort. In kern een laag dorpshuis met aanpalend poortgebouw met anderhalve bouwlaag. Bewaarde merkwaardige overwelfde kelders die onder de linker traveeën vermoedelijk opklimmen tot de 16de of zelfs 15de eeuw.
Gecementeerde gevels met rechthoekige benedenvensters met rolluikkasten en getoogde bovenvensters onder doorgetrokken waterlijst.
Oudste kelder van twee traveeën, heden door een muur in twee ongelijke delen verdeeld, opgetrokken uit grote baksteen met 60 centimeter dikke muren en kruisriboverwelving met brede bakstenen ribben op twee halfzuilen met geprofileerd kapiteel met deels (hergebruikte ?) Doornikse steen in het midden van de zijmuren, en vier geprofileerde consoles van Doornikse steen in de hoeken. Oorspronkelijke steile stenen trap in de achtergevel, nu afgedekt. Kelderluiken aan de straatzijde. Zijmuren met muraalbogen. Vloer deels uit natuurstenen recuperatiemateriaal en gebakken tegels. Aansluitende recentere gewelfde kelder met witgekalkt tongewelf en stenen steektrap naar de bovenliggende keuken.
Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)