is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Ter Leyen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Kasteeldomein Ter Leyen: landhuis
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Kasteeldomein Ter Leyen
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Ter Leyen
Deze vaststelling was geldig van tot
Eerste vermelding van een "behuusde stede" begin 15de eeuw, in het bezit van Jan Sloeven en Kateline Sersander, grootgrondbezitters en belangrijke Gentse prominente families. De eerste vermelding van een "kasteel" dateert slechts van 1511, in het bezit van meester Roeland Soete. Hij was de zoon van Jan Zoete van Lake, heer van Ter Leyen en erfde in 1490 "‘thuus ende neerhof te bouchaute by de kercke". Ter Leyen was nooit een leen of heerlijkheid maar was dus ontstaan op privé-initiatief. De erfgenamen Zoete van Lake, ook heren van 'Hautain en Laval' genoemd, bleven de hele 16de eeuw eigenaars. In 1627 wordt "t casteelhof" verkocht aan Guido Laurijn, later is jonker Guido De Deckere, heer van het Ambacht Boekhoute, als eigenaar gekend.
De Gazette van Gent vermeldt de verkoop door J.J. Van Kerchove-Valop aan Jan Verstraeten, griffier van het Ambacht Boekhoute, in 1774. Bij het optekenen van het kadaster in 1834 is J.M. Verstraeten, burgemeester van Boekhoute, als eigenaar opgegeven. Door huwelijk van Virginie Verstraeten met J.W. De Block, geneesheer, hoogleraar, senator en vanaf 1855 burgemeester van Boekhoute, komt het kasteel in bezit van de familie De Block. Zij lieten het gebouw aanpassen met neogotische spitsboogvensters, een deel van de westvleugel slopen en de brede vierkante omgrachting aan de zuid- en zuidwestzijde dempen. Vermoedelijk werd het park toen ook heraangelegd in Engelse landschapsstijl met vijver met ijzeren boogbrugjes, ijskelder en grot. Hun zoon en burgemeester Jan De Block bewoonde het kasteel tot zijn overlijden in 1912. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteel bezet door Duitse troepen en gingen heel veel archieven verloren. In 1931 wordt het kasteel verkocht aan de brouwersfamilie Ingels. Zij lieten het kasteel grondig aanpassen en restaureren door de Gentse architect Valentin Vaerwijck.
Huidig, nog deels omgracht waterkasteel op L-vormige plattegrond, ingeplant in een groot landschapspark met prachtige bomen, gelegen in een beekdepressie ten zuiden van de kerk en het dorpscentrum. Het domein wordt van Boekhoutedorp afgesloten door een vernieuwde hoge witgekalkte muur met ezelsrug en is toegankelijk via een ijzeren hek aan vierkante pijlers en fraai ijzeren voetgangershek in de uiterste noordoosthoek.
Vroeg-renaissancekasteel, opgetrokken uit baksteen en heden witgeschilderd, op een zandstenen sokkel met twee bouwlagen boven een souterrain en afdekkend schilddak van oranjerode pannen met toegevoegde dakkapellen, ter vervanging van een vroeger leien zadeldak. Noordelijke hoofdvleugel met voorgevel gemarkeerd door typische centrale flankeertorentjes en twee hoog oprijzende hoektorens met naaldspits en windwijzerbekroning. Flankeertorentjes op hoekige basis, boven het souterrain overkragend op geprofileerde bakstenen als halfronde, haast blinde torens en afgewerkt met een nieuwe vijfzijdige bekroning met steigergaten en afdekkende leipannen dakjes met nokbekroning ter vervanging van een vroegere kantelenrij. Een oculus doorbreekt de torentjes ter hoogte van de verhoogde begane grond. Hoge rechthoekige vensters met houten kruiskozijnen, ter vervanging van de vermoedelijk oorspronkelijke zandstenen kruiskozijnen en de 19de-eeuwse spitsboogvensters, doorbreken nu de traveeën. De typische neotraditionele houten blokvensters met kleine roedeverdeling en halve groen- en witgeschilderde luiken dateren van de restauratiecampagne van architect Valentin Vaerwijck van 1931. In de linker travee werd tevens een tussenverdieping bijgevoegd en de gevels werden verhoogd met een brede daklijst.
De ronde hoektorens met hoge, boven de daklijst oprijzende achthoekige geleding, met kleine rechthoekige venstertjes, worden eveneens doorbroken door smalle houten kloosterkozijnen. De vier traveeën brede achtergevel heeft gelijkaardige vernieuwde vensters en toont in de linker benedentravee een toegevoegde driezijdige bakstenen erker met vier houten kruiskozijnen. De toegangsdeur in de rechter travee heeft een typisch laat-18de-eeuwse hardstenen spiegelboogvormige omlijsting op neuten, met sluitsteen en rocailles onder de gebogen waterlijst en een mooie houten beglaasde deur met gebogen tussendorpel en houten waaier in het bovenlicht. Drie dakkapelletjes werden toegevoegd in het dak.
Aansluitende oostvleugel van vier traveeën en twee bouwlagen met identieke vernieuwde vensters onder iets lager schilddak met twee dakkapellen.
Westzijde met bewaarde onderbouw met aanzet van twee halfronde flankeertorentjes van vroegere westvleugel met toegang.
Grotendeels tijdens de restauratiecampagne van de jaren 1930 onder leiding van architect Valentin Vaerwijck aangepast interieur met onder meer toevoeging van een tussenverdieping in de linker traveeën, een nieuwe bordestrap, nieuwe vloeren en aankleding van de salons met neorenaissanceschouwen en lambriseringen of art-decogetinte decoratieve elementen, kenmerkend voor het werk van architect Vaerwijck. Enkel de kelderverdieping van de noordvleugel en de hoektorentjes met gewitte bakstenen ton- en koepelgewelven bleef in oorspronkelijke staat behouden.
Ten zuidoosten achter het kasteel ingeplante voormalige koetsierswoning van vier traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak, vermoedelijk gebouwd in de tweede helft van de 19de eeuw en recent gerenoveerd onder leiding van het architectenbureau Acke - Van Wynsberge. Een vroegere conciërgewoning in de zuidwesthoek van het domein, palend aan de straat, werd eveneens recent gerenoveerd en uitgebreid.
Fraai, als landschap beschermd park in Engelse landschapsstijl met merkwaardige parkbomen als een imposante bruine beuk en taxus bij de omgrachting en een serpentinevijver met kunstige boogbrug met gietijzeren leuningen met bloemmotieven. Een tweede ijzeren brugje met leuningen uit imitatietakken bevindt zich in de noordoosthoek over de omgrachting en diende als toegang voor het dienstpersoneel. Ten westen, ter hoogte van het kasteel bevindt zich een overwelfde kelder onder begroeide heuvel, boven de getoogde toegangsdeur 1875 gedateerd. Verder in het park, naast de vijver, nu volledig overgroeide kunstgrot gemaakt uit natuursteenblokken met binnenin een gepolychromeerd plaasteren heiligenbeeld.
Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Boekhoutedorp
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Ter Leyen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/76396 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.