Neogotische parochiekerk naar een ontwerp door de architect Louis Baeckelmans uit 1865-1866, opgetrokken in 1869-1874, vanaf 1871 onder leiding van de architect François Baeckelmans. De half vrijstaande kerk is gelegen op een omheind terrein begrensd door de Van Kerckhovenstraat, Sint-Norbertusstraat en Sint-Amandusstraat, met een ingesloten koorzijde.
Op 2 december 1862 diende de kerkfabriek van de Sint-Willibrordusparochie een eerste aanvraag in bij het ministerie van Justitie voor de oprichting van een nieuwe parochie in de wijk Stuivenberg. Door de stadsuitbreiding na het slechten van de Spaanse omwalling, kenden de nieuw ontstane wijken in deze periode een sterke bevolkingsaangroei. In afwachting van de toelating besloot de kerkfabriek op 14 september 1864 een voorlopige kapel te bouwen op gronden van de familie De Beys tussen de Vliegenstraat en de Sint-Gummarusstraat. Op 28 december 1864 volgde het Koninklijk Besluit tot oprichting van de Sint-Amandusparochie. De eerste pastoor was Josephus Norbertus Dausi (Geel, 1821-Antwerpen, 1884), die het ambt vervulde tot zijn overlijden, periode waarin de Sint-Amanduskerk tot stand kwam. Vanuit de Sint-Amandusparochie werden de parochies van Sint-Lambertus in 1889, Sint-Eligius in 1890 en het Heilig Hart in 1900 opgericht. Het noordelijk gedeelte van het grondgebied ging in 1912 naar de Sint-Antoniusparochie.
De Sint-Amanduskerk kwam tot stand op gronden van de familie Collin. In 1865 gaf de kerkfabriek van de pas opgerichte Sint-Amandusparochie aan de architect Louis Baeckelmans opdracht om de nieuwe kerk te ontwerpen. Een eerste, voorlopig versie uit 1865, met de toren geïntegreerd in de voorgevel, werd herwerkt tot het definitieve ontwerp uit juni 1866. Als belangrijkste wijziging liet Baeckelmans de kerktoren tegen het westelijk transept aanleunen, naar het voorbeeld van de parochiekerk Saint-Martin in Aillant-sur-Tholon (Yonne) door de architect Eugène Emmanuel Viollet-le-Duc uit 1862-1867. Bij Koninklijk Besluit van 5 juli 1866 kreeg de kerkfabriek toelating tot de bouw van de kerk. Het bouwterrein van 6490 m² werd bij akte van 4 oktober 1866 door de familie Collin geschonken aan de Stad Antwerpen, die het bij akte van 2 april 1869 overdroeg aan de kerkfabriek van Sint-Amandus. In de onmiddellijke omgeving werden de Sint-Norbertusstraat, Sint-Amandusstraat, Tulpstraat en Geraniumstraat aangelegd, en het tracé van de Van Kerckhovenstraat, Dambruggestraat en Gasstraat plaatselijk verbreed.
De bouw van de Sint-Amanduskerk werd bij contract van 28 juli 1869 toegewezen aan de aannemer Louis De Legh uit de Sint-Michielsstraat, met een bedrag van 616.434 Belgische frank de laagste bieder bij de openbare aanbesteding. Toegestaan bij Koninklijk Besluit van 20 september 1869, ging de werken kort daarop van start met de grondvesten. Op 8 november 1871, toen de kerk nog in volle opbouw was, overleed Louis Baeckelmans op 36 jarige leeftijd. Zijn oudere broer architect François Baeckelmans kreeg op 24 november van de kerkfabriek van Sint-Amandus de leiding over de voltooiingswerken. Hij voerde de plannen getrouw uit met verbeteringen aan het materiaalgebruik (natuursteen), voor een bijkomende kost van 60.934, 26 Belgische frank. Verder ontwierp François Baeckelmans nog het patroon van de hardstenen kerkvloeren en van de beglazing van de ramen in lichtbeuk uit geel en groen kathedraalglas. Op 5 december 1874 werd de voltooide Sint-Amanduskerk plechtig ingezegend door monseigneur Petrus J.F. Sacré, pastoor-deken van Antwerpen. Na het overlijden van François Baeckelmans in 1896, kreeg de architect Jules Bilmeyer de leiding over de verdere inrichting van de kerk. Volgend op de installatie van het definitieve hoogaltaar, werd de kerk op 8 oktober 1902 geconsacreerd door kardinaal Petrus Lambertus Goossens.
Louis Baeckelmans maakte vermoedelijk in 1863 zijn debuut als architect met het neogotische pakhuis Mertens-De Moor in de Lange Winkelstraat. Tot de belangrijkste ontwerpen uit zijn kortstondige loopbaan behoort naast de Sint-Amanduskerk met pastorie, het Gerechtshof uit 1868 aan de Britselei, dat eveneens door zijn oudere broer François Baeckelmans werden voltooid in 1874. Deze laatste was als architect actief van vermoedelijk midden jaren 1850 tot zijn overlijden in 1896, en verruilde in zijn eigen ontwerpen het conventionele neoclassicisme al in een vroeg stadium voor de pittoreske neo-Vlaamserenaissance of de neogotiek. Tijdens de latere jaren 1880 ontwierp François Baeckelmans het grauwzustersklooster in de Lange Sint-Annastraat, en het Instituut Onze-Lieve-Vrouw aan de Amerikalei. Tot zijn laatste realisaties behoort de Sint-Rochuskerk met pastorie te Deurne.
De Sint-Amanduskerk is ontworpen als een noordzuid-georiënteerde, driebeukige kruisbasiliek. De plattegrond bestaat van zuid naar noord uit de ingangstravee, het driebeukige schip van vier traveeën en het driebeukig transept met telkens twee traveeën, een vlakke sluiting en zijportalen. Het westelijk transept onderscheidt zich door de centrale vierkante toren en een rechthoekig lokaal, het oostelijk transept door een rechthoekige ingangspartij. Het getrapte koor heeft een hoofdabsis van drie rechte traveeën met een halfronde sluiting, twee trapezoïdale kapellen die via rechte gangen toegang verlenen tot de rechthoekige sacristie en pastorie, en twee aan twee geschakelde, halfronde zijabsissen.
Het gebouw is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met spaarzaam gebruik van witte natuursteen (Gobertange, Savonnière, "pierre de Luxembourg"), onder leien zadel- en lessenaarsdaken. De architectuur is geïnspireerd op de Noord-Franse gotiek uit de 13de eeuw, met name de abdijkerk Saint-Yved in Braisne (Aisne), op de principes van de Franse architect Eugène Emmanuel Viollet-le-Duc en diens parochiekerk Saint-Martin in Aillant-sur-Tholon (Yonne), en op de lokale Scheldegotiek. Plastisch opgebouwd en opgevat als een organisch geheel, getuigt het kerkgebouw van de constructieve en synthetische aanpak van de neogotiek, verrijkt met gestileerde neogotische motieven uitgewerkt in natuursteen. De traveeënindeling berust op versneden steunberen, bij de zijbeuken voorzien van waterspuwers. Eenvoudige luchtbogen stutten de middenbeuk van het schip en het hoogkoor. Zijkeuken, zijkapellen en de koorapsis worden geopend door eenvoudige spitsboogvensters op cordonvormende afgeschuinde lekdrempels. De lichtbeuk onderscheidt zich door gekoppelde lancetvensters waarboven een rondvenster, gevat in een spitsbogig spaarveld.
De drieledige voorgevel aan de Van Kerckhovenstraat wordt gemarkeerd door drie voorgeplaatste spitsbogige portalen, met een getrapte, geprofileerde archivolt op driekwartzuilen met knopkapiteel. Zij omschrijven gebeeldhouwde timpanen door Jan Baptist De Boeck en Jan Baptist De Wint, en zijn gevat in vlakke wimbergen met hogels en kruisbloem. Het tweeledige middenportaal draagt op de penant een Sint-Amandusbeeld, oorspronkelijk door De Boeck en Van Wint uit 1874, vervangen door een kopie door Pol Van Esbroeck en Mariette Coppens uit 1990. Het timpaan verbeeld in het bovenste register Christus de Zaligmaker met de symbolen van de vier evangelisten, in het middelste register de dood en graflegging van Sint-Amandus, en in het onderste register zijn prediking tot medebroeders en heidenen. In het linker zijportaal verbeeldt het timpaan de Kroning van Maria, boven de Annunciatie, de Visitatie en de Vlucht naar Egypte. Het timpaan van het rechter zijportaal is gewijd aan Sint-Dymphna, de tweede patroonheilige van de kerk, met haar overtocht per schip en marteldood. Boven de portalen vormt een gevelbrede spitsbooggalerij de tweede geleding, en het twaalfdelige roosvenster ter hoogte van de lichtbeuk is gevat in een diepe rondboognis met waterlijst en imposten. Geflankeerd door polygonale traptorens met een ronde topgeleding en een kegelvormige spits, wordt de puntgevel met schouderstukken in de top geopend door een drieledig spitsboogvenster.
Het oostelijk transept aan de Sint-Amandusstraat, eveneens een centraal roosvenster en drieledig spitsboogvenster in top, wordt gemarkeerd door de voorgeplaatste, rechthoekige toegangstravee met een uitspringend, spitsbogig portaal. De toegang aan de Sint-Norbertusstraat is geïntegreerd in de voorgeplaatste vierkante toren van vier geledingen met versneden steunberen, onder een naaldspits (leien) met torenuurwerk, sfeer, kruis en haan. De geledingen worden geopend door een spitsboogportaal, spitsboogvensters en -galmgaten, en gemarkeerd door een galerij op korbelen en driekwartzuiltjes met knopkapiteel. De plantsoentjes die de zijbeuken en het koor flankeren, zijn omheind met een smeedijzeren hek met gietijzeren posten, op een hardstenen boordsteen.
De sacristie in de Sint-Amandusstraat vormt een rechthoekig volume in van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak (leien), geflankeerd door een polygonaal traptorentje met spits. Opstanden in baksteenbouw en witte natuursteen met smeedijzeren sierankers, op de begane grond geopend door rechthoekige deuren met een latei op consoles, op de bovenverdieping door enkele en gekoppelde kruiskozijnen op een cordonvormende waterlijst.
Imposante kruisbasiliek met verwijzingen naar de Scheldegotiek door onder meer zuilen, knopkapitelen en de venstergang bij de zijbeuken. Oorspronkelijk voorzien van een decoratieve polychrome beschildering (imitatie-parement), is het interieur vandaag monochroom overschilderd. De drieledige opstand bestaat uit geprofileerde spitsbogige scheibogen op zuilen met een veelhoekig basement en knopkapitelen, een triforium tussen geprofileerde en kordonvormende lijsten en een lichtbeuk. Het middenschip, transept en koor worden overwelfd door kruisribgewelven met spitsbogige gordelbogen en bakstenen gewelfkappen, waarvan de ribben uitlopen op gebundelde colonnetten met knopkapitelen. De gebeeldhouwde gewelfsleutel in het hoogkoor, met de Kroning van Maria, is van Jan Baptist De Boeck en Jan Baptist Van Wint. Zijbeuken en zijkapellen hebben eveneens kruisribgewelven op zuilen of colonnetten met knopkapitelen. De koorsluiting is afgewerkt met spitsboognissen, de zijbeuken met steekboognissen en in de muur gevatte biechtstoelen, waarboven venstergang met drieledig spitsboogvormige opening op zuiltjes met knopkapitelen.
Hoogaltaar uit witte natuursteen met gebeeldhouwd retabel door Jan Gerrits uit 1901, mogelijk naar ontwerp van Louis Baeckelmans of Jules Bilmeyer, voorstellend de Calvarie, Prediking en Dood van Sint-Amandus, vier engelen met wapenschilden (België, paus Leo XIII, kardinaal Goossens, Antwerpen), de vier Oosterse (Athanasius, Johannes Chrysostomos, Gregorius van Nazianze, Basilius) en de vier Westerse kerkvaders (Ambrosius, Hieronymus, Augustinus en Gregorius de Grote); koperen tabernakel door Lambert Van Rijswijck. Vier zij-altaren uit eik met gebeeldhouwde retabels door Gérard Van der Linden: Maria-altaar met Onze-Lieve-Vrouwebeeld en vier geschilderde heiligen (Theresia van Lisieux, Jozef, Johannes, Jan Berchmans, Bernadette) door Ernest Wante (1931); Sint-Jozefsaltaar met Sint-Jozefsbeeld en acht geschilderde zingende engelen door Maria Aldernaght; Sint-Antoniusaltaar met Sint-Antoniusbeeld en acht geschilderde musicerende engelen; Heilig Hartaltaar met Heilig Hartbeeld en zes geschilderde heiligen (Margaretha Maria Alacoque, Maria Magdalena, Onze-Lieve-Vrouw, Johannes Evangelist, Paulus, Augustinus) door Ernest Wante. Preekstoel met gebeeldhouwde kuip en klankbord uit eik op een hardstenen zuil door Jan Baptist De Boeck en Jan Baptist Van Wint uit 1876, naar ontwerp van Louis Baeckelmans, voorstellend de vier evangelisten, vier duivels (menselijke ondeugden traagheid, toorn, gierigheid, hoogmoed), vier taferelen uit het leven van Jezus, twaalf apostelen en vier engelen met wapenschilden (menselijke deugden vroomheid, kracht, offervaardigheid en naastenliefde). Communiebanken uit eik en smeedwerk door P. Peeters uit 1898. Kruisweg uit witte natuursteen door Jan Baptist Van Wint uit 1901. Orgel door P. Stevens-Vermeersch uit 1878.
Gepolychromeerd Sint-Dymphnabeeld uit de eerste helft van de 16de eeuw. Sint-Jobbeeld uit de voormalige Sint-Jobkapel. Gepolychromeerd Sint-Amandusbeeld en Onze-Lieve-Vrouw-van-Lourdesbeeld (1874) door Jan Baptist De Boeck en Jan Baptist Van Wint.
Glasramen door Edouard-Aimé Didron uit 1873 in het hoogkoor (zeven) met voorstelling van de zeven Sacramenten (doopsel, vormsel, biecht, eucharistie, priesterschap, huwelijk, oliesel). Glasramen door Jean-Baptiste Bethune uit 1872 boven de zijportalen (twee) met voorstellingen uit het Scheppingsverhaal en het Oude Testament ter ere van Louis Baeckelmans; uit 1879 in de Mariakapel (drie) met voorstellingen uit het leven van Maria, Jezus en de Verschijning in Lourdes. Glasraam door Stalins en Janssens uit 1896/1941-1945 in het oosttransept (roosvenster) met voorstelling van de Heilige Drievuldigheid. Glasramen door Edward Steyaert uit 1923 in de Sint-Jozefskapel (twee) met musicerende engelen en heilige Jozef. Glasramen door Jan Wouters uit 1950-1962, in de zuidgevel (roosvenster) met voorstelling van de Mystieke Roos (1950), in de zijbeuken (vijf) met heiligen Johannes de Doper en Anna (1950), Christoffel en Paulus (1951), Onze-Lieve-Vrouw van Antwerpen (1954), boven de koorportalen van pastorie en sacristie (twee) met engelen (1959), in de Sint-Antoniuskapel (twee) met heiligen Franciscus en Antonius van Padua (1962), in de Heilig Hartkapel (drie) met voorstelling van Christus Koning tussen stervelingen, engelen en heiligen (1962), in de doopkapel (vier) met knielende engel, de Doop van Christus, Johannes de Doper en staande engel (1962).
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Braeken J. 2018: Parochiekerk Sint-Amandus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/326944 (geraadpleegd op ).
Gedeeltelijk vrijstaande neogotische noordzuid-georiënteerde driebeukige kruisbasiliek van 1869-74 naar ontwerp van L. Baeckelmans.Gelegen op omheind terrein met ingesloten koorzijde.
Plattegrond: ingangstravee; driebeukig schip van vier traveeën; driebeukig transept met twee rechte traveeën en vlakke sluiting, westelijk transept met centrale vierkante toren en rechthoekig lokaal, oostelijk transept met rechthoekige ingangspartij; getrapt koor met hoofdabsis van drie rechte traveeën en halfronde sluiting, twee trapezoïdale kapellen die via rechte gangen toegang verlenen tot de rechthoekige sacristie en pastorie, halfronde zijabsissen.
Bakstenen gebouw met schaars gebruik van natuursteen, onder leien zadel- en lessenaarsdaken. Geïnspireerd op de Noord-Franse gotiek uit de 13de eeuw (zie St.-Yved te Braisne) en op de theorieën van E. Viollet-le-Duc en zijn Sint-Martinkerk te Aillant-sur-Tholon. Plastisch opgebouwd, gezien als organisch geheel met een constructieve en synthetische aanpak van de neogotiek, gestileerde neogotische motieven uitgewerkt in natuursteen. Travee scheidende steunberen, bij zijbeuken voorzien van waterspuwers. Middenbeuk en schip, transept en hoogkoor gestut door eenvoudige luchtbogen. Eenvoudige spitsboogvensters op kordonvormende afgeschuinde lekdrempels. Lichtbeuk met gekoppelde lancetvensters waarboven rond venster, in verdiept spitsbogig muurvlak. Drieledige voorgevel in Van Kerckhovenstraat met drie voorgeplaatste spitsbogige portalen, timpanen met taferelen uit het leven van de Heilige Maria, Heilige Amandus en Heilige Dymphna door J.B. De Boeck en J.B. Van Wint, vlakke wimbergen met hogels. Gevelbrede spitsbooggalerij onder verdiept centraal roosvenster en drieledig spitsboogvenster in top. Oostelijk transept eveneens met centraal roosvenster en drieledig spitsboogvenster in top. Voorgeplaatste rechthoekige toegangstravee met uitspringend spitsbogig portaal. Toegang aan de Sint-Norbertusstraat met voorgeplaatste vierkante toren van vier geledingen onder naaldspits (leien). Spitsboogdeur, -vensters en -galmgaten.
Rechthoekige sacristie van twee bouwlagen onder schilddak (leien), flankerend polygonaal traptorentje. Eerste bouwlaag met rechthoekige deuren op consoles en tweede bouwlaag met kruiskozijnen.
Imposante grijs geschilderde basiliek met verwijzingen naar de Scheldegotiek met onder meer zuilen, knopkapitelen, venstergang bij zijbeuken. Drieledige opstand. Geprofileerde spitsbogige scheibogen op zuilen met veelhoekig basement en knopkapitelen. Triforium tussen geprofileerde en kordonvormende lijsten. Kruisribgewelf met spitsbogige gordelbogen en bakstenen gewelfkappen, ribben uitlopend op gebundelde colonnetten met knopkapitelen. Zijbeuken en kapellen met kruisribgewelven op zuilen of colonnetten met knopkapitelen. Koorsluiting met spitsboognissen. Zijbeuken met steekboognissen en in muur gevatte biechtstoelen waarop venstergang met drieledig spitsboogvormige opening op zuiltjes met knopkapitelen.
Mobilair. Gepolychromeerd beeld Heilige Dymphna uit de eerste helft van de 16de eeuw, gepolychromeerde beelden Heilige Amandus en Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes van 1879 door J.B. De Boeck en J.B. Van Wint. Witstenen hoofdaltaar van 1901 door J. Gerrits, vier zijaltaren van 1931 door Van der Linden met geschilderde panelen van P. Wante (Onze-Lieve-Vrouw- en Heilig Hartaltaar) en M. Aldernaght (Sint-Jozefsaltaar); communiebanken van 1898 door Peeters; preekstoel van 1876 naar ontwerp van L. Baeckelmans door J.B. De Boeck en J.B. Van Wint; orgel van 1878 door P. Stevens-Vermeersch; witstenen kruisweg van 1901 door J. Gerrits of J.B. De Boeck en J.B. Van Wint; glasramen koor van 1873 en Onze-Lieve-Vrouwekapel door Didron, Sint-Jozefskapel door E. Steyaert, glasramen van 1950 en 1962 door J. Wouters.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Parochiekerk Sint-Amandus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7643 (geraadpleegd op ).