Iets achterin gelegen pastorie van 1745 met behoud van oudere kern doch huidig 20ste-eeuws uitzicht, in een omringende beboomde tuin. Ten westen omheiningsmuur van 1871, de voortuin is afgesloten door een laag breukstenen muurtje van circa 1964.

Gebouwd in 1745 ter vervanging van de voorgaande pastorie die zelf circa 1608 ten westen van het daarvoor bestaande "oude curehuys" was opgetrokken. De nieuwe pastorie kostte circa 7.280 gulden met inbegrip van een schuur, waterput en beplanting. In tegenstelling tot het kaartboek van de abdij (1699) toont de Ferrariskaart (1771-1778) een omwalde en omhaagde tuin die tot aan de Meiskensbeek reikte. Reeds in het begin van de 19de eeuw was de wal gedempt op een rechthoekige, tweeledige vijver achter in de tuin na. Volgens de literatuur werden in 1845 en 1848 respectievelijk een washuis en een remise met stal gebouwd en kreeg in 1871 het domein een nieuwe omheiningsmuur. De éénlaagse aanbouw onder afgesnuit leien zadeldak aan de noordoostelijke zijgevel van de pastorie verschijnt voor het eerst op het kadaster in 1879 en werd later uitgebreid met een lagere garage onder plat dak.

Oude postkaarten tonen in de as van de voordeur een bakstenen poortgebouw op rechthoekige plattegrond onder een zadeldak, nok haaks op de straat, voorzien van een rechthoekige deuropening en in de linkerhoek van het terrein een rechthoekig koetshuis onder schilddak, aan de straatzijde geopend door een rondboogpoort. De bijgebouwen, het poortgebouw en de omheiningsmuur (met uitzondering van de westelijke) werden gesloopt in 1964 tijdens grote restauratiewerken die ook aan de pastorie haar huidig uitzicht hebben gegeven. De voorgevel werd gecementeerd waardoor de steigergaten en natuurstenen venster(?)- en deuromlijstingen verdwenen, de achtergevel werd voorzien van een eternitbebording en de aandaken en schouderstukken verwijderd (zie postkaart). De voor- en achtertuin werd verkleind, respectievelijk voor de aanleg van parkeerplaatsen en jeugdterreinen.

Zuidoostelijk georiënteerde pastorie van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een kunstleien zadeldak (nok parallel aan de straat) met een kleine dakkapel onder afgeschuind en ingesnoerd zadeldakje in de deurtravee. Verankerde, gecementeerde en wit geschilderde baksteenbouw op een kalkzandstenen onderbouw; de afgeschuinde sokkel met hoekafwerking in de eerste twee traveeën is vermoedelijk een restant van de vorige pastorie. Lijstgevel met dubbelhuisopstand afgelijnd door gecementeerde hoekkettingen, geopend door voor die periode typerende steekboogvensters in een gecementeerde plattebandomlijsting en een korfboogdeur in een dito geblokte omlijsting met hoek- en negblokken. Houten schrijnwerk (20ste eeuw). Met schijnvoegen gecementeerde noordoostelijke zijgevel, gedichte steigergaten en in de top een rechthoekige opening gesloten door een houten luik.

Interieur. Naar verluidt meerdere kelders met tongewelf. De indeling is grotendeels oorspronkelijk, de aankleding van circa 1964.

Heden een twee verdiepingen hoog dubbelhuis met stomp zadeldak (kunstleien) opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw (1770-80 volgens archiefstukken), doch naderhand aangepast, onder meer voorzien van een voorgevelbekleding van hardboardplaten (1964).

Zandstenen sokkel met in de beide linkertraveeën een afschuining, mogelijk resterend van een oudere toestand; steekboogvormige vensters in bepleisterde omlijstingen met druipende sluitsteen; gedrukte korfboogdeur verrijkt met negblokken en een sleutel in een gelijkaardige omlijsting. Rechts, een laag bakstenen (Rijnvorm) bijgebouw.