Iets achterin gelegen, vrijstaande villa in ottagestijl ingetekend op het kadaster in 1924. Voortuin begrensd door een decoratief opengewerkte betonnen afsluiting.

Dubbelhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder een kunstleien zadeldak afgewolfd aan de noordoostelijke zijde (nok parallel aan de straat), gecombineerd met een hoger opgetrokken puntvormige derde travee onder zadeldak. Contrastrijke geveluitwerking, enerzijds door het gebruik van bruine en rode baksteen, blauwe hardsteen voor enkele decoratieve elementen, hout voor de afsluitingen en het pseudo-vakwerk en anderzijds door de verspringende gevelvlakken zoals de portiek in de eerste en de driezijdige erker met bekronend balkon in de derde travee. Gevarieerde muuropeningen voorzien van houten schrijnwerk.