Aan de straat gesitueerd U-vormig hoevecomplex met 19de-eeuws uitzicht doch met oudere kern op een site reeds bebouwd in de 17de eeuw.
Het kaartboek van de abdij (1699) geeft twee diepgerichte, tegenover elkaar gesitueerde volumes met tussenliggende "borreput" weer, geëvolueerd in 1804 (vroeg geometrisch plan) naar een L-vormig noordoostelijk volume met achterliggende moestuin en klein dienstgebouw in een tuin er tegenover. Circa 1821 (Primitief kadasterplan) wordt enkel het L-vormige gebouw nog weergegeven, echter verlengd aan de straat en met uitgespaarde noordelijke hoek. Het bebouwen van deze hoek en het verhogen van het woonhuis werd aangevraagd in 1862 ("de huyzinge te mogen verlengen en opbouwen"). Op bijhorend plan worden de stallingen in het verlengde van het woonhuis en de daarop haaks staande schuur reeds weergegeven, doch pas in 1866 kadastraal geregistreerd. Naar verluidt was het schilddak bedekt met zwarte gebakken tichelen en bestond de schoorsteen uit zeer kleine gesinterde bakstenen.
U-vormige hoeve geopend naar het zuidwesten rond een grotendeels gekasseid erf met waterput; ten noordoosten het loodrecht op de straat ingeplante boerenhuis met oudere kern minstens opklimmend tot de 18de eeuw; loodrecht hierop en aan de straat een klein volume met woonhuis, stal en bergschuurtje uit het eerste kwart van de 19de eeuw; in het verlengde van het woonhuis stallen met mansardekamers voor het personeel en een haakse schuur gebouwd tussen 1821 en 1862. Met schijnvoegen gecementeerde éénlaagse gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen) met uitzondering van het twee bouwlagen hoge woonhuis onder vernieuwd schilddak (mechanische pannen); het geheel voorzien van groen en wit geschilderd schrijnwerk.
Haaks op de straat ingeplant boerenhuis, minstens opklimmend tot de 18de eeuw (zie kelders en kalkzandstenen plint); verlengd (noordelijke hoek) en met één bouwlaag verhoogd in de jaren 1860. Onregelmatig verankerd volume van twee bouwlagen met verkleinende ordonnantie onder schilddak; bewaarde opkamers in de noordelijke hoek. De recent gedecapeerde erfgevel vertoont veelvuldig bouwsporen ter hoogte van de eerste bouwlaag, onder meer de zandstenen onderbouw, versmalde deuropening, contouren van een rondboogdeurtje, een houten latei en verlaagde vensters. Bakstenen lijstgevel op een kalkzandstenen plint horizontaal geleed door een bakstenen cordon ter hoogte van de lekdrempels op de verdieping en een gecementeerde daklijst. Rechthoekige vensters, op het gelijkvloers in een hardstenen plattebandomlijsting en op de verdieping beluikt en met een hardstenen latei en dorpel. Rechthoekige deuropening onder houten latei; houten tussendorpel en een zeer mooi floraal uitgewerkt gietijzeren rooster in het bovenlicht (jaren 1860). De overige met schijnvoegen gecementeerde gevels hebben eenvoudige rechthoekige vensters, sommige beluikt en blind; aan de achtergevel op de verdieping geriemde omlijstingen met decoratieve sleutels, oren en doorgetrokken lekdrempels.
Interieur. Kelders met tongewelven; de meest noordelijke met vlak gewelf (jaren 1860). Naar verluidt bestaat de zuidelijke zijmuur tussen het woonhuis en de stallen uit kalkzandsteen.
De overige bedrijfsgebouwen zijn voorzien van eenvoudige rechthoekige openingen, sommige vensters beluikt en blind; de dwarsschuur heeft een steekboogpoort.
- Gemeentearchief Grimbergen: 874.1/doos 65.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Humbeek: 1866/30.
- Mondelinge informatie van de eigenaars.